Dragers van het Licht Gezond en
vitaal ouder worden De geschiedenis
v.d. “Avesta” : Index Site gegevens De geschiedenis van de
Avesta. Het
doel van mijn werkstuk, dat ik ging maken in aanloop van mijn opleiding tot
mazdaznan leraar, behandelt enige vragen, die ik
mijzelf het afgelopen jaar (2006) stelde. Wie zijn de Mazdayasians?
Waar ligt de bron van hun leer? Hoe herken ik deze leer in het huidige Mazdaznan? Al
speurende in oude Mazdaznan literaire werken, en
daarbuiten, stuitte ik op onderlinge verschillen, maar ook veel
overeenkomsten. Waardoor
waren de verschillen ontstaan? Hoe verhielden deze zich binnen het Zarathoestrisme? Belangrijk was het voor mij ook om de
verschillen in de betekenis van het Haoma te
ontdekken. Wat is de zuivere waarheid van het Haoma?
En hoe kan ik deze vinden? De uitdaging voor mij is een antwoord te vinden.
Mijn leraarschap werd bevestigd door de toemalige kalantaar van Mazdaznan voor het Nederlands talig gebied, Dhr. Tammo Sypkens. Op 15 juli
2011 na 5 jaar studie, kreeg ik mijn diploma en mag mijzelf Mazdaznan leraar en gezondheidkundige
noemen.
Mijn lief Koningskind
Natuurlijke voeding
Gezondheid
deel 1,
Ariërs
Pre
Zoroastrian Ariers
Gaya Maretan
Mazdayasnians
Het vaderland van de Ariërs
De mondelinge traditie
Pogingen
om de mysteries van de zoroastrians te ontgrendelen
MAZDAYASNI
AHMI
deel 2,
deel 3
deel 4
De Zarathoestrrische Iraans-Perzische literatuur
deel 5
De zeven
ontwikkelingsfasen van mens en aarde
deel 6
Het Christendom beinvloed door het Zoroastrianisme
Inleiding
Op
mijn zoektocht neem ik u mee naar de volgende onderwerpen beginnende bij het
eerste hoofdstuk, naar de Hoog vlakten van Tibet, naar het Zend-volk de
Avestaners in Aryana, die zich de Ariërs noemen. Mensen van het Arische volk
een relatief klein land aan de rand wat eens een grote Arische natie zal zijn:
The Iranyan kingdom. Een volk dat hoogtijdagen kent tijdens de Sassaniden
periode. Die zich later nomaden/ handelaren over de wereld verspreidden. Al
snel zouden zich in de vroegste perioden onderlinge verschillen in de
ontwikkeling van de leer duidelijk worden. Er ontstaat een kloof binnen het
Avestische volk. De Avestaners die naar het westen trokken deelde zich later in
twee takken: de Iraans-Ariërs en de
Semieten tak in Mesopotamië. De Veda ariërs gingen naar India..
De
opeenvolgende invasies van Perzië of Iran heeft geresulteerd in de vernietiging
van het grootste deel van de Zoroastrian geschriften de Avesta. Samenvoeging
van de Avesta en de Pahlaviteksten vond plaats onder het bewind van de
Sassanidische koningen.
De
geschiedenis van Iran kan met recht de bakermat van de beschaving
De
handel met China was ten tijde van Alexander lansg de zogenaamde Zijderoute begonnen.
Maar tijdens de Hellenitische periode begon de handel pas echt door te breken.
De handel over land bewerkstelligde fascinerende culturele uitwisselingen. Het
Boeddhisme kwam via India overwaaien, terwijl het Zoroastrisme zich naar het
westen uitbreidde. Dit beïnvloedde uiteindelijk het Jodendom en het
Christendom.
Bij
de Parsen in Surat vond Anquetil Duperron, die zich in 1755 als gewoon soldaat
door de Indiase Compagnie had laten aanwerven ten einde in India oude
handschriften te kunnen verzamelen, de Pehlevi-Zend-Avesta, die hij in 1761
naar Europa bracht. Rond de tijd dat Westerse reizigers en schrijvers werden
geconfronteerd met handgeschreven manuscripten van de Avesta, waren filologie
en taalkunde disciplines. Westerse geleerden begonnen enthousiast te
reconstrueren en vertaalde de tekst. De belangrijke Zend-Avesta geschriften
bestond uit 2 op perkament geschreven delen, die in het Iraans-Perzisch gebied
in de stevig versterkte gewelven van een Iraanse tempel werden bewaard.
Het
2e hoofdstuk: behandelt het Haoma vraagstuk. Dit hoofdstuk gaat over
mijn zoektocht naar de bron van
waarheid, omtrent het haomaritueel dat door de eeuwen heen door de opvolgers
van Zarathoestra Spitama na hun eigen waarheid is ingevuld, maar niet
overeenkomen met de Mazdayasnian oer-leer, zoals deze van oorsprong was.
In
dit hoofdstuk neem ik u mee, met behulp
van Dr.Warnar Moll, uit Amsterdam, met wie ik over dit onderwerp
correspondeerde, en die voor de wetenschappelijke invulling borg staat. Toevalligerwijs
was Dr.Warnar Moll op mijn site gestuit en het ‘toeval’ wilde dat hij de kant
van het ritueel van het Haoma bestudeerde, en contact onderhield met Mr. K.Ed
Eduljee, Zoroastriaan, oprichter van het Herritage Instituut, Vancouver,
Canada.Waar ook ikzelf o.a.mijn informatie bron vond. Toeval!!! Terwijl mijn
ingang van het Haoma, innerlijke ondersteund wordt middels oefeningen en
gebeden een proces is van wedergeboorte.
Niettegenstaande
vond ik het interessant en waardevol om door deze stof heen te gaan. Maar juist
het innerlijke proces daarin vindt ik mijn verbondenheid. De innerlijke vorm is
van alle uiterlijk heden ontdaan, hier vind ik de eigen verantwoordelijkheid
die men heeft te nemen, zoals Ainyahita deed, door de keuze te maken haar
familie te verlaten en in de eenzaamheid de kudde van haar vader te hoeden, en
zichzelf de vraag stelde hoe de natuur zich heeft ontwikkeld. Hier voel ik de
kracht van de eenvoud en het nemen van de eigen verantwoordelijkheid. Hier zie
ik de takken van de geurige Baresman hangen die de vertrekken vullen met een
heilige geur. Hier zie ik de nomaden met een bundel baresman meevoerend op hun
tocht. Wetende dat dit heilige kruidt hen zal bijstaan, daar waar men
toepassingen heeft ter ondersteuning in tijde van ziekte, en gezondheid.
Het
3e hoofdstuk verhandelt over de Mazdaische legendes
De
Zarathoestrische-Iraans-Perzische literatuur is geïnspireerd geweest door de
geestrijke leringen in de Zend-Avesta die betrekking hebben op de schepping van
hemel en aarde, de gedachte van het eeuwig leven, het herstel en de opstanding
van de mens en de vereffening of transmigratie, en die de weg wijzen naar de
enige poort waar de mens doorheen moet gaan om de majesteit en de heerlijkheid
van de Heer God Mazda deel te hebben. Anquetill Duperron vond de oude
Pehlevi-Zend-Avesta geschriften. Die hij in 1761 naar Europa bracht met een
paar Indiase dichtwerken
van
de Zend-Avesta, de Bundehesh en de Dinkhard, die een zeker overzicht over de
verloren gegane gedeelte van de oorspronkelijke Avesta verschaffen en in zekere
mate een goede aanvulling zijn voor de ons tot nu toe bekende brokstukken van
de Avesta.
Hoofdstuk
4, verhandeld de ontwikkeling van mens en aarde met een verslag van de
geestrijke leringen van Rudolf Steiner.
Verder
zullen we het getal 7, in verschillende vormen bestuderen en de
overeenkomsten ontdekken met de Mazdaznan leringen.
En
moeten erkennen dat, de menselijke ontwikkeling af hangt
van
de toestand van zijn hersenen en de zenuwsystemen. Wat in de mens geschiedt,
straalt vanzelf uit in de gemeenschap.
In
de 7 sleutels van ontwikkeling, geef ik de belangrijke stappen aan die de mens
neemt op weg naar het hogere doel. Deze tredes zijn herkenbaar in de symboliek
van de Mazdayasian leer.
Het
5e hoofdstuk
In
de Gatha’s is Ahura Mazda de ene grote oorzaak, de bron van al wat is, het
begin en het einde, de “schepper” van alle zienlijke en onzienlijke dingen, de
eeuwige, de allesomvattende, de alomvertegenwoordige en onveranderlijke,
volstrekte liefde en rechtvaardigheid. Ahura is de eeuwige wet, die de mens
geopenbaard word door de mathra-spenta, het heilige woord. Volgens deze wet
wordt het heelal geschapen, en vanaf het beginvan de schepping van de mens
openbaart het zich. Deze wet, de daena
Het
Zoroastranisme is een oude religie die gesticht door Zarathoestra in het oude
Aryan. Het Zoroastrianisme is de oudste beoefende monotheïstische godsdienst
(geloven in God) De Zoroastrian geschriften zijn de Avesta.De Zoroastrian
geloofsbelijdenis zij aan het leven gebaseerde uitdragingen van: goede
gedachte, goede woorden en goede daden.De Zoroastrian opvattingen en
wijsbegeerten zien de schepping als een gelijktijdig naast elkaar bestaande
dualiteit.
Mainyu
het spirituele bestaan en Gaeta (
Gaethya ) het materiële of het fysieke bestaan. Het spirituele is de basis
voor het materiële bestaan
De
Iraanse dichter Ferdausi’s (935 – 1020)
schrijft zijn boek “Sjahannama “, boek der koningen, Zarathustra vertelt
koning Vishtasp “ Kijk op de hemelen en de aarde God, Ahoera Mazda creëerde ze
niet met stof en water. Kijk naar het vuur en zie daarin hoe zij tot stand is
gebracht”. Vuur is een overgang tussen het spirituele en materiele bestaan. De
universele wetten Asha beheersen/regelen de orde in het spirituele en
materiële bestaan. De mens is samengesteld uit een zowel de geestelijke en
materiele bestaan.Asha is
beschikbaar, middels onze individuele keuze om orde op zaken te stellen middels
onze gedachten, woorden en daden.
Het
6e hoofdstuk:
Door
het Paulinisme werd weliswaar een eenheidskerk geschapen die elk ongeveer1200
door de reformatie weer in twee delen gesplitst werd. De avestanische
oerreligie en het oerchristendom, die van haar aanhangers nog een persoonlijke
inzet verlangden (oefening, dieet), verloren hun invloed op het volk in de loop
der eeuwen steeds meer en verkommerde tenslotte. Alleen in stilte, in kleine
kring, konden de getrouwen de waarheid verder overleveren. Ook wij Mazdaznan
behoren tot die getrouwen, ondanks de onheuse gebeurtenissen in Nicea, waardoor
het oerchristendom in de huidige verkeerde richting gedrongen werd. Laat het
daarom onze opgave zijn de mensheid te tonen, dat de meestergedachte, zoals
Dr.Ha’nish ons die bracht, de eerste en enige nachristelijke boodschap is, die
de mensen terugleidt naar de bronnen van ware religie.Zelfs wanneer door de
oekomenische gedachte de scherpe kantjes van de christelijke kerken wat
verdwenen zijn, blijft toch nog een diepe kloof bestaan tussen de avestanische
Mazdaznan gedachte en het paulinische christendom
Ariërs
Wie waren deze Ariërs? (in het Iraans Aryans)
De Avesta-Ariërs en de Veda Ariërs
Hoog Tibet, omstreeks 6000 voor Christus vinden we op de
hoogvlakte van Iran reeds een hoogbeschaafd volk, te midden waarvan
Zarathoestra leefde en leerde. In hun taal, de Zendtaal/Zandtaal, schreef hij
het heilige boek de Avesta. De ontwikkeling van het volk neemt vorm aan en
wordt Mazdayasni /Mazdayasians genoemd: leerlingen van Mazda, Ahoera
Mazda.
Het is niet onwaarschijnlijk dat nomadische stammen via de
Kaukasus regio naar Azië trokken. De Kaukasus is een gebied dat grenst aan het
uiterste zuid-oosten van Europa en het westen van Azië. De Kaukasus is een regio
met een buitengewone grote diversiteit aan etnische en culturele groepen. Door
de eeuwen heen kruisten er grote handelswegen van de Middellandse Zee tot China
en van het Oosten tot de Aziatische wereld. Bevolkingsgroepen vanuit Azië, het
middenoosten en Europa vestigden zich in grote getale in het Kaukasus gebied.
Bovendien was het strategisch gelegen berggebied voortdurend voorwerp van inzet
van terroriale conflicten tussen de omringende mogendheden, te weten o.a. het
Perzische Rijk.
Het hoogland van Iran ook wel het Iraans plateau genoemd,
is een streek in Iran en delen van Afghanistan, Pakistan, Turkmenistan en Zuid
Azerbeidzjaan. Het is een deel van de aardkorst dat ingeklemd ligt tussen de
Anatolische plaat, in het westen en de Arabische plaat in het zuiden. De
Indische plaat in het noorden. Aan de noordzijde bevindt zich de Elboers, aan
de westzijde het Zagrosgebergte en in het oosten de Hindukoesj. Iran, in de
oost-Iraanse dialecten als Aryana uitgesproken, is de naam die sinds de oudheid
aan de door de Iraanse tak van de Indo-Europeanen bewoonde regio werd gegeven
en betekende zoveel als “land van de Ariërs”.
De bewoners waren nomaden die via de zijderoute vanuit de
Kaukasus de bakermat van de Westerse beschaving die aanvangt 3000 v. Chr. met
het schrift. De Kaukasus is een gebied dat grenst aan het uiterste zuidoosten
van Europa en het westen van Azië. De Kaukasus is een kruispunt van culturen en
religies en talen.
De nomadische stammen volgden hun leiders en komen
uiteindelijk op het zuid-oostelijke deel van het Iraans plateau aan. (Hoog
Tibet)
Het vertrek van het jongste en blanke volk uit Aryana trekt
westwaarts, eerst naar Chaldea en Mesopotamie (Irak), dan over geheel
Klein-Azie. Dan langs de kusten van de Middellandse Zee. Klein-Azie grenst aan
het zuidoosten van Irak, en is het uiterste westen van Azië
Voor deze stammen waren ‘water’ en ‘vuur’, de belangrijkste
elementen, beide waren onontbeerlijk, voor de Indo-europese nomaden in deze
periode. Water zorgde ervoor dat mens en dier niet omkwamen van de dorst. Het
vuur gaf de nomaden de mogelijkheid, om hun voedsel te bereiden, en wilde
dieren op een afstand te houden. Bovendien was het warmte, tegen de koude
wintermaanden.. Voor het aanmaken van vuur, gebruikten de nomaden de zogenaamde
“ slapende vuren” die ze met zich meevoerden. In zowel water als vuur herkenden
de nomaden de Godinnen Apas en de god Atar.De nomaden herkenden ook hun goden
in andere natuurvormen, zoals de zon, de maan, de aarde, en de verschillende
winden.. De nomaden stelde de wereld voor als een platte schijf, met daarop
zeven verschillende gebieden, de zogenaamde Karshavars. Het grootste gebied
Khavaniratha, is omringd door de andere gebieden, die elk afzonderlijk van
elkaar door water gescheiden zijn. In het water bevindt zich de “boom van alle
zaden”. Ieder jaar wordt aan de rand van Khavaniratha, een gevecht gevoerd
tussen de goede god Tishtriya en de demon Apaosha, in de gedaante, van een
witte en een zwarte hengst. Tishtriya zou winnen, wanneer er gedurende het jaar
voldoende aan hem geofferd werd.
Na zijn overwinning, stort hij zich in de zee Vourukasha, waarbij de golven in
merries veranderen, waardoor er water in overvloed ontstaat. De “boom van alle
zaden” staat ook in de Vourukasha, waardoor het water vruchtbaar wordt. Maar
ook water met zaden, dat opgenomen wordt in de wolken door de god Vata, en deze
over de zeven Karshavars verspreidt, waardoor het nieuwe jaar nieuw leven in
zich droeg. De Karshavar Khavaniratha bezat als enige gebeid een hoge berg,
Hara.. Omdat de zon zich rond de berg bewoog, kende de aarde, volgens de
nomaden een dag en een nacht. De natuur wet die deze beweging en daarmee de
veranderingen van seizoenen met zich mee bracht noemde men Asha, wat orde,
gerechtigdheid, of waarheid betekent.
Bij de nomaden hechte men grote waarde aan reinheid.
Gebruikte voorwerpen konden na de schoonmaak ritueel weer gewoon voor andere
doeleinden gebruikt worden. De nomaden hadden niet veel ruimte voor het
meenemen van heilige attributen Zarathoestra verafschuwde, bloedoffers, het
ritueel slachten van dieren, plengoffers, afgoderij en lijfstraffen.deze straf
zien we zich voordoen in een latere periode van het Zorastrianisme, met vaak
dodelijke afloop, waar de goden Mithra (afspraak)en varuna (eed) een rol speelden.
Maar de profeet Zarathoestra kon echter niet voorkomen, dat zijn opvolgers deze
ontwikkelingen toestonden. In het Mazdaïsme is het respect voor de gehele
natuur, dus ook de mens heilig.
De Avestaners die naar het westen trokken deelde zich later
in twee takken: de Zarathoestrische of Mazdayasians en de Semieten tak in
Mesopotamië. De Veda ariërs gingen naar India. We moeten niet vergeten dat het
een grote multi-etnische groep was, die allen hun wortels hadden in de oude
Arische volksgeloven. En veel overeenkomsten hebben met de Veda’s van de
Hindoes.
De Indo-europese groep waarvan de leden in de Zoroastrian
geschriften worden beschreven, de ‘Avesta’, en de andere groep die in de Hindu
geschriften de ‘Rig-Veda’ voorkomen. De Indo-europese groep welke de leden de
Avesta opstelden en de oude Hindu geschriften de Rig-Veda, noemde zichzelf
Aryans (Airya/Airyan in de Avesta, Arya/Aryan in de Rig-Veda.
De taal van de twee geschriften zijn vergelijkbaar, maar
zijn niet aan elkaar identiek, waarmee wordt aangegeven, dat op het moment van
het schrijven, de mensen van de Avesta en de Rig-Veda verwant waren, in zoverre
buren van elkaar waren. Vergelijkbaar met twee provincies binnen een land, waar
het volk twee dialecten spreekt van dezelfde taal.
‘Indo-europese, is de naam die taalonderzoekers gegeven
hebben aan de gezamenlijke oertaal, waarvan de meeste Europese talen afstammen.
Het Indo-Iraans, behoort tot de Indo-europese taal familie
en binnen deze taalfamilie is het een onderdeel van de tak van de Iraanse of Arische
talen.
Op het moment dat het nomadische volk zich vestigt op het
Iraans plateau wordt de taal Indo-Iraans. Het Oud Perzisch ontwikkelt zich dan
uit het proto-Indo-Iraans. Het midden-Perzisch, ontwikkelt zich in de
Sassanidische tijds periode’.
Op het moment dat de oudste delen van de Avesta en Rig-Veda
werden samengesteld waren de Aryans bewoners van het Arische land Airyana Vaeja
of Airyana Dakhyunam in de Avesta, Arya Varta in de Rig-Veda’s. Toegevoegd: De
Aryans waren de groep van de Indo-Iraanse familie die afkomstig waren uit
Airyana Vaeja/ Arya Varta, het Arische vaderland.
De twee Indo-Iraanse groepen, waren dichte buren maar ze
scheiden zich in Indiërs en Iraniërs, wat we nu kennen als Iran en India.
Wat de oorzaak van deze scheiding lijkt te zijn geweest waren hun religieuze
overtuigingen, deze werden tegenstellingen van elkaar, maar met een gedeelde
overtuiging en met gemeenschappelijke wortels.
De prehistorie van de Ariërs/ Aryans
De prehistorie van de Ariërs is te vinden in de Avesta, de
heilige Zoroastrische geschriften. (o.a. in Zamyad Yasht 19), in
Midden-Perzische teksten, van de Iraanse dichter Hakim Abul-Qasim Mansur (later
bekend als Ferdowsi Tusi), en voltooid rond 1010 CE.en in de Hindoe
geschriften, de Veda’s
De betekenis van de prehistorie in deze teksten, is een
samenvatting van menselijke ontwikkelingen. Het individuele bewind van een
legendarische Arische koning, soms duizenden jaren lang, bevat ontwikkelingen
die overeenkomen met archeologische en historische tijdperken als de steen en
het ijzeren-tijdperk.
Zo loopt bijvoorbeeld de ontwikkeling tijdens de eerste Arische koning Gaya
Maretan parallel met wat archeologen en historici noemen de steentijd. Daarom
kan verwezen worden naar het legendarische bewind van Gaya Maretan als het
stenen tijdperk van de Arische geschiedenis.
Gaya Maretan
Gaya betekent leven en maretan betekent sterfelijk. In sommige bronnen is
Gaya Maretan de eerste sterfelijke of menselijk wezen.
Ferwodowsi’s Shahnameh, aangevuld met de Farvardin Yasht 13,87, vertelt dat de
Arische prehistory begon met Gaya Maretan, oprichter van de Arische natie.
Mensen leefden in de bergen (Hara Berezaiti, de Hara Bergen), en droegen
dierenhuiden en bladeren. Ze verzamelden vruchten en andere planaardige
voedingsmiddelen. Dieren werden voor het eerst gedomesticeerd, en het hoeden
van vee begon.
Tijdens het tijdperk van Gaya Maretan, werden religie en religieuze riten
ontwikkeld. Volgens de Avestan en de Shahnameh, was Gaya Maretan een
Mazdayasni, een aanbidder van Mazda of God. In de oudste Hindou geschriften, de
Rig Veda, aanbidding van de opperste God, Asura Varuna, of polytheïstisch
‘meergoden’ verering onder de Ariërs. Zie hiervoor bij Arische religies: Aryan
godsdiensten en oorlogen.
De Shahnameh vertelt ons dat Ahriman, de leider van de Deva aanbidders jaloers
was op Gaya Maretan en wilde Gaya Maretan’s troon, de troon van de Ariërs
grijpen. Als gevolg hiervan, ontstaan de eerste godsdienstoorlogen vond in deze
periode plaats tussen Mazda en Deva aanbidders.
In eerste instantie waren de Deva aanbidders overwinnaar in een strijd waarin
Gaya Maretan’s zoon Siyamak werd gedood. Gaya Maretan verzamelde een leger
onder het bevel van zijn kleinzoon HAOSHYANGHA (Hushang), en versloeg de Deva
aanbidders. Na deze tweede slag vestigde zich de Mazdayasnian zich als een
dominante religieuze groep tussen de Mazda en Deva aanbidders. De twee groepen
bleven in elkaars nabijheid samenleven. Later aan het einde van de
Jamshidi?Yima tijdperk, zou de dominantie verschuiven naar de Deva
aanbidders,waarna het heen en weer zou gaan bewegen tussen de twee groepen.
De ontwikkelingen leiden naar het ontstaan en de oprichting van een nationaal
bestuur met een erfelijk koningschap en een Koninklijke lijn. In dit systeem
van bestuur hadden de Arische koningen een heilige verantwoordelijkheid om
mensen te beschermen, het vaststellen en handhaven van de wet, de menselijke
ontwikkeling te stimuleren en de vooruitgang van de samenleving te leiden naar
een beter leven. Wanneer Arische koningen dit heilige vertrouwen uitdroegen dan
waren zij al regerend in genade en overeenstemming met hun Khvarenah.
khvarenah Khvarenah of khwarenah is een Avestan taal woord voor een
Zoroastrische begrip letterlijk aanduiding "heerlijkheid" of "pracht",
maar opgevat als een goddelijke mystieke uitstraling, Goddelijk persoon. Deze
ethische overeenkomst zien we
heden ten dage terug als een sociaal contract.
Pre zoroastrian religie, Mazdayasni,
Mazda aanbidding:
In de Avesta boek van Yashts, vers 13.87 van de Farvardin
Yasht, en evenals in de Perzische Denkard op 3.35: vermelding van Mazda, God
werd aanbeden door de Ariërs ten tijde van de eerste Arische koning Gaya
Maretan. Met andere woorden vanaf het begin van de Arische geschiedenis. Deze
verklaring wordt bevestigd door de dichter Ferdowsi’s epos, de Shahnameh, en
door de Midden Perzische Zoroastrische teksten. In deze teksten waren de Gaya
Maretan en zijn volk de eerste Mazdayasnians= Mazda aanhangers, de aanbidders
van God= Mazda. Het woord ‘Mazda’ wordt gerelateerd aan het Sanskriet ‘Medha’
de betekenis intelligent en wijs. Het woord Mazda werd gebruikt om God, de
schepper, door wijsheid, de Goddelijke gedachte. Mazda=God.
Paoiry-Tkaesha
In de aanhef van de
AvestPaoiryo-Tkaesha Farvardin Yasht en de Yasht’s vers 13, 150 vertelt dat
Gaya Maretan en de andere Pre-Zoroastrische Mazdayasni ‘Paoiryo-tkaesha
’beschermers van de oorspronkelijke oude wet werden genoemd. Om de vroege Mazda
eredienst te onderscheiden van de latere Zoroastrische Mazda aanbidding, zullen
we de originele Arische religie, Mazdayasni Paoiryo-Tkaesha- noemen.
Ahura-Tkaesha
De Farvardin Yasht's verzen 89 & 90, vermelden dat in
de Arische geschiedenis, Zarathushtra de Ahura-Tkaesha, de wetten van de
Heer (Ahura) verkondigde. Het woord 'Mazda' was gerelateerd aan het creatieve
aspect van de godheid en als de ultieme uiting van wijsheid, het woord
'Ahura' als heerschappij over de schepping door middel van orde en wetten, die
zijn aangeboren in elk deel en deeltje van de schepping (cf. Fravashi).
Zarathustra gebruikt deze twee begrippen om een geloof
omschreven als Mazdayasno Zarathustrish Vidaevo Ahura-Tkaesho, dit betekent dat
de Heer (Ahura), een Mazda-aanbidding verkondigt in tegenstelling tot de daeva
wetten. Daeva’s= gevallen engelen, die met Angro Mainyoes de getrouwen ten val
trachten te brengen.
Omdat de pre-Zoroastrische religies Mazdayasni werden
genoemd, hebben veel auteurs verondersteld dat Zarathoestra de hervormer was
van een mazdayasni religie die hem voorafging, in plaats van de stichter van
een nieuwe godsdienst.
Zarathustra en zijn volgelingen hebben gebruik kunnen maken
van eerdere elementen van een eerdere religie of religies, en deze hernieuwd in
het zoroastrisme hebben opgenomen. Denk hierbij aan Ainyahita. Maar de radicale
aard van zijn leer ongeacht het gebruikelijke woord voor goddelijkheid, dat
verschillend beleefd werd, was het al moeilijk genoeg om naar Zarathustra
luisteren.
Er zijn nog andere reden om aan te nemen dat Zarathustra een hervormer was.
Zijn concept van een Mazdayasni was heel anders dan de vorige begrippen als
Mazdayasni. Er
is een verklaring voor deze beweringen:
While
Zarathushtra may have used previous concepts and while his followers may have
incorporated elements of a previous religion, or religions, back into
Zoroastrianism, Zarathushtra's teachings were different enough for him to have
initially experienced great difficulty in getting others to listen to him.
Eerste, Mazda-yasni direct vertaald betekent gewoon God
aanbidden in plaats van de naam van een religie. Er was geen onderscheid in
goed of kwaad, alles was een eenheid. In de latere periode werd de werelds
oudste (Zoroastische) monoistische religie door de onderlingen strijd
dualistisch. Dit dualisme is in alle huidige religies die hun bron vonden in het
Zarathustrisme/Zoroastrisme terug te vinden. Belangrijk is dat we weer tot de
eenheid terugkeren, van de naar een alles omvattende eenheid. Zonder de schaduw
te benoemen, blijven we dat doen dan zal deze schaduw er altijd zijn. Kijk naar
de realiteit, de dualiteit heeft tot op heden veel verwarring, scheiding,
onrust, en oorlogen gebracht!
Het Heilige boek Avesta van Yashts, evenals delen van
andere Avestan boeken, geven ons aan dat de pre-Zoroastrische Mazdayasni
overtuigingen, vergelijkbaar zijn met de overtuigingen uit het Oude Testament
van de christelijke Bijbel.
Zie ook de prehistory van de zoroastrian religie.
Het vaderland van de Ariërs, of Arisch land heette Airyana
Vaeja of Airyanam Dakhyunam in de Avesta en Arya Varta in de Veda’s.
De boeken van de Avesta, alsmede de Pahlavi teksten, zoals
de Bundahishn, vertellen ons dat Airyana Vaeja het Arische vaderland, waar
Zarathoestra’s vader woonde (20.32) en waar Zarathoestra zijn overtuigingen
uitsprak.
In de tekst zijn ook de naburige landen opgenomen. Deze
verwijzen samen naar de bodemgesteldheid en het weer in Airyana-Vaeja, het
geeft ons aanwijzingen over de locatie van het oorspronkelijk Arisch vaderland,
alsmede informatie over de Arische mensen en hun buren en relaties.
De oudste vermelding van het vaderland vinden we in het
hoofdstuk van de Avesta dat de meest intieme kennis van Zarathustra en zijn
eerste volgelingen weer geeft. De Farvardin Yasht (hfdst.10 van het boek van
Yasht) De yashts lijsten van namen van personen die de eerste toehoorders en
leraren van Zarathoestra’s leer waren in Airyana Vaeja. (De zogenaamde Airyanam
Dakhyunam in de Yasht)
Naast de inwoners van Airyana Vaeja, zijn sommige van de
eerste toehoorders van aangrenzende landen. De Farvardin Yasht (13,143 en 144)
deze noemt 4 gebieden: Tuirya (Turan) Sairima, Saini en Dahi. Latere teksten
vertellen ons dat de grens tussen de Arische natie en Turan de Oxus of UMA
Darya rivier was, deze loopt van de Pamirs naar het Aralmeer.
Bij de latere toehoorders “en docenten” wordt vermeld
koning Vishtasp (13,99) Hoewel latere teksten vermelden dat Vishtasp koning was
van Bakhdi, nu, vandaag de dag Balkh in Noord Afghanistan. In de Farvardin
Yast, word Bakhd niet in de lijst van naties vermeld. Latere teksten echter
zeggen dat in een aanvulling op Airyana Vaeja, Zarathustra’s verspreiding van
de boodschap in Bakhdi/Balkh, Zarathustra gedood werd door een Turanian. Het is
mogelijk dat de naam Bakhdi later is toegevoegd.
In latere teksten is de UMA Darya rivier de grens van het
oude Bakhdi. Een deel van de UMA Darya rivier loopt ten Noorden van het huidige
Balkh. Balkh is direct ten Zuiden van Samarkand over een Oost-Oostverbinding
van de Pamir bergen. Samarkand en Balkh zijn een van de eerste landen die
vermeld staan in de Avesta de Vendidad. In de Vendidad worden alle gebieden
genoemd, ook het huidige Iraanse plateau.
Zarathoestra gebruikte de in zijn geheugen opgeslagen
wijsheden voor het onderwijs, doormiddel van hymnen genoemd de Gatha’s. De
Gatha’s vormen de kern van de Avesta. Aanvullingen gingen door Zoroastrian
conform deze traditie. Wanneer priesters werden ingewijd in de Godsdienst,
hadden zij de taak om de Avesta, met name de Gatha’s en de liturgie te
onthouden. Deze methode bleek zeer effectief te zijn, bij het behoud van de
leer. Want wanneer de taal van het reciteren (voordragen, opzeggen) door de
mensen veranderde, veranderde de betekenis van de woorden en ging verloren,
zodoende kon de mondelinge traditie staven op oude waarheden.
Zend:
Na scheiding van de groepen, Indo-Ariërs en de Indo-Veda’s, werd het Avestische
canon dat was samengesteld uit Oost-Arische dialecten gesloten. Na de kloof,
werden aanvullingen op de Avesta in de vorm van verklaringen, interpretaties en
commentaren in combinatie met het Avestisch heilig schrift Zend of Zand
genoemd. Het zend of Zand, werd samengesteld in talen die voerbaar waren na de
omverwerping van de Macedonian heerschappij van Alexander de Grote door de
Parthen. Deze commentaren werden in een relatief moderne taal geschreven te
noemen het Pahlavi of midden Perzisch, de taal van Perzië en Iran uit de 2e
tot de 7e eeuw van onze jaartelling
Pogingen om de mysteries van de
zoroastrians te ontgrendelen
De Zoroastrian geschriften en commentaren in de Avesta
‘Zend’ zijn blijven bestaan door toedoen van de priesters die de passages in de
oorspronkelijke taal hadden onthouden. Niettemin zijn er 1700 opgeslagen
teksten verloren gegaan. Wat bleef waren de opgeslagen teksten en ruwe
vertalingen van vorige vertalingen. Deze vertalingen zijn beïnvloed door de
adviezen van hun dag.
Rond de tijd dat Westerse reizigers en schrijvers werden
geconfronteerd met handgeschreven manuscripten van de Avesta, waren filologie
en taalkunde disciplines. Westerse geleerden begonnen enthousiast te
reconstrueren en vertaalde de tekst. Hoewel er aanzienlijke vooruitgang is
geboekt in het blootleggen van de betekenis van de Avestische teksten, is er
nog steeds grote onenigheid over de betekenis van de vele Avestische woorden en
passages. We kunnen nooit terug naar de ware betekenis en de wijsheid van de
oudere passages.
( Ik ben een aanbidder van
Mazda/God)
pre-Zoroastrian Aryan Godsdiensten
De informatie bronnen over de pre-Zoroastrische Arische religisch
zijn de Zoroastrische en Hindoeistische geschriften: de Avesta en de Veda’s
respectievelijk de Midden Perzische Zoroastrische teksten van de dichter
Ferowsi’s, de Shahnameh.
De beschrijving van de oude Arische religies, de namen van
hun goden, en de groepen die hen aanbaden, zijn niet in deze informatie
omschreven. Echter bij het lezen van de teksten, komen sommige
gemeenschappelijke thema’s naar voren, thema’s die ons in staat stellen om de
vroege Arische religieuze overtuigingen, gewoonten en groeperingen te kunnen
begrijpen, evenals de relatie tussen de verschillende Arische groepen.
Afbeelding: Gevechten tussen de deva's en asura's. De kosmische
oorlogen tussen de goden waren symbolisch voor de aardse oorlogen tussen de
twee groepen.
Bekeken worden drie primaire pre-Zoroastrian Arische in de
bronteksten genoemde godsdiensten:Mazda aanbidding, daeva of deva aanbidding en
asura aanbidding.
1. Mazda aanbidding
Mazdayasni
In de Avesta boek van Yashts, vers 13.87 van de Farvardin
Yasht, en evenals in de Perzische Denkard op 3.35: vermelding van Mazda, God
werd aanbeden door de Ariërs ten tijde van de eerste Arische koning Gaya
Maretan. Met andere woorden vanaf het begin van de Arische geschiedenis. Deze
verklaring wordt bevestigd door de dichter Ferdowsi’s epos, de Shahnameh, en
door de Midden Perzische Zoroastrische teksten. In deze teksten waren de Gaya
Maretan en zijn volk de eerste Mazdayasnians= Mazda aanhangers, de aanbidders
van God= Mazda.
Het woord ‘Mazda’ wordt gerelateerd aan het Sanskriet
‘Medha’ de betekenis intelligent en wijs. Het woord Mazda werd gebruikt om God,
de schepper, door wijsheid, de Goddelijke gedachte. Mazda=God.
Paoiry-Tkaesha
In de aanhef van de
AvestPaoiryo-Tkaesha Farvardin Yasht en de Yasht’s vers 13, 150 vertelt dat
Gaya Maretan en de andere Pre-Zoroastrische Mazdayasni ‘Paoiryo-tkaesha
’beschermers van de oorspronkelijke oude wet werden genoemd. Om de vroege Mazda
eredienst te onderscheiden van de latere Zoroastrische Mazda aanbidding, zullen
we de originele Arische religie, Mazdayasni Paoiryo-Tkaesha- noemen.
Ahura-Tkaesha
De Farvardin Yasht's verzen 89 & 90, vermelden dat in
de Arische geschiedenis, Zarathushtra de Ahura-Tkaesha, de wetten van de
Heer (Ahura) verkondigde. Het woord 'Mazda' was gerelateerd aan het creatieve
aspect van de godheid en als de ultieme uiting van wijsheid, het woord
'Ahura' als heerschappij over de schepping door middel van orde en wetten, die
zijn aangeboren in elk deel en deeltje van de schepping (cf. Fravashi).
Zarathustra gebruikt deze twee begrippen om een geloof
omschreven als Mazdayasno Zarathustrish Vidaevo Ahura-Tkaesho, dit betekent dat
de Heer (Ahura), een Mazda-aanbidding verkondigt in tegenstelling tot de daeva
wetten. Daeva’s= gevallen engelen, die met Angro Mainyoes de getrouwen ten val
trachten te brengen.
Omdat de pre-Zoroastrische religies Mazdayasni werden genoemd, hebben veel
auteurs verondersteld dat Zarathoestra de hervormer was van een mazdayasni
religie die hem voorafging, in plaats van de stichter van een nieuwe
godsdienst.
Zarathustra en zijn volgelingen hebben gebruik kunnen maken
van eerdere elementen van een eerdere religie of religies, en deze hernieuwd in
het zoroastrisme hebben opgenomen. Denk hierbij aan Ainyahita. Maar de radicale
aard van zijn leer ongeacht het gebruikelijke woord voor goddelijkheid, dat
verschillend beleefd werd, was het al moeilijk genoeg om naar Zarathustra
luisteren.
Er zijn nog andere reden om aan te nemen dat Zarathustra een hervormer was.
Zijn concept van een Mazdayasni was heel anders dan de vorige begrippen als
Mazdayasni. Er is een verklaring voor deze beweringen:
Eerste, Mazda-yasni direct vertaald betekent gewoon God aanbidden
in plaats van de naam van een religie. Er was geen onderscheid in goed of
kwaad, alles was een eenheid. In de latere periode werd de werelds oudste
(Zoroastische) monoistische religie door de onderlingen strijd dualistisch. Dit
dualisme is in alle huidige religies die hun bron vonden in het
Zarathustrisme/Zoroastrisme terug te vinden. Belangrijk is dat we weer tot de
eenheid terugkeren, van de naar een alles omvattende eenheid. Zonder de schaduw
te benoemen, blijven we dat doen dan zal deze schaduw er altijd zijn. Kijk naar
de realiteit, de dualiteit heeft tot op heden veel verwarring, scheiding,
onrust, en oorlogen gebracht!
Het Heilige boek Avesta van Yashts, evenals delen van
andere Avestan boeken, geven ons aan dat de pre-Zoroastrische Mazdayasni
overtuigingen, vergelijkbaar zijn met de overtuigingen uit het Oude Testament
van de christelijke Bijbel.
2. Daeva of Deva aanbidding
Opmerking: De woorden Deva(Vedische Sanskriet), Daeva(Avestan
Oude Iraans) en Div(Midden en modern Perzisch) worden in het algemeen beschouwd
als varianten van hetzelfde woord, worden op soortgelijke soortgelijke wijze
toegepast, maar er zijn momenten dat ze verschillende betekenissen hebben.
Deva: de Deva zijn goden van de Hindoe geschriften.
Interpretatieproblemen
Het is waarschijnlijk
dat de daeva s ooit de "nationale" goden waren van pre-Zoroastrians
de Mazdayasnians. Hoewel met het getuigenis van de Gathas, waar de daeva s,
hoewel afgewezen, waren het nog steeds blijkbaar goden was het een conflict
tussen twee groepen van de daeva’s en de asura’s, dus ook in conflict met Ahura
Mazda en ahura’s in het algemeen.
Een Daeva is in de Avestische taal een wezen van stralend licht, een boven
natuurlijke entiteit met aangename kenmerken.
This
essential contradiction has yet to be conclusively explained. Deze essentiële
tegenstrijdigheid is niet overtuigend uit te leggen.Given the fragmentary and
discontiguous information in the sources, it is an extremely difficult issue. In het algemeen, is de afwijzing van
de daeva’s gekoppeld aan de hervorming van Zarathoestra. Na de scheiding van de
Oer-Ariers. Indo-Ariers/Iraan-Ariers.
In vergelijking met het Vedische gebruik
De Indo-Arische Deva is thematisch anders in vergelijk tot
de Avestische Daeva. In de Rig-veda (10.124.3), zijn de deva’s de jongere
goden, constant in een concurrerende strijd met de asura’s, de oudere goden.
Dit thema wordt namelijks in de Iraanse teksten ook gebruikt. De daeva in
conflict en verzet tegen Ahura Mazda en ahuras. Dit is de taalkundige
overdracht van de Vedische “s”en de Iraanse “h”(Ahura tot Asura), zoals in de
etymologie van het woord “hindoe”, en Sindhu.
De Zoroastrische ahura (opnieuw verwant aan de Vedische
asura’s) zijn slechts vaag gedefinieerd. Ook van het gebruik van asura in
de Rig-veda is onsystematisch en inconsequent. En het kan nauwelijks worden
gezegd het bestaan van een categorie goden tegen de Daeva’s waren te
bevestigen. Inderdaad wordt de Rig-vedische deva verscheidende malen toegepast
op de meeste goden, waaronder veel van de asura’s. Deze verwarring kan
voortkomen uit de historische oorsprong van zowel Zoroastrische en Vedische
cultuur, die een zeer gelijkaardige ccultuur en taal hadden, ze waren namelijk
verwanten Ariërs. Pas later zou er een scheiding ontstaan.
Bovendien vond de demonisering van de asura’s in India en de demonisering van
de daeva’s in Iran plaats. Zo kunnen de daaraan verbonden kenmerken niet
gebonden worden aan de Indo-Iraanse dialecologie.
3. Asura aanbidding
De Rig-veda of andere hindoeïstische religieuze geschriften
noemen een reeks godheden drager van de titel asura.
Het woord Asura is de Vedische equivalent van de Avestische
Ahura. In de Avesta, is dit God of Mazda.
Het is relevant om op te merken dat in de oudere Veda, de
Rig-veda, de term asura of heer wordt gebruikt (zoals in de Avesta) voor
individuele goden en voor mensen. Maar nooit voor een groep van goden. Met
andere woorden, asura is niet als een soort halfgod te defineren. Het is eerder
een titel. In de Rig-Veda wordt de term deva gebruikt voor zowel individuele
goden en de groep van deva (visve devah). Met andere woorden, wordt deva
gebruikt als titel – een superieure God – en zoals de naam voor de groep goden.
Sommige goden met de titel asura wworden ook wel aangeduid als deva. Deze
nomenclatuur veranderingen in de latere Vedisch teksten, waar het woord asura
wordt gebruikt als titel en als de naam van een groep goden, die zich had
ontwikkeld tot demonen.
Er is een aanzienlijk verschil in de manier waarop asura’s
worden behandeld in de oudere en jongere Vedische teksten en het verschil kan
ons helpen begrijpen van de manier waarop het Arische religies zijn
geëvolueerd.
In de vroegere Veda’s wordt gezegd dat de deva’s en asura’s
zijn geboren uit een gemeenschappelijke ouder, maar de asura’s waren de oudere
(purva-deva) en de sterkere broers en zussen en verdiende meer respect dan de
deva’s.
In de latere vedisch teksten te beginnen met de Atharva
Ved, worden de asura’s in het meervoud als een groep van goden vernoemd. Het is
dan ook in deze teksten dat de asura;s worden afgeschilderd als zijnde de
tegenstelling staand tot de deva’s. Bij conflicten tussen de twee, zouden de
asura’s altijd zegevieren. De deva wonnen echter toen zij een list verzonnen
door de hulp van een weldoener/bedrieger zoals Vishnu.
In de post vedische teksten zoals de Bhagavad-Gita, Purana
en Itihasa, worden de asura getransformeerd en behandeld als een groep demonen
die de ondeugden bezaten van hoogmoed, arrogantie, verwaandheid, woede,
ruwheid, en onwetendheid Gita 16.4) In de Brahmana teksten, zijn de asura’s
vijandig en met de veda’s voortdurend in conflict.
Maar opmerkelijk is dat de asura’s van de vroegere teksten
niet mogen worden beschouwd als demonen. In een latere tekst, de Upanishad,
krijgen de asura’s het nieuwe karakter van asura= niet-god.
Het spreekt voor zich dat de verandering in de manier
waarop de asura’s werden waargenomen door de deva aanbidders. Nauw parallel
loopt met de veranderingen in de betrekkingen tussen de asura en deva
aanbidders. Erkend wordt dat in de vroege jaren de asura aanbidding
voorafgegaan is aan de deva aanbidding de asura aanbidders de dominante groep
waren.
De asura’s zijn opgernomen in de Zoroastrische Avesta als engelen
(fereshtes of Yazatas). De namen van de Yazatas zijn ook de namen voor
kernwaarden en idealen. Bijvoorbeeld trouw, betrouwbaar, zorgzaam, en
vriendelijk, vriendschap, en de kwaliteiten van vriendelijkheid,
hulpvaardigheid, en welwillendheid, en het behouden van beloftes.
Verschillen tussen Deva & Asura aanbidding
In zijn boek, The Hymns van Atharvan Zarathushtra, Jatindra
Mohan Chatterji noemt de Rig Vedische devas zichtbare goden en asura de
onzichtbare goden. Met andere woorden waren de deva zoals Indra
antropomorfe en in staat van representatie als idolen, terwijl de asura zoals
Mitra waren, voor het grootste deel, niet-antropomorfe en vormloos.
In de Rig Veda, zijn de deva-aanbidders voorstanders van de
natuurverschijnselen en de uitoefening van de kracht en macht, terwijl de
asura-aanbidders voorstanders waren van de oprichting van een morele en sociale
orde. Bijvoorbeeld, de deva Indra is bewaker van het weer en de
overwinning in de strijd verdienen de titel sahasra-mushka, 'degene met duizend
testikels' (Rig Veda 6.45.3), terwijl de asura, Varuna en Mitra zijn de
bewakers van de kosmische en morele wetten van rita (cf. asha ).
In de universele wetten van het Zoroastrianisme de De
universele wetten van Asha regeren en te brengen om de geestelijke en materiële
bestaansvormen. Dat de universele wetten van Asha beschikbaar zijn, door middel
van individuele keuze, om goedheid te brengen aan menselijke gedachten, woorden
en daden.
In de Rig Veda (4.42.1-6), toen Varuna verklaart,
"Ik, Varuna, ben de koning, eerst voor mij werden benoemd de waardigheden
van asura, de Heer, ik laat het druipende water opstaan, en door RTA ik.”
verdediging van de hemel. " Indra antwoordt, "Mannen die snel
rijden, het hebben van goede paarden, roep me wanneer omringd in de strijd. I,
de overvloedige Indra, provoceren strijd. Ik dwarrelen het stof, mijn kracht is
overweldigend .... geen goddelijke macht kan me controleren - Ik ben wie
onaantastbaar Als ontwerpen van Soma, toen liedjes mij waanzinnige hebt
gemaakt, dan zijn zowel de onbegrensde gebieden zijn gevuld met angst.
". Het gericht aan Varuna hymnen zijn meer ethische en devote van
toon dan de anderen, en vormen de meest nobele of high-minded gedeelte van de
Rig Veda.
Als de eigenschapen van de goden weerspiegelen de waarden
van de aanbidders, dan voor asura aanbidders het opbouwen en onderhouden van
een vreedzame samenleving op basis van wet en orde was een
prioriteit. Voor de deva aanbidders, zou de prioriteit zijn van de
uitoefening van de macht door macht en angst.
Terwijl in de Rig Veda zowel goden en hun respectieve bondgenoten worden
aanbeden, heeft aanbidding van Indra en deva duidelijk voorrang. Het
grootste aantal Rig Vedische hymnen zijn toegewijd aan Indra - bijna 250 op een
totaal van 1028. Agni, een asura, wordt ingeroepen in ongeveer 200 hymnen,
een groter aantal dan het aantal hymnen gewijd aan Varuna.
In het boeddhisme worden de asura gezien als de mindere goden die nooit
tevreden zijn en die continu streven naar beter zelf.
Zoroastrisme streven continu naar verbetering naar excellentie als
een fundamenteel doel van het leven.
De kenmerken die aan de deva's en asura's weerspiegeld wat overtuigingen de
heersers en hun ondersteunende priesters wilden bevorderen in de
samenleving. Het ideaal van continu streven naar verbetering van jezelf
zou hebben bevorderd ambitie onder het gewone volk, terwijl sommige heersers en
priesters misschien gedacht hebben dat het meer wenselijk om de tevredenheid of
berusting te bevorderen om je lot in het leven - een leven dat was goddelijk.
Heersers en priesters zo geneigd zou hebben bevorderd deva aanbidding die het
kastenstelsel in plaats van Asura aanbidding die zag werken om zichzelf te
verbeteren als een deugd en niet als een zonde inbegrepen.
Heersers en priesters waren meer geneigd in een deva
aanbidding om daarmee het kasten stelsel te bevorderen. In plaats van
asura aanbidding, daar zag men het werken aan zichzelf het verbeteren van
zichzelf als een deugd en niet als een zonde.
Zoals in ons voorbeeld hierboven, de verschillen tussen wat de deva's en asura
vertegenwoordigd werden verschillen in de kern overtuigingen, waarden, de aard
van de mens, en de organisatie van de samenleving. Deze verschillen lijken
sterk genoeg om een diepe
maatschappelijke kloof te produceren te
zijn geworden - een schisma - met de deva aanbidders aan de ene kant, en de
asura en Mazda aanbidders aan de andere kant. De Mazda aanbidders waren de
Iraanse-Ariërs, worden de deva aanbidders algemeen gezien als zijnde Indiase-Ariërs
hoewel zij had kunnen zijn een van de niet-Iraanse groepen.
Asura in Mazda en Zoroastrianisme
Sommige van de asura's, zoals Mitra, zijn opgenomen
in de Zoroastrische geschriften, de Avesta, als engelen (fereshtes of Yazatas)
en voogden of heren (ahuras / asura's) van de kern Zoroastrische waarden en
idealen.
In de Avesta, de namen van de Yazatas zijn ook namen voor kernwaarden en
idealen. Bijvoorbeeld, als een engel in de Avesta, Mithra is de hoeder van de
waarden en kwaliteiten geassocieerd met vriendschap. In dag-tot-dag taal,
Mithra betekent een vriend, de idealen van trouw, betrouwbaar, zorgzaam en
vriendelijk vriendschap en de kwaliteiten van vriendelijkheid, hulpvaardigheid
en welwillendheid. Als kernwaarde Mithra is de waarde van het houden van
beloftes.
weten niet of de opname van asura aanbidding in Mazda eredienst plaatsvond
vóór, tijdens of na Zarathoestra's tijd. In de hymnen van Zarathustra, Gathas,
doet Zarathushtra niet geschikt of nemen de asura's op de manier die we zien elders
in de Avesta. Inderdaad, afhankelijk van de interpretatie van de Gathas wordt
gelezen, Zarathushtra kan worden gezien als preken een compromisloze
monotheïsme. Ongeacht de interpretaties die in overvloed, de Avesta als
geheel samen met het Midden Perzische literatuur en Ferdowsi's De teksten
zijn een opslagplaats van een rijke erfenis bestaande uit enkele van de
vroegste literatuur en geschiedenis bekend aan de mensheid - een geschiedenis
verweven met de verwijzingen naar de asura's en daevas.
Bronnen:
De informatie bronnen over de pre-Zoroastrische Arische religisch zijn de
Zoroastrische en Hindoeistische geschriften: de Avesta en de Veda’s
respectievelijk de Midden Perzische Zoroastrische teksten van de dichter
Ferowsi’s, de Shahnameh.
www.universelevrede.nl
Auteur: Antoinette Meesters
De Avesta, deel 2
De Avesta
Bij de Parsen in Surat
vond Anquetil Duperron, die zich in 1755 als gewoon soldaat door de Indiase Compagnie
had laten aanwerven ten einde in India oude handschriften te kunnen verzamelen,
de Pehlevi-Zend-Avesta, die hij in 1761 naar Europa bracht, samen met een paar
latere Indiase dichtwerken van de Zend-Avesta; de Bundehesh en de Dinkhard, die
een zeker overzicht over de verloren gegane gedeelten van de oorspronkelijke
Avesta verschaffen en in zekere andere gedeelten een goede aanvulling voor de
ons tot nu toe bekende brokstukken van de Avesta vormen.
De Zarathoestrische-Iraans-Perzische literatuur is geïnspireerd
geweest door de geestrijke leringen in de Zend-Avesta die betrekking hebben op
de schepping van hemel en aarde, de gedachte van het eeuwig leven, het herstel
en de opstanding van de mens en de vereffening of transmigratie, en die de weg
wijzen naar de enige poort waar de mens doorheen moet gaan om de majesteit en
de heerlijkheid van de Heer God Mazda deel te hebben.
Terwijl de overige wereld destijds tevreden was met de
lagere hartstochten van de menselijke lichamelijkheid en roof en oorlog, blikte
het Avestisch-Iraans-Perzische gedachteleven in de toekomst en zocht het naar
mogelijkheden van vooruitgang in de richting van de volmaaktheid en van het
eeuwig leven.
De belangrijke Zend-Avesta geschriften bestonden uit 2 op
perkament geschreven delen, die in het Iraans-Perzisch gebied in de stevig
versterkte gewelven van een Iraanse tempel werden bewaard, en als een kostbare
schat werden behoed en beveiligd voor de afgunst van andere stammen.
Als leerling van de Griekse filosoof Aristotoles wis Alexander
de Grote af van deze schat. Hij besloot deze schat, om deze bron van weten en
wijsheid naar Griekenland te halen. Met de verovering van Perzië zou hij in het
bezit van de beide exemplaren van de Zend-Avesta zijn gekomen.
Volgens de overleveringen, bracht hij één exemplaar naar
Athene, en om de Perzen voor altijd van de schat te beroven, liet hij het
andere exemplaar in Ekbatana verbranden. Ook is het mogelijk dat Alexander
slechts in het bezit van één exemplaar kwam, en voor het andere de geruchten liet
verspreiden als zij dit exemplaar vernietigt. Natuurlijk hadden de behoeders
van dit ene exemplaar geen behoefte om zijn uitspraken tegen te spreken.
In Athene werd de Avesta nu de hoofdzaak bij de studie aan
de hogeschool en hij verschafte de Grieken filosofie en cultuur nieuwe impulsen
en eek een nieuwe richting die in het Syncretisme, in de Gnosis en in het
Neo-Platonisme tot uiting kwam en die zijn hoogtepunt bereikte in de grote
ommekeer op religieus gebied met het optreden van Jezus.
Later moet dit exemplaar van de Zend-Avesta van Athene naar
de bibliotheek van Alexandrië in Egypte zijn gebracht, alwaar hij het
middelpunt van alle studies vormde, dus ook voor Jezus, toen deze zich voor
studie in Alexandrië ophield. Met de bibliotheek brand bij de verovering van
Alexandrië door de Arabieren in 640 na Chr. Ging dit exemplaar van de
Zend-Avesta verloren. Ten gevolge van de verovering van Perzië door Alexander
de Grote werd het Perzische rijk na diens vroegtijdige dood in stukken verdeeld
en de hoge Perzische cultuur geraakte in verval. Maar een paar eeuwen later
ontstond er in het rijk der Perzen onder de Sassaniden (226-642 na Chr.) een
hernieuwde opleving, waardoor het weer tot grote bloei kwam.
De nog voorhanden zijnde gebleven resten, brokstukken en oorkonden
van de 21 Avestaboeken werden verzameld, herschreven en vertaald in het
Pahlevi, de Midden-Perzisch-Iraanse taal en die vormden in Perzië en ook n het
Westen, voor zover de Perzische invloed daar doordrong de grondslag voor een
nieuwe cultuurperiode. Bij het herschrijven en het vertalen zijn de zuivere
Zarathoestrische gedachtegangen van de óórspronkelijke Avesta min of meer
verloren gegaan en zo drong de invloed van de gedachtegang van het Syncretisme,
de Gnosis en het Neo-Platonisme zich op de voorgrond, zodat men hier wel
rekening mee moet houden bij de beoordeling van dit nieuwe Perzische geschrift.
Ook na de Sassanidische tijdsperiode moest de opnieuw
verschenen Zend-Avesta heel wat gevaren trotseren, toen de inval van de
Mohammedaanse Arabieren in 664 na Chr. De Zarathoestrisch-Iraans-Perzische
religie onderdrukte en hun tempels en andere cultuur plaatsen verwoestte. Een
deel van de Perzen emigreerde naar India, bleef het Zarathoestrisme trouw en
legde de grondslag voor de nu nog bestaande Parsen-gemeenten, hoofdzakelijk in
Bombay en Surat. Deze Perzen namen de delen van de Zend-Avesta, die hun nog
waren overgebleven, mee. Het belangrijkste deel ervan de Vendidad, dient nu nog
altijd als een leidraad, waar ze zich aan vast houden, zodat zij tegenwoordig
tot de intelligentste en de meest onderneming lustigste stammen van India
behoren, terwijl de naar de noordelijke Perzische provincie Mazanderan
geëmigreerde Avesta-Perzen geleidelijk aan het uitsterven zijn.
Wanneer we de gedachten gang van de Avestanen of het
Zend-volk in Oost-Iran en Kaukasus, terug vervolgen danis er op een gegeven
moment onder de bezielende leiding van wijze mannen, een verandering ontwaakt
in het denk patroon van de mens. Er is een begin ontstaan waarin het
Monotheïsme een belangrijke plaats is gaan innemen.
Wanneer iemand onder zijn herkomst wenst na te gaan, dan
keert hij/zij terug naar de bron van ons jongste zijn naar dit jongste volk dat
de bakermat is van ons bestaan. En wanneer we deze basis in ons zelf herkennen,
eerst dan kunnen we voortgaan in onze evolutionaire ontwikkeling.
We gaan inzien dat de mensheid, in de bron aan elkaar
gelijk is.
Zo ook komen we bij de ontwikkeling van religie, aan elke
religie moet een voorafgaande zijn geweest. Waarbij alle grote leraren hebben
begrepen dat zij alle er aan God moesten geven, welke ‘naam’ zij de
Oerschepper, de Oerintelligentie, ook gaven.
Elk mens is een individualiteit, en draagt als volwassene
de eigen verantwoordelijkheid mee als mens. Maar momenteel zijn er zuivere religieuze
wetten en geboden nodig, zodat deze ons kunnen leiden en wij er ons aan kunnen
vasthouden als een basis in ons leven. Met als doel gemeenschappelijk en
individueel aan een toekomst te kunnen bouwen.. Om uiteindelijk iedere
verbondenheid los te laten, die ons met uiterlijkheden en verschillen gevangen
houdt. Om uiteindelijk die band van inzicht en herkenning te gaan ervaren die
ons allen, met elkander verbind.
Veranderingen, brengen verwarring en moeilijkheden. Kom
elkaar tegemoet, individueel, nationaal, internationaal als inter-planetarisch,
zodat we van elkaars ervaringen kunnen leren, eerst dan kan er vrede ontstaan
en wederzijds begrip en tolerantie.
Ainyahita
Aredvi Sura Anahita, is de Avestaanse naam van
Ainyahita, vereerd als goddelijkheid van het water en daarmee ook geassocieerd
met bodemvruchtbaarheid, genezing en wijsheid. Vrouwe van de wateren. Zoals een
godheid Aredvi Sura Anahita is van enorme betekenis voor de Zarathoestriërs.
Ainyahita is de godheid voor wie de Yasna service- de
eerste daad van aanbidding- is gericht. (zie Ab-Zohr) De Zoroastrians hebben
eerbied voor het water en passen deze eerbied toe bij vele dagelijkse
handelingen.
In de Bundahesh worden Ainyahita vermeld als
“Ardwisur Anahid” De twee namen worden onafhankelijk van elkaar behandeld zoals
gezegd: Ardwishur, als vertegenwoordiger van de wateren, en Anahid wordt
geïdentificeerd met de planeet Venus. Het water van de meren en alle zeeën vinden
hun oorsprong met Arswishur. “Anahid i Abaxtari” dit wilt zeggen: Planeet
Venus. In een andere hoofdstuk spreekt men dan “Arwishur die Anahid,de vader en
de moeder van het Water.
Wanneer we naar de oorsprong van de huidige Mazdaznan
speuren, dan gaan we ver terug tot in de oertijden, en stoten we op Ainyahita,
de overleveringen volgend, leefde zij op de hoogvlakten van Tibet ca. 9600
voor Christus. Zij weide de kudden, van koning Ragata haar vader, een koning
over een omvangrijk gebied. Zij koos bewust voor het leven in eenzaamheid
omgeven door de hoogste toppen van de Himalaya. Hier kwam de natuur tot haar en
nam zij alle pracht en heerlijkheid in zich op.
Door deze omstandigheden, had zij de mogelijkheid om de
natuur die haar omgaf goed te bestuderen.en de oerbron van alle scheppingen te
doorvorsen, om de oergedachte aan haar stamverwanten te kunnen openbaren.. Door
haar precieze kijk naar de verschillende verschijningsvormen van de
natuur, doken er steeds weer vragen in haar op, die zij in ontelbare
tweegesprekken met haar God en Heer, Ahoera Mazda stelde. Door dit twee
gesprek kon Ainyahita zich vele waardevolle informatie in haar opnemen. Deze
wijsheden waren zo waardevol dat zij voor haar nakomelingen deze op leiplaten
neerschreef, zoals men zegt. Afschriften van vele duizenden van deze leiplaten
liggen veilig bewaard op bepaalde plekken in de Gobi-woestijn, in de Tibetaanse
berg ketens en elders.
Zarathoestra verzamelde eeuwen later deze prachtige
wijsheden en hij riep de slapende mensheid opnieuw wakker door de wijsheid van
Ainyahita in de vorm van wetten te verkondigen. Deze als de “Paarlen” van
Ainyahita omschreven werden.waarvan een aantal in de Mazdaznan literatuur
toegankelijk zijn geven een idee van de geestelijke rijkdom aan gedachten van
Ainyahita.. Nog tot vandaag de dag leveren deze documenten van de eerste
Oer-Religie stof voor de religieuze, filosofische en wetenschappelijke wereld.
Er wachten nog ruim honderd van deze paarlen op vertaling in een moderne taal.
Toen professor Haekel, de grootste onder de vertegenwoordigers van de
wetenschappelijke ontwikkelingsleer de Mazdaznan uitgave van Ainyahita’s
paarlen had bestudeerd, zei hij:”Als ik dit eerder had gekend, zou mij dat 40
jaar van onnodig onderzoek hebben bespaard”.
Over haar geboortedag kan men twijfelen tussen 22 mei en 22
juni, haar “paarlen” spreken voor het laatste tijdstip, zodat men met tamelijk
zekerheid 22 juni als haar geboortedag kan laten gelden.
Ainyahita, die leven en eeuwigheid in zich belichaamden en
die dit tweelings paar van de oneindigheid, dat de scheppingskracht in zich
draagt, in één persoon uitbeelde. De scheppingskracht openbaart zich als gevolg
van het doen schudden, schokken en in trilling brengen van het atoom door de
ether. Atoom en ether zijn de twee gelijkwaardige toestanden van de
oneindigheid, waaruit de eindeloze voorraad van elementen met al hun
verbindingen voortkomt en die tenslotte de verschijning van werelden en
wereldsystemen mogelijk maakten.
Daarom staat het vrouwelijke principe op de vroegste
plaats. Het vrouwelijke principe was en is volkomen gelijkwaardig aan het
mannelijke, het verenigde liefde en wijsheid in zich en openbaarde voor altijd
aan de wereld, dat de liefde, die door de wijsheid wordt geleid, de verlossende
macht is, die de bevrijding waarborgt. Liefde is een universeel beginsel, dat
in ieder mensenhart verankerd ligt en dat door de wijsheid moet worden geleid.
Ainyahita heeft ons allen als eerste met haar leven
getoond, dat ieder mens zijn verlossing en redding individueel met werken moet
veroveren, dat het dus helemaal aankomt op de enkeling alleen. Om die enkeling
geestdriftig te maken voor het streven naar volmaaktheid en om hem te bewijzen
dat hij zeker daarin zou slagen, kwam later Jezus als de belichaming van de
liefde en wijsheid.
Tegenwoordig heeft Mazdaznan zich tot taak gesteld diegene
bijeen te zoeken, die de dragers van de boodschap van Ainyahita en als begunstigers
van de Chrystosgedachte de laatste wens van Ainyahita willen helpen vervullen,
namelijk de weg van de emancipatie, de weg van de verlossing te brengen.
Maar er is nog een aspect dat ik onder de aandacht wens te
brengen, het innerlijk leven van Ainyahita of Anahita, was puur, zuiver en vol
liefde. Vol liefde voor haar omgeving. Zij doorzag al op jeugdige
leeftijd uiterlijkheden van haar familie heen. Dit woog haar zwaar op het
hart, maar zij koos voor de stilte van de natuur. Zij koos voor de stilte die
zij innerlijk ervoer en weerspiegeld zag in de natuur.
Wat is stilte? Een ervaring van: vrijheid, vreugde, liefde
voor wat de natuur je schenkt en waarmee je omgeven wordt. Deze omarming, het
gevoel van vrede, dat het goed is zoals het is. Berusting, begrip in de vele
verschillende verschijningsvormen van de schepping.
Door met haar hand, het water te strelen voelde zij liefde,
door bij de kudde van haar vader te zijn, geborgenheid, door de luchten te
bewonderen voelde zij vrijheid, door de aarde te beroeren voelde zij eerbied,
en geborgenheid. Door deze omarming ervaart zij een diepe genegenheid en
eerbied voor haar schepper. Deze liefdevolle verbondenheid, die geen enkel
uiterlijke bevestiging nodig heeft maakte haar ontvankelijk voor de innerlijke
stem van God. Hier worden haar de verschillende kanalen geopend tot
verschijningsvormen die enkel Goddelijk zijn. Zo verbonden en een met de
schepping, zo een met God. Zo ervaart zij de innerlijke voedende genezende en
vruchtbare stromingen gelijk de aardewateren die zij zo lief heeft. Hier krijgt
zij van haar geestelijke ouders, haar blauwe mantel en driekroon. Zij opent de
deuren van haar ziel en treed naar buiten en aanschouwt de zeeën van de wereld,
en het eb en vloed van het leven weerspiegeld in het water. Hemelse muziek
omlijst haar visioen zo prachtig en mooi, en enkel zo in haar eenvoud maar vol
liefde mag zij zijn. Een hemels schepsel, een goddelijke afgezant op
aard.
Zoroaster
Zarathustra/Zarathoestra, pakte het werk van Ainyahita op, en
hij zette naar haar bekentenissen regels en wetten op, bestudeerde zelf de
natuur, en ervaart daardoor openbaringen en tweegesprekken met Ahoura Mazda, en
zijn Engelen die de mensen bijstaan in hun leven en ontwikkelingen.. Temidden
van zijn volk vatte Zrathoestra de Mazda-leer van Ainyahita op om die aan zijn
eigen volken aan te bieden om hen een gelukkig persoonlijk leven, ook in de
gemeenschap, mogelijk te maken. Zarathoestra leerde niet, dat door het goede
denken en door de goede woorden alleen het goede op de aarde was te verwachten,
maar hij stelde daarbij ook de eis van het handelen, de eis van de goede daad.
En daarmee om te beginnen een goede bewerking van de grond.
Hij vergeleek de aarde met een vrouw
(materie-mater-moeder), die haar roeping mist, als haar moederlijke taak
onvruchtbaar en zonder uitwerking blijft. Hij ging zijn volk voor door een
voorbeeldige bewerking van het akkerland en hij toonde de mensen hoe zij dankzij
de in hen aanwezige intelligentie de woestijn in vruchtbaar land zouden kunnen
veranderen. Omdat de gedachte van de ontwikkeling in hem wakker was, begreep
hij dat elk onderdeel van de natuur voor iets nuttigs bestemd is en dat het
steeds kan worden verbeterd. Hij begon planten te bestuiven en te enten en hij
nam verdere maatregelen, die wij vandaag de dag kennen met het doel nieuwe
soorten vruchten, groenten, kruiden, granen en bloemen te kweken door
veredeling; en daarmee bewees hij aan zijn omgeving dat er aan de menselijke
intelligentie, die van oorsprong goddelijk is, geen grenzen zijn gesteld.
De distel, zo kwam het hem voor, was door gebrekkige
verzorging verwilderd. Daarom gebruikte hij zijn waarnemingsvermogen en zijn
ontdekkergeest en veredelde de distel tot de artisjok, die waardevolle stoffen
voor de zenuwen bevat. Het graan had men zo laten verwilderen, dat alle kracht
in de halm schoot en alleen als stro waarde had. Maar hij kruiste verscheidene
van zulke grassoorten, totdat ze tot maïs en tarwe uitgroeiden. De tarwe is
sindsdien speciaal in de westerse wereld, het zinnebeeld van de allerbeste
voeding voor de mensheid geworden, "de staf des levens", het brood
des hemels. Hij kweekte ook druif, het bloed der aarde, hij veredelde de vijg,
de kers, de pruim, de appel en hij schonk de lekkerste smaak en de genezende
werking aan de granaatappel. Uit het madeliefje kweekte hij de aster en de
chrysant. Dit zijn alleen maar een paar van zij vele successen.
Hij legde boomgaarden aan en plantte vruchtbomen, creëerde
een paradijs waar dieren goed konden leven en de mensen van de vooruitgang
konden profiteren. Zelfs heuvels en bergen mochten geen wildernis blijven.
Moraal en ethiek ontplooien zich alleen, als de mensen over ontdekkingen en
uitvindingen gaan denken, omdat zij daartoe de natuur in al haar openbaringen
nauwkeurig moet waarnemen en de ingevingen moeten volgen die bij hen opkomen.
Land- en tuinbouw zijn voor de mensen een noodzaak. Grondveredeling vond hij
het meest belangrijke voor de vooruitgang die hij nodig achtte. De aarde kreeg
de gelegenheid om al haar krachten en haar schatten te openbaren.
De aarde zo zei hij verheugd zich, als zij haar aangezicht met al deze fraaie
bewerkte tuinen en akkers en de landman zijn schuren vulde.
Zoals de bewerking van de aardbodem de hele aarde gezond
maakt en haar goede eigenschappen en mogelijkheden ten toon spreidt, zo wordt
ook het lichaam van de mens steeds krachtiger en mooier door nuttige
werkzaamheden. Maar de arbeid geeft aan de mens niet alleen goederen maar
bovendien ook gezondheid en vooruitgang als beloning. Zarathoestra schrijft de
mens zuiver voedsel voor.
Hij zorgde ervoor dat er gezonde woningen werden gebouwd en
voor een zuivere omgeving voor de nederzetting. Een Zarathoestrhuis wordt zo gebouwd,
dat op de begane grond een grote hal in het midden ligt; links van de hal en
van de ingang liggen de was-, kleed- en ontvangkamers; dan kwam er een gang,
die op de uitgang aan de achterkant uitliep. Rechts van de hal ligt de grote
huiskamer over de hele lengte van het huis. De keuken ligt er buiten en is door
een aparte gang met het huis verbonden. Rondom de grote hal loopt een
gaanderij, die toegang tot de slaapkamers op de eerste etage geeft.
Elke kamer heft behalve een venster ook een glazen deur
naar buiten. Wie rijk genoeg was versierde de deuren met edelstenen. De
bovenkamers komen uit op een veranda, van waaruit men met een touwladder in het
zwembad kon afdalen om zijn bad te nemen, voordat de zon opkwam. Rondom de
vijver of het zwembad groeiden riet en boomhoge stengels, zodat de
badgelegenheid zelfs bij koele weersgesteldheden warm bleef. Met het baden ging
een nauwgezette huidbehandeling hand in hand.
In ieder huis brandde in de eerste ruimte naast de ingang
het ‘heilig vuur’ om de uit de lucht en de grond komende vochtigheden af te
weren en om de lucht zuiver te houden en bederf en vervuiling tegen te gaan..
De Zarathoestriërs waren van mening dat ziekte alleen bij vocht kon gedijen.
Daarom brandde er in huis altijd wat Baresna-hout, dat aromatisch en zeer hard
is en een heldere vlam geeft. Ieder die er langs liep, legde zo nodig een nieuw
blokje op het vuur.
De plaats van het vuur was zo gekozen dat men het van uit
elk van de boven gelegen slaapkamers kon zien. Het vuur was voor Zarathoestra
niet alleen maar het zinnebeeld van de reinheid, maar tegelijk ook het enige
middel om te voorkoming dat Angro Mainyoes, de geest van relativiteit en van de
tegenschepping, geen gelegenheid krijgt de onwelkome gast van een heilige
huishouding te worden. De warmte van het vuur zorgde voor een behaaglijk
gevoel, de instandhouding van het ‘heilig vuur in de huishoudelijk haard had
ook een hygiënische noodzaak, tot zelfbescherming met de bedoeling. Alles in
het minst oog lopende maatregelen diende ter voorkoming van ziekten.
Zarathoestra gaf nauwkeurige aanwijzingen voor geneeswijze en maatregelen tot
genezing, die alle op het beginsel van de reinheid berustten.
Verontreiniging van het elementenrijk, de atmosfeer, gold als
een regelrechte zonde. Als voornaamste reinigings- en geneesmiddel gold de
‘adem’ die in lied en gebed toepassing vond, ten eerste om te voorkomen, maar
ook om te genezen; Hierbij waren dan ceremoniële houdingen voorgeschreven, die
elk een speciale werking op de organen uitoefenen. Daarnaast waren er
medicinale kruiden en ontsmettingsmiddelen, terwijl het gebruik van een mes bij
operaties of ter opening van de huid slechts als uiterste hulp in nood werd
beschouwd.
Op het gebied van de voeding gelde reinheid en daarom ook
matigheid als hoogstewet. In de Zarathoestrische documenten wordt een vleesloze
voeding geëist en die werd ook in de hogere geledingen van de samenleving,
speciaal door de priesters, zelfs in perioden van verval, gehandhaafd. Geen hoogstaand
of naar het hogere strevende mens gaf zich aan vleesgebruik over. In de
gezinnen nam men alleen vrijdagavonden de maaltijd gezamenlijk. Wat ieder
verder voor zich nodig had, nam hij op zijn kamer. De huismeester bereidde alle
spijzen en bracht ze naar de eetkamer, die altijd op het noorden lag, omdat de
spijzen niet door de zon mochten worden beschenen. Daarvandaan haalde men wat
men nodig had en zette de rest weer terug. Ieder waste zijn eigen eetgerei af.
De hele week werd er dus niet zoveel gewicht gehecht aan het eten, maar alles
concentreerde zich op de gezamenlijke maaltijd rondom de vrijdagavond tafel;
daarna had men tot elf uur bijeenkomsten, want elf is het uur waarop aan alle
heiligen op aarde en elders de gedachte wordt gewijd.
Men vond het een navolgenswaardige daad om vroeg op te
staan, daarom bezat ieder huishouden en toom kippen en een haan die bij het
krieken van de dag de slapers met zijn gekraai te wekken. Precies genoeg rust
om de leden te strekken en de gewrichten te ontspannen. Op deze grond werden de
Zarathoestriërs ook "Baktaren od Baktriërs" genoemd, dwz zij die
vroeg opstaan.
De kleding der Zarathoestriërs stond tot in de verre
omstreken bekend als eenvoudig en ongekunsteld, maar doelmatig en gemaakt op
een manier die aan het innerlijk wezen uitdrukking gaf. Niettemin waren de
kleren mooi en waardevol en zo bleven ze door vererving vaak honderden jaren in
de familie. Al weken voor de Gahambar, hun halfjaarlijkse bijeenkomst, maakte
men de feestkledij gereed, bezette die vaak met edelstenen en men was er trots
op in de Gahambar met eigen gemaakte kledij te verschijnen, welke door hun
kleurenspel aller bewondering oogstten.
Ook de mannen maakten hun kleren zelf. Deze eenvoud
verschafte hun zelfbescherming tegen slechte invloeden die een vernielende
invloed uitoefenen op de ontwikkeling van de opgroeiende jeugd. Het is juist
deze Zarathoestrische gedachte met betrekking tot de economie, voor het
lichamelijke, zowel als voor de familie- en staatshuishouding, die tegenwoordig
duidelijk de algemene belangstelling tot zich trekt en die langzamerhand
iedereen noopt tot de grondbeginselen van het leven terug te keren.
Men hechtte grote waarde aan de religieuze oefeningen.
Waarmee ze zich verzekerden van een systematische ontwikkeling van hun denken
en van alle nog in hen sluimerende talenten.. Zarathoestra wees ook op de
waarde van een goed geheugen en oefeningen die ‘morgens en avonds moeten worden
gedaan.. Over de verhouding tussen beide geslachten golden als volledig
gelijkwaardig en gelijkberechtigd binnen hun eigen gebied dat kwam al van jongs
af aan tot uiting bij de opvoeding van jongens en meisjes.
Jongens en meisjes werden dezelfde plechtigheden in de
gemeenschap als lid opgenomen en ontvingen hetzelfde stemrecht, gelijktijdig
met de kosti-band, het zinnebeeld van de religieuze band, die de hele
Zarathoestrische familie bijeenhoudt als geestverwanten die zich verheugen in
de vriendschap met God.
Man en vrouw verbinden zich als gelijkstaande en
gelijkberechtigde door een onlosmakende overeenkomst tot echtelijke vereniging,
die de wijding van de hele gemeenschap ontving. Nooit werd de vrouw tot een
staat van dienstmeid, slavin of onvrije vernederd. Veeleer was zij de heerseres
van het huis, evenzeer als de man de heer des huize was. De vrouw ontving al
zijn voorrechten en zij deelde met hem de leiding en beheer van het huis. Zij
was het sieraad van het huis.
De taak van de man bij de Zarathoestriërs bestond uit het
door arbeid vergaren van de nodige middelen voor het onderhoud van het gezin.
Hij zorgde voor de buitenkant van de huiselijke haard. Zijn levensgezellin
hield zich dichter bij de innerlijke kant ervan. Zij toonde daar haar
bekwaamheden met haar wijsheid in gezinstaken, ijn de kookkunst, in het
ontwerpen en samenstellen van werk- en feest kledij, in de huishoudelijke
opvoeding van de kinderen en in de aanmaak van gebruiksartikelen die de
huisvlijt bevorderen en het huis eer aandoen.
Ook de geslachtsverhoudingen waren aan de wijze en een met
de natuurwetten overeenstemmende orde onderworpen.
Het belangrijkste deel van de Zarathoestrische
opvoedsysteem vormde de adem en de leer van de verjonging en wedergeboorte.
Alleen diegene die voor een bewuste adem zorgde, kon over
de ‘kinvat-brug tot volledig begrip van zijn innerlijk wezen opstijgen, omdat
de adem de enige manier was en nog steeds is, waarop het lichtzaad zich uit de
ademlucht liet ver garen, en daarvan hangt de verdere uitbreiding van de
hersenfuncties af. De wedergeboorte, het ‘tweede leven’ wordt uit water en
geest geboren, door de levenswateren van de kiemklieren, in samenwerking met de
adem-geest, het pneuma van de Grieken. (dat zowel adem als geest betekent) Met
de zorg voor de adem-en-de-geest moet een consciëntieuze geslachtsverzorging
gepaard gaan. Alleen de wedergeboren mens kan de aangeboren zelfzucht
overwinnen en alleen hij bereikt de ware toestand van religie.
Een verbondenheid met God. De adem (vayoe) en de levenswateren (haoma)
werden en worden in bezielende liederen steeds opnieuw geprezen. Voor de
wedergeborene is het eeuwig leven geen zaak van toekomst meer, want in het
heden is hij zich van het eeuwige leven bewust. Het aardse leven is daar alleen
maar een fase van. De hoge bewustzijnstoestand te bereiken is het doel, dat het
Zarathoestrisme, de oer-religie, aan de mensen voorhoudt, terwijl alle andere
dingen, eten, en drinken, rijkdom en macht eer en aards geluk alleen middelen
zijn op de weg naar het eeuwig geluk, dat ons deel wordt, zodra wij hebben
begrepen wat het eeuwige leven in ons werkelijk is.
Volgens de befaamde oriëntalist Dr.Whitney, die de oude en
de nieuwe godsdienstvormen kritisch heeft onderzocht en wiens oordeel bij de
hele wereld, ook bij de hogere werenschappelijke kritiek als waardevol wordt
erkend, zegt over het Zarathoestrisme: "De Zarathoestrische religie is een
van de voortreffelijkste, die ooit op deze aard zijn verschenen, zowel op grond
van de buitengewone invloed die ze heeft uitgeoefend alsook vanwege de
innerlijke levendige kracht die ze vertoont. Van alle religieuze systemen van de
Indo-europese oorsprong en van de oude heidense wereld is zij de edelste en de
meest bewonderenswaardige wegens de diepte van haar filosofie, van de
geestelijke inhoud van haar beginselen en leringen en van de reinheid van haar
moraal.
Zarathustra ( uitgesproken als: Zarathoestra) vereerde
Ahoera-Mazda, (later samengetrokken tot Ormoezd), de Grote Zonnegeest. Achter
het fysieke gelaat van de zon nam hij het bovenzinnelijke gelaat van het hoogste
Goddelijke wezen waar. Zoals de uiterlijke zon haar levenwekkende stralen naar
de aarde zendt, straalde dit wezen zijn eeuwige scheppende kracht naar de aarde
uit, waarbij het een werkzame mensheid als werktuig voor zijn scheppingsdrang
nodig had. De leer van Zarathustra moet door een grenzeloze verering en liefde
voor de hoge zonnegeest bezield geweest zijn.
Zarathustra was zich tot zijn dertigste levensjaar niet
bewust van zijn grote gave. Het was tijdens de lentennachtevening dat hij, om
water te halen voor de Haoma-ceremonie de ‘Rivier van de Vier Stromen’ inliep
en plotseling een figuur van licht voor zich zag staan op de oever van de
rivier. De figuur riep hem tot zich en bracht hem in tegenwoordigheid van de
gezegende onsterfelijke, en toen ook in de tegenwoordigheid van Ahura Mazda.
Met het Licht van de Heer omgeven, werden hem de geheimen van het Zijn aan
Zarathustra onthuld; van de schepping, de hemelse sferen, van het verleden, het
heden en toekomst. Hij begreep zijn opdracht: Deze heilbrengende wijsheid aan
alle wezens op aarde te brengen.
Na deze wonderbaarlijke ervaring reisde Zarathustra tien
jaar lang door een groot gebied, maar bekeerde slechts enkelen. Op een dag kwam
hij aan het hof van Koning Vishtaspa van Bactrië, bij het naderen van de
monarch, plaatste Zarathustra in zijn handen een stralende vlam, die hem geen
letsel toebracht. Vishtaspa was onder de indruk, maar meer door de woorden van
de profeet. De hofpriesters, astrologen, geleerden en barden waren argwanend en
vijandig. Ze grepen alle mogelijkheden aan om Zarathustra te verwarren, zijn
uitspraken te weerleggen en hem te kleineren, en zorgden ervoor dat hij in de
gevangenis belande. Maar Zarathustra onwankelbaar geloven in zijn innerlijke
verbondenheid met Ahura Mazda. Op zekere dag werd hij bevrijd, nadat hij het
zieke paard van de koninklijke familie, op wonderlijke wijze had genezen. Hij
won de oprechte steun van de koninklijke familie, maar ook van de wijzen. Zijn
leringen zouden zich in Iraan en ver daar buiten verspreiden.
Deze en vele andere symbolische verhalen over het leven van
Zarathustra, vertellen over de verzoekingen en louteringen van
wereldverlossers. Zarathustra was een ingewijde van hoge graad. Volgens de
oosterse mysterietraditie combineerde hij bij zijn geboorte de drie elementen
van een avatarische neerdaling: de khwarr, zijn hemelse glorie die, zoals men
betuigd voor deze incarnatie neerdaalde vanuit de wereld van Licht naar de zon,
naar de maan, de sterren, het haardvuur en in zijn toekomstige moeder. De fravashi,
zijn beschermende en inspirerende ziel, die naar de aarde werd geleid, nadat
deze als gelijke onder de Amesha Spenta’s had verkeerd. De tangohr, zijn
zuivere fysieke substantie die tevoren was toevertrouwd aan de zorg van de
heren van het water en van de planten. Deze drie kwamen tezamen, en hij werd
uit menselijke ouders geboren.
De zelfbewuste mens, de Licht mens, wekt zich zelf op
tot de strijd tegen de moeilijkheden ( de vernietigings gezinde geesten) en zij
herinneren hem aan zijn geestelijk overwicht en richt zich zelf op door de
vrijkomende positieve krachten van het hoger geestelijke. De onbewuste mens
valt ten prooi aan de verleidingen en hij blijft op dezelfde trede van
ontwikkeling staan als de zwarte machten van de duisternis en vermoeid zich
steeds verder in de strijd ermee. Zodat zijn leven geen nutbrengende
ontwikkeling oplevert, noch voor hemzelf, noch voor de gemeenschap.
Maar deze mens kan op ieder moment tot inkeer komen en te allen tijde naar het
licht opstijgen, waarmee hij de tijd waarin het boze werkzaam is kan bekorten,
zodat ieder mens uiteindelijk kan zegevieren. In dit scheppingsproces wordt ook
het ontwikkelingsproces van de individuele mens uitgebeeld. De creatief
denkende mens moet alle twijfel opzij zetten en de positieve kant van de
gedachten naar voren brengen. Daarna moet hij eventuele opkomende hindernissen
overdenken, afwegen en wegruimen, zodat hij ten slotte zijn positieve gedachte
met volledig succes kan verwezenlijken.
Wie in de tweede fase zich zelf heeft overwonnen, en zich
ontwikkeld heeft tot een individueel denkend mens met een vrije wil, behoeft
geen aansporing meer en bevindt zich nu helemaal in het Verbond met Ahoera
Mazda, met de goede opbouwende schepping. Een middel vanwaar een grote kracht
uitgaat in de strijd tegen het duister zijn de gebedsoefeningen, die het
lichaam van alle belemmerende elementen bevrijden.
Vuur in de tempel Yasd, Iran.
Avesta zend
Is een uitdrukking die
de bewoners van Baktrië, bekend onder de naam van het Zend- Zand of Sans-volk en
later onder die van de Zarathoestriërs, in hun geschriften gebruikten. Avesta
betekent voor hen, "de taal van de hen omringende wereld", het
levende woord van God, dat door alle voorwerpen uit hun omgeving voor de mensen
wordt "vertaald", begrijpelijk gemaakt. De natuur als samenvatting
van alle dingen, van het objectieve, is het levende woord van God en verkondigt
Diens onbegrensde macht en grootheid. Wie dit levende woord verstaat, bewijst
dat hij zijn tijdperk van begrip is ingegaan en dat hij zich bewust wordt van
zijn oorsprong uit de eeuwigheid en van zijn eeuwige verbondenheid met God.
Zend betekent kennis, weten, uitleg geven met verstand van
zaken. Dit waren de mensen die ontvankelijk waren voor de geopenbaarde religie,
en die op de juiste manier aan de mensen in eigen woorden het levende Godswoord
kunnen uitleggen. Vandaar dat hun taal ten slotte de Zend-taal en die mensen
zelf de Zendlieden, Zendeks, Zendiks, of Zendvolk werden genoemd. Zij waren
zich van alle scheppings- en ontwikkelingsprocessen bewust. Daarom danken wij
aan hen de overlevering van de scheppingsgeschiedenis, die in de oorkonden
"Zend-Avesta", "Gen-Isis" en in het eerste Mozesboek is
geschetst
.
Deze van de Zendlieden stammende scheppings geschiedenis handhaaft nog altijd
haar betekenis, terwijl de bewering van Darwin, Huxley, Wallace en vele andere
evolutiegeleerden allang vergeten zijn, omdat hun begrip voor
"Avesta" voor het levende woord, niet diep genoeg ging. Het Zendvolk
stelde al zijn wijsheid en begrip, die het uit het open boek van de natuur had
verzameld, in en oorkonden van de Zend-Avesta te boek. De oudste delen daarvan,
de Gatha’s gaan rechtstreeks op Zarathoestra terug en behandelen in lofzangen
de grondvragen van het leven. Helaas is de oorspronkelijke Zend-Avesta van het
Zendvolk, die de volledige wijsheid en het weten van de mensheid bevatte, niet
meer voor ons toegankelijk.
De Zend-Avesta had oorspronelijk 21 boeken. De 21 Nasks van
de Sassanidische Avesta, vormen een encyclopedie met een zeer uitgebreide
inhoud zoals: natuur, filosofie, aardrijkskunde, astronomie, theologie,
gebeden, hygiene, geneeskunde, medicinale eigenschappen van duizenden planten
en kruiden, en vele andere vormen van kennis. De inhoud is beschreven in de
Dinkhard (Sanjana) deel 8 Bijvoorbeeld onder Haoma.
Omvang van de Sassanidische Avesta
De Nasks zijn in 3 categorien verdeeld:
1 Stota Yesna: hymnen
2 Datic: juridisch, aardrijkskunde, wetten, heerschappij etc.
3 Hadha-Manthra: religie en zijn leer.
1 Satudgar/ Sudgar – deugd en vroomheid
2 Vahista Mansar/Warht mansr nask – Zarathustra’s geboorte
3 Bagh/bag nask – Mazdasnian religie en zijn leer
4 Damdad nask – opstanding en oordeel
5 Nadar nask – astronomie
6 Pajam/Pazag nask – agenda
7 Ratoshtay/ Ratushtaiti nask – politieke en sociale kwesties
8 Barash/Barish nask – soevereiniteit, de overheid, priesters, justitie etc.
9 Kashasrub/ Kishkisrub nask – voorzorgsmaatregelen voor de yashts
10 Vishtasp/Wishtasp-sast nask – koning Vishtaspa’s heerschappij
11 Keht/Washtag nask – prakrische toepassingen van de Mazdasnian religie
12 Jerast/Chihrdad nask – geschiedenis van de volkeren en koningen
13 Safant/Geld nask – Zarathustra’s leven
14 Baghan yast/ Bagan yasn – God en Aardsengelen
15 Niyaram/Nigadum nask – juridische codes; aarbeids wetten
16 Dvasraub/Duwasrud nask – juridische codes; misdaad en straf
17 Asparam/ Husparum nask – juridische codes; rituelen en ceremonies
18 Askram/Sagadum nask – juridische codes; rituelen en ceremonies
19 Videvdad/Vendidad nask – geschiedenis, aardrijkskunde, zuiverings riten
20 Hadokht nask- Goedheid
21 Satud yasht – God en de Aardsengelen
De huidige Zend-Avestas boeken, zijn ingedeeld in:
1 Yasna, met aanroepingen tot de Godheid, de 5 rechtstreeks
aan Zarathoestra toegeschreven Gatha’s daarbij inbegrepen.
2Vendidad, met gesprekken tussen Zarathoestra en Ahoera
Mazda, scheppingsverhalen, de Yima-sage en reinigingsgebeden.
3 Vispered, met korte gebeden.
4 Yasht, met aanroepen tot de Godheid, waarin Diens
verschillende attributen worden benadrukt.
5 De kleine Avesta, met kleinere stukken en verzamelde
brokstukken van de hoofdstukken.
De vernietiging van de Avesta
De geschiedenis van Iran
De opeenvolgende invasies van Perzië of Iran heeft
geresulteerd in de vernietiging van het grootste deel van de Zoroastrian
geschriften de Avesta.
De eerste invasie was van Alexander van Macedonië in 330 v.
Chr. Vervolgens kwam de Arabische invasie 640-650 v. Chr. Vele fragmenten
werden verwoest tijdens de extreem gewelddadige Mongoolse en Turkse invasies en
uitroeiing van hele gemeenschappen. Echter is een compleet boek aan fragmenten
gespaard gebleven (dat anderhalf maal de grote heeft van de Koran) Deze
fragmenten zijn in 5 boeken ingericht.
1 Yasna’s, (dienst en gebeden) met aanroepingen aan de
Godheid Mazda het zijn de persoonlijke Lofzangen van Zarathoestra Spitama
6900v.Chr.Iran. Hij is een Zaotar, een dichter zanger.
2 Vendidad, (zuiverings wetten) een samenspraak tussen
Zarathoestra en God Mazda.
3 Vispered, (liturgie) korte Gebeden.
4 Yaschts, (hymnen) met Aanroepingen aan God Mazda met de
nadruk op de Goddelijke attributen of Amesha Spenta’s. ( de goede geesten)
5 De kleine Avesta (Khorda) met verzamelde brokstukken van
hoofdstukken.
De Vernietiging van de Achaemenian Avesta door Alexander
van Macedonië.
Alexander onderworp de Perzen in 331 v. Chr. en wordt
de 25e heerser van Perzië. Doormiddel van een jarenlange
veroveringstocht wist hij een enorm gebied onder zijn bewind te brengen, dat
zich uitstrekte van Egypte tot India. De plotselinge dood van Alexander op 32
jarige leeftijd, maakte een eind aan zijn rijk dat uiteenviel door een
machtsstrijd tussen zijn opvolgers.
Alexander verbrande de Avestische geschriften in 330 voor
Chr. De Avestische geschriften werden bewaard in de koninklijke
bibliotheek van Ishtakhr. Alexander doodde ook meerdere rechters, dasturs,
mobeds, herbads (priesters) en andere dragers van de religie, alsmede de
bevoegde en wijzen van het land van Iran, in een poging de mondelinge traditie
uit te bannen.
De 1e samenvoeging het bijeenbrengen van de
Achaememian Avesta ca, (600-300v.Chr.)
Het eerste verslag van de geschreven Avestische teksten, is
afkomstig uit het midden Perzische taal (Pahlavi) Schrijver Arda Viraf schrijft
in zijn boek de Arda Viraf Nameh (3e of 4e na Chr.?) dat
de Perzische koningen Achaemenian (ca. 600-300v.Chr.) de opdracht gaven om de
Avesta te schrijven op 12000 huiden met gouden inkt. Ze liggen nu in de
archieven van Stakhar Papakan (Ishtakhr, in de buurt van Persepolis en Shiraz
in een Pars provincie)
Deze geschreven versie van de Avesta zou voor iedereen
mogelijk zijn om te lezen. Geschreven staat dat Hermippus, de filosoof van
Smyrna ca. 250 v. Chr. Wordt gemeld door Plinius (Naturalis Historia
XXX.,I) : een moeizaam onderzoek gedaan had naar alle Zoroastian boeken, die zo
zei hij uit twee miljoen woorden, de inhoud van elk boek afzonderlijk bestond.
Helaas Hermippus werk is inmiddels verloren gegaan.
De 2e samenvoeging het bijeenbrengen van de
Parthische Avesta ca. 247 – 224 v. Chr.
Na het omver werpen van de Macedonische heerschappij door
de Parthen (een van de Arische volken) (247 – 224 v.Chr.) werden de verspreidde
verzen van de Avesta De midden-Perzische Pahlavi teksten verzameld.
De Partische koning Vologeses IV, ca. 147 – 191 na Chr. (
Dynastie van de Arasaciden, koningshuis van de Parthen tussen 253 voor Chr. –
224 na Chr. Nadat ze omver geworpen werden door de Sassaniden. De Arsaciden
waren van Iraanse oorsprong ) Vologeses IV geeft het bevel aan de provincies om
de zuiverheid van de schriftelijke of mondelinge staat van de Avesta te
waarborgen, zoals deze was voorafgaand aan de ravage die Alexander van Macedonie
aangerichtte.
Vologeses was de zoon van Mithridates IV, die tot 140 over
een deel van Parthië regeerde. Onder Volgeses werd het Partische rijk weer een
eenheid.
De 3e samenvoeging, het samenbrengen van de
Sassanidische Avesta ca. (226 – 651 na Chr.)
De Sassanians waren een Perzische/Iraanse dynastie
sinds de Parthen. Een proclamatie in de Dinkhard toegeschreven aan de
Sassanidische koning Khosrow Anoshirvan 531 – 579 stelt, dat de inning van de
Avesta fragmenten van start zijn gegaan tijdens de Parthische Arsacid tijd en
werd afgesloten tijdens de regeer periode van Sapur I I 309 – 379.
Samenvoeging van de Avesta en de Pahlaviteksten vond plaats
onder het bewind van de Sassanidische koningen.
1e Aradshir II, 226 – 241, onder toezicht van zijn
hogepriester Tonsar, ofTansar.
2e Shapur II, 309 – 379, onder toezicht van
Adarbad Mahraspandan, die zou de Avesta gezuiverd hebben en het vaste aantal
Nask op 21 gebracht hebben, het aantal in woorden van het Ahunavar gebed.
3e Kosrow Anoshirvan, 531 – 579, onder toezicht
van Mobadan Mobed Veh – Ahabuhr.
Ardashir ( “hij die de Goddelijke Orde als zijn koninkrijk heeft.”)
Was de eerste der koningen (Sjahansjak) van de Sassaniden in Perzië van 226 –
241 van onze jaartelling.
De 1e canonisatie van de Avesta is in de 3e
eeuw onder Koning Ardashir I ( 224 – 240 ) Ardashir ( “Hij die de
Goddelijke Orde als zijn koninkrijk heeft”) werd heerser van Istakr 206 – 241
vervolgens was de eerste koning der koningen (Sjahansjah) van de Sassaniden in
Perzië 208 – 241 en tenslotte koning der koningen van Iran ( 226 – 241 ) De
dynastie houdt 4 eeuwen stand, tot de omverwerping door de Rashidan kalifaat in
651.
Aradshir was de zoon van Sassan en de prinses Rodak van de
Shabankareh stam, en dochter van Papak.
Ardashir werd geboren in de late 2e eeuw. In het
boek “de Shahname” wordt in theorie beweerd dat Sassan trouwt met de dochter
van Papak, nadat Pakak ontdekt dat Sassan, van Koninklijke Achaemenid afkomst
is. Uit deze verbintenis wordt Ardashir geboren. Na de dood van Ardashir volgt
Sassan’s zoon Shapur hem op. Tijdens Ardashir’s regeer periode was er een sterk
gecentraliseerde en georganiseerd Zoroastianisme. Het Zorostrianisme bestond al
in het Partische rijk.
Belangrijk was in Ardashir’s regeerperiode, dat de oude religie van het
Zoraoastrianisme een belangrijke plaats in zijn rijk zou gaan innemen. De
Zarathoestrische priester van Ardashir, Tansar kreeg de opdracht om de heilige
teksten van de Avesta te verzamelen, die de aanval van Alexander overleefd hadden.
Dit waren liederen, hymnen, legendes, gebeden, recepten van rituelen, en de
formules voor het reinigen van lichaam en ziel.
Het grootste deel van de teksten waren geschreven in het
midden – Perzisch of ook wel het Pahlavi genoemd, welke de heersende taal was onder
het Sassanidische tijdperk. De krachtige nieuwe-Perzische staat onder de
dynastie der Sassaniden 226 – 652 sloot zich in alle opzichten aan bij de oude
tradities van het oude Perzische rijk, als koning der koningen beschouwde men
zich als de afstammelingen van de “grote Cyrus”. De religie van Zoroaser wekte
het rijk van Ardashir tot nieuw leven. Het Sassanidische rijk zou vier eeuwen
lang na Rome en China gelden als 3e wereldmacht.
Zijn grootvader Papak was de laatste afstammeling in de
lijn van koning Darab ( Darayavaush of Darius I I I) Papak had geen zoon maar
beschouwde zijn kleinzoon Arsahir als zijn zoon.
Shapur II
Shapur II, was de 9e Sjah van de Sassanidische
dynastie. Hij was Sjah tussen 309 – 379 Gedurende zijn 70 jarige regeerperiode,
beleefde het rijk een bloeiperiode. Shapur II, heeft een grote bijdrage
geleverd aan het Zoroastrianisme. Dit niet alleen op het schriftelijk niveau,
maar ook geografisch. Hij had Armenië, het eerste land dat het Christendom tot
staatsreligie had gemaakt en een trouwe bondgenoot van de Romeinen verovert en
er het orthodoxe Zoroatrianisme getracht te introduceren. Vanaf het begin van
hun regeer periode hebben de Sassaniden een terugkeer van dit orthodoxe geloof
beoogd, een geloof waar geen plaats was voor godenbeelden. Maar
een iconoclastisch-religieuze politiek zorgde ervoor dat deze invloeden teniet
werden gedaan.
Onder Shapur II, vond de afronding plaats van de
canonisatie van de Avesta. Later zou de Avesta in het Midden-Perzisch
worden overgeschreven en zich als: ‘Zand/Zend- Avesta’ in de canon van de
Pahlavi-literatuur worden opgenomen. Het woord Zand of Zend betekent dan dat
het gaat om een interpretatie van een tekst of teksten uit de Avesta van de
Magi. ( Sawyer, Sacred languages 155.) Het is deze canon die geheel bewaard is
gebleven en kan worden gedateerd in de negende eeuw.
Kosrow Anoshirvan
De Sassanidische Sjahansjah Kosrow Anoshirvan 531 – 579,
stichtte in 556 zijn eerste universiteit. Hij was uitermate geïnteresseerd in
de wetenschap en de geneeskunde. In het boek van de daden van Ardashir Kapak,
in het Perzisch: Karnamag-e Ardashir-e Papagan, is Koshrow Anoshirvan genoteerd
als: “We mogen niet vergeten, het is een feit dat het verwerven van kennis van
de waarheid en wetenschappen, de belangrijkste aspecten van het leven zijn die
een koning siert. Het meest schandelijke zou zijn. Hij die niet leert is
onverstandig”.
Koshrow had ook een bibliotheek in zijn paleis in
“Imperia”. Helaas zijn alle bibliotheken verloren gegaan, vernietigd door de
Arabische commandant Saad Abi Vaghas (651) na Chr. De commandant vernietigd ook
de bibliotheek van Ctesipon, ook andere bibliotheken in Ray, Isfahan, Ecbatana,
Pasargadae, Persepolis, Jundishapur, Nisa en Khorassan.
“Als de boeken in tegenspraak zouden zijn met de Koran”
werden deze vernietigd, door verbranding of in de rivier de Eufraat gegooid.
Waardevolle producten van duizenden boeken en documenten waaronder ook de
verzameling teksten van de Avesta, een product van generaties van
wetenschappers en geleerden gingen helaas verloren.
De opeenvolgende invasies van Perzië of Iran, heeft
geresulteerd in de vernietiging van het grootste deel van de Zoroastrian
geschriften “ de Avesta”. De eerste invasie was van Alexander van Macedonie in
330 v.Chr. Vervolgens kwam de Arabische invasie 640 – 650 na Chr. Vele
fragmenten werden verwoest tijdens de extreem gewelddadige Mongoolse en Turkse
invasies en uitroeiing van hele gemeenschappen. Echter is een compleet boek aan
fragmenten gespaard gebleven, dat anderhalf maal de grote heeft van de Koran.
De Avesta dat uiteindelijk in 5 boeken zijn vorm vindt.
De Arabische verovering
Vernietiging door de Arabieren ca. 650 – 1000 na Chr.
Het Arabische Islamitische tijdperk begon met veroveringen
en met het onderwerpen van de Byzantijnse provincie van Syrië in 636 na Chr.
Al snel nadat zij Mesopotamie (Irak) binnendringen
verhuizen hun legers naar het Iraanse plateau, tegen de tijd dat de
Sassanidische monarch Yazdegrid I I I aan zijn regeerperiode begon.
Gedurende jaren van niet aflatende aanvallen, trok Yazdegrid zich terug in het
Noordoosten, tot hij wordt vermoord in Merv in 652 na Chr. Het aantal
Zoroastrians dat na veel vernederingen en onderdrukking werd
teruggebracht tot een kleine minderheid.
Ca. 900 na Chr. Is er een migratie naar India. Een groep
Zoroastrians besluit om te migreren. Zij hebben de overblijfselen van de Avesta
en Pahlavi in hun bezit.
Vernietiging door de Turken en Mongolen ca. 1000 – 1300 na
Chr.
Wat overgebleven was van het Sassanidische Avesta in Iran
werd verwoest door de Turkmeen en de Mongoolse invallers. Een kleine groep
Zoroastrians in Yazd en Kerman overleefde door geen weerstand te bieden door
aan de overvallers handgeld te betalen. Toch werden alle bestaande tempels
vernield en het leven van de overgebleven Zoroastrians werd ondragelijk
gemaakt. De Turkmans die zich bekeerd hadden tot de Islam werden moorddadige
fanatici. De mongolen vermoorden hele gemeenschappen niet om religieuze reden,
maar om het verspreiden van angst, en het elimineren van weerstand om een
eventuele opstand uit te sluiten.
De geschiedenis van Iran
De geschiedenis van Iran kan met recht de bakermat van de
beschaving genoemd worden. Het is over de laatste drieduizend jaar door
verschillende dynastieën bestuurd geweest en dat waren niet allemaal inheemse
dynastieën. Iran was vroeger in het westen bekend als Perzië, totdat Sjah Reza
Pahlavi, op 21 maart 1935 de internationale gemeenschap officieel vroeg om het
land bij zijn eigen naam te noemen, Iran. De naam Perzië komt van de Oud Griekse
naam Persis, wat een Griekse naam is voor wat de Iraniërs zelf Pars noemden,
dit is een belangrijke streek in het zuiden van Iran. Latere Europese
beschavingen namen de naam Perzië over, Iran betekent” land van de Ariërs”.
Dynasties van het Perzische Rijk
Het Perzische rijk is de naam die wordt gebruikt om een
aantal historische dynastieën aan te duiden, die over het huidige Iran
regeerden. Het vroegst bekende koninkrijk van Iran was het proto-Elamitische
Rijk, dat door het Medenrijk werd gevolgd; maar het rijk van de Achaemeniden
onder Cyrus I I de Grote, wordt gewoonlijk als het eerste rijk genoemd dat als
“Perzisch” kan worden bestempeld. Het nieuw-Perzische rijk van de Sassaniden
was het tweede en laatste Perzische Rijk. Hierna veroverden de Arabieren Iran.
De naam Perzië werd tot 1935 gebruikt door het Westen om de
natie Iran, zijn bevolking, of zijn oude imperium te beschrijven. Het stamt af
van de oude Griekse naam voor Iran, Persis. Dit komt beurtelings van de naam
van een provincie in het zuiden van Iran, genaamd Fars in de moderne
Perzische taal Pari in Midden-perzisch. Persis is de Hellenistische vorm
van Pari. Deze provincie was de kern van het originele Perzische rijk. De
westerlingen verwezen naar de staat als Perzië tot 21 maart 1935, toe Reza
Pahlavie, Shah van Perzië, formeel de internationale gemeenschap vroeg om het
land bij zijn inheemse naam te noemen: Iran, wat land van Ariërs betekent.
Cyrus I I de Grote verenigde de verdeelde koninkrijken rond
559 v. Chr. Op dat moment waren de Perzen nog onderworpen aan de Meden. Cyrus
verenigde de Perzen en kwam in opstand en stootte Astygages van de troon.
Cyrus, nu de Sjah van een verenigd Perzisch koninkrijk, veroverde de rest van
Medië rond 550 v. Chr. Cyrus verenigde de Meden en Perzen en nog meer
veroveringen volgden spoedig. Hij veroverde Lydië in Klein-Azië en verplaatste
zijn manschappen naar Centraal-Azië. Tot slot marcheerde Cyrus triomfantelijk
door de oude stad Babylon. Na deze overwinning kreeg hij naam als welwillende
veroveraar. Hij stelde een beroemd handvest op. In dit handvest beloofde de
koning om Babylon niet terroriseren of zijn instellingen en cultuur te
vernietigen. Cyrus werd gedood tijdens een veldslag tegen de Massagetae ( of
Saka’s)
Het was in 539 v. Chr. dat Cyrus II de Grote, die eerst de
overheersing door de Mediërs afgeschud had, Babylon veroverde. Dit betekent dat
de Perzen de dominerende macht in het Midden-Oosten worden. Zij bouwen deze
positie geleidelijk uit totdat zij een rijk van ongekende omvang regeren. Het
omvat niet alleen het huidige Iran, maar ook Irak, Turkije, Syrië, Palestina,
Egypte, Afghanistan en delen van Pakistan. Pogingen om ook de Griekse
statstaten te onderwerpen slagen echter niet geheel. Het huidige Griekenland
blijft vrij.
De zoon van Cyrus, Cambyses I I, voegde Egypte toe aan het
Perzische Rijk. Het imperium bereikte zijn grootste omvang onder Darius I. Hij
leidde legers in de vallei van de rivier de Indus en in Europa. Zijn invasie
van Griekenland werd gestopt na de slag bij Marathon. Zijn zoon Xerxes
probeerde ook om Griekenland te veroveren maar hij werd in 840, verslagen in de
slag bij Salamis.
Het Perzische Rijk van de Achaemeniden was het grootste en
krachtigste imperium tot dan toe. Wat nog belangrijker was, het werd goed
geleid en werd efficiënt georganiseerd. Darius verdeelde zijn koninkrijk in
ongeveer twintig provincies onder satrapen, of gouverneurs, van wie velen een
persoonlijke band met de Sjah hadden. Hij stelde een belastingsysteem op om elke
provincie geld en middelen te laten afdragen aan de regering. Hij nam het
geavanceerde postsysteem van de Assyriërs over en breidde het uit. Ook geheime
agenten, de “ogen en Oren van de koning”, die hem informeerden over de stand
van zaken in het rijk, werden overgenomen uit het Assyrische Rijk. Darius I,
legde de beroemde Koninklijke Weg aan, om de oude handelsroute van Perzië naar
Susa, dichtbij Babylon en dichter bij het centrum van het koninkrijk. De Perzen
stonden toe dat lokale culturen intact bleven. Dit kwam uiteindelijk het
imperium ten goede, aangezien de veroverde volkeren geen behoefte voelden in
opstand te komen.
Tijdens de regeerperiode van de Achaemeniden werd de
voornaamste godsdienst van het Perzische rijk het Zoroastrisme, een vroege vorm
van monotheïsme. Het Zoroatrisme werd de godsdienst van de heersers en van de
meeste mensen in Perzië. De nieuwe godsdienst was een vervanging van de
verering van traditionele Arische goden, het benadrukte een universele strijd
tussen de goede en kwade goden. Denk daarbij aan de oud traditie was die van de
zichtbare in beelden; Deva’s. De Aechaemeniden beoogde een orthodoxe benadering
van het geloof, een van onzichtbare goden; de Asura’s. Het Zoroastrisme en zijn
mystieke leiders genaamd; Magi, zouden een bepalend element in de Perzische
cultuur worden. Kunst, cultuur en wetenschap komen tot grote bloei in het
uitgestrekte rijk.
Aechmenidische Perzië verenigde mensen en koninkrijken van
elke belangrijke beschaving uit die tijd (behalve China) Voor het eerst waren
de mensen van zeer verschillende culturen met elkaar in contact gebracht onder
één heerser.
Het Hellinistische Perzië (330 – 170 v. Chr
De latere jaren van de dynastie van de Achaemeniden werden
gekenmerkt door verval. Het machtigste imperium in de wereld stortte in slechts
acht jaar. Ineen, toen het onder vuur van de jonge Macedonische koning
Alexander de Grote kwam.
De Griekse staat is vooral bekend om Alexander de Grote,
dat een klein maar goed georganiseerd rijk veranderde in een vecht machine. Om
in een groot gedeelte van de toen bekende wereld de Griekse cultuur te
verspreiden. De Macedoniërs heerste onder Alexander I , in zijn regeer periode
498 – 454, onder zijn regering raakte Macedonië betrokken in de Grieks –
Perzische oorlogen. Alexander werd tot een bondgenootschap met de Perzen
gedwongen, maar hij waarschuwde de Grieken voor hun aanvalsplannen.
Alexander de Grote begon in 334 v. Chr. aan zijn beroemde
veldtocht tegen Perzië. De Grieken liepen warm om eindelijk met de Perzische
erfvijand af te rekenen.
Perzië kwamen in gevaar toen in 401 v. Chr., de satraap van
Sardis tienduizend Griekse huursoldaten inhuurde om te helpen hem te
beveiligen. Dit duidt zowel op de politieke instabiliteit als de militaire
zwakheid van laat Achaemenidisch Perzië.
Phillips I I , van Macedonië, de leider van het grootste
deel van Griekenland, en zijn zoon Alexander wisten deze zwakheid in hun
voordeel te gebruiken. Na de dood van Fillips, viel Alexanders oog op Perzië.
Het leger van Alexander kwam in 334 voor Christus in Klein-Azië aan. Zijn
legers trokken pijlsnel door Lydië, Fenicië en Egypte, alvorens zij alle
troepen van Darius I I I, versloegen en de hoofdstad in Susa belegerden. De
laatste weerstand van de Achaemeniden was bij de “Perzische Poorten” dichtbij
het koninklijk paleis Persepolis. Het Perzische Rijk kwam nu in Griekse handen.
Langs zijn route van veroveringen richtte Alexander vele
koloniesteden op, die hij ‘Alexandrië’ noemde. Daarna volgde verscheidene
eeuwen waarin de Griekse invloed in Perzië zeer werd uitgebreid, met name op
cultureel gebied.
Het imperium van Alexander raakte korte tijd verdeeld na
zijn dood, maar Perzië bleef in Griekse handen. Alexanders generaal Seleucus
nam de controle over Perzië, Mesopotamië, en later Syrië en Klein-Azië (
klassieke periode;kruispunt van wegen tussen Azië en Europa)over.
De Griekse kolonisatie ging tot rond 250 v. Chr. Door. De
Griekse taal, filosofie, en de kunst kwamen met de kolonisten mee. In het
vroegere imperium van Alexander werd het Grieks de algemene taal van
diplomatie en literatuur. De handel met China was in ten tijde van Alexander
lang de zogenaamde Zijderoute begonnen. Maar tijdens de Hellenitische periode
begon de handel pas echt door te breken. De handel over land bewerkstelligde
fascinerende culturele uitwisselingen. Het Boeddhisme kwam via India
overwaaien, terwijl het Zoroastrisme zich naar het westen uitbreidde. Dit
beïnvloedde uiteindelijk het Jodendom en het Christendom. Er zijn reusachtige
standbeelden van Boeddha in klassieke Griekse stijl gevonden in Perzië en
Afgfanistan, die de mengeling van culturen illustreren, hoewel het mogelijk is
dat de Grieks_Boeddhistische kunst van die tijden dateert van de Achaemeniden
toen de Griekse kunstenaars voor de Perzen werkten. Overigens moet vermeld
worden dat Alexanders houding ten opzichte van de Perzen zeer inconsequent was
te noemen. Naast afschuw kende hij het Perzische Rijk ook grote bewondering
toe. Na mate hij langer van huis was, ging hij zich steeds meer als Perzische
koning gedragen. Ook onder zijn opvolgers, de Diadochen, zijn Perzische
invloeden te herkennen. Grote delen van de hofhouding van deze latere vorsten
waren dan ook van Perzische afkomst.
Het Seleucidische koninkrijk begon al snel zijn macht te
verliezen. Al tijdens het leven van Seleucuc werd de hoofdstad verplaatst van
Seleucië in Mesopotamië naar Antiochië in Syrië. De oostelijke provincies
Bactria en Parthia braken met het koninkrijk in 238 voor Chr. Rond deze tijd
begon ook het Romeinse Rijk aan invloed te winnen. De Romeinse legioenen
begonnen het koninkrijk aan te vallen.
Tezelfdertijd moet Seleuciden tegen de opstand van de
Makkabeëen in Judea en de uitbreiding van het Kushanrijk in het oosten vechten.
Het imperium viel uiteen en werd veroverd door de Parthen.
Seleuciden: is de naam van een Hellenistische dynastie een koninkrijk
in het huidige Syrië in 311 tot 63 v.Chr. gesticht door Seleucus I Nicator (
overwinnaar 358 – 281 v. Chr.) Hij was een van de generaals ( Diadochen ) van
Alexander de Grote, die na diens dood op 10 juni 323 v. Chr. Zichzelf in
Mesopotamië en de hoogvlakte van Iran vestigde. Dit kon zich afspelen, doordat
na de dood van Alexander, zijn moeder Olympias het rijk bij elkaar wilde houden
voor haar kleinzoon. Deze was nog erg jong, daarom nam Alexanders broer
Phillipus Aridaeus, het koningschap waar. Maar de generaals trokken steeds meer
de macht naar zich toe en verdeelden uiteindelijk het rijk onder de sterkste
generaals. De twee overigen generaals resp. Antigonus, kreeg Griekenland en
Macedonië in zijn bezit. Ptolemeüs nam Egypte met Palestina, Cyrus en stukken
van klein Azië. Het overgerbleven deel van het gigantische Perzische rijk ging
naar Seleucus. ZO waren er drie vorstenhuizen gesticht: de Antigoniden, de
Ptolemaeën en de Seleuciden.
Perzië onder het bewind van de Parthen 170 v. Chr. – 226 na Chr.
Na de roerige tijden van de brandcatastrofe ca. 1189
– 1180 v. Chr. werden vele steden door brand verwoest en drong een aantal
Indo-Europes volkeren het huidige Iran binnen. De Iraanse Parthava bleven in
Centraal – Azië wonen, maar drongen later door in het noordoosten van het
huidige Iraan. Rond 250 v. Chr. veroverde Arsaeces I, het gebied van Parthië en
verklaarde het onafhankelijk van de Seleuiden. Aesaces stichtte de dynastie van
de Arsaciden, die zolang het Partische rijk bestond, ook de dynastie blijven.
Parthië was het gebied ten noorden van Perzië, in wat
vandaag de dag noordoostelijk Iran is. Zijn heersers, de Arsacidische dynastie behoorden
tot een Iraanse stam die zich daar tijdens de tijd van Alexander had gevestigd.
Zij verklaarden hun onafhankelijkheid van de Seleuciden in 238 voor Christus,
maar hun pogingen om zich in Perzië uit te breiden werden tegengewerkt tot ca.
170 v. Chr. Onder Mithridates I.
Mithridates I, (of Mehrdad in het Perzisch) had zich tot
doel gesteld het Partische rijk uit te breiden. Tussen 160 en 140 v. Chr.
Veroverde hij het gehele Hoogland van Iran op de Seleuciden en de Meden en
annexeerden Medië, Fars, Babylonië, en Assyrië. In 144 bereikte hij zelfs de
Tigris en stichtte er tegenover Seleucia de nieuwe stad Ctesifon. Ook veroverde
hij delen van Bactrië. Het Partische rijk was daarmee een groot macht
geworden.dat zich uitstrekte van de Eufraat tot Herat in Afganistan en
herstelden zo het oude Achaemenidische rijk van Cyrus de Grote. Afgezien van de
nomaden die voor een voortdurende bedreiging vormden in het oosten en het rijk
van Kushan, een Boedistisch koninkrijk in India, kende Parthia nog een machtig
tegenstrever: Rome. Hoewel het Griekse element wat op de achtergrond komt,
hebben de Parthen in de vier eeuwen van hun heerschappij innig contact gehad
met het belendende Romeinse rijk. Soms was dat in de vorm van oorlog, maar er
was ook een vorm van handel. Bijna drie eeuwen lang vochten Rome en Phartia
over Syrië, Mesopotamië, en Armenië, zonder tot een oplossing te komen. In 53
v. Chr. tijdens het bewind van Orodes II ( 56 – 37 v.Chr ) op het hoogtepunt
van de macht van Parthia, werden de Romeinen bij Carrhae verslagen. Ondanks
deze overwinning en het ondertekenen van diverse verdragen, bleven de twee
machten oorlog voeren tot in de 2e eeuw van onze jaartelling. De val
van Parthia kwam niet door een buitenlandse vijand, maar door een binnenlandse
opstand. In 226 n.Chr. slaagde een Perzische Vazal van de Parthen er in het
Parthisch bewind ten val te brengen en stichtte het Sassaniden rijk.
Mithridates bevorderde de invloed van het Hellenisme in
Parthië. Het einde van zijn regering wordt gewoonlijk gesteld op 138 of 137 v.
Chr. Omdat er geen munten zijn gevonden bij opgravingen e.d. die van een latere
datum zijn. In een recente publicatie wordt gesteld dat Mithridates regering
tot 132 duurde. Mithridates noemde zich op zijn munten Philhellene ( vriend van
de Grieken) en liet zich erop afbeelden met een Griekse diadeem. Daarmee week
hij af van het gebruik van zijn voorgangers die zich met een Parthische helm op
het hoofd lieten afbeelden.
Het rijk van de Parten liep van het Romeinse Rijk langs de
rivier de Eufraat. De twee imperiums waren belangrijke rivalen. De Parthen
hadden goede schutters en bleken gelijkwaardig te zijn in strijdkracht aan de
Romeinse legioenen, zoals in de slag bij Carrhae. De oorlogen kwamen zeer
frequent voor. Meestal diende Mesopotamië als slagveld.
Tijdens de periode van de Parthen namen de Hellenitische
gewoonte geleidelijk af en een heropleving van de Perzische cultuur volgde.
Nochtans had het imperium geen politieke eenheid. In de eerste eeuw voor
Christus werd Parthië gedecentraliseerd en werd geregeerd door feodale edelen.
De oorlogen met Rome in het westen en het Kushanrijk in het noordoosten zorgden
voor een langzame uitputting van de middelen van het land.
Sassanidisch Perzië 226 - 650na Christus.
De dynastie van de Sassaniden vormde het koningshuis van
het Perzisch rijk van de 3e eeuw tot de 7e eeuw. Onder
leiding van Ardashir I, versloegen de Sassaniden het rijk van de Parthen in de
slag om Hormizdgan. De overwinning brak de macht van de toen heersende
Parthische dynastie van de Arsaciden. Deze slag wordt algemeen gezien als de
bevestiging van de macht van de Sassaniden. Ardashir liet zich in 226 tot
koning der koningen (Sjahansjah) kronen. Van 220 – tot 226 leidde Ardashir I
een revolutie en creëerde zo, ten koste van de Parthen, het Nieuw-Perzische
rijk. De drijfveer van de Perzen was het herstellen van het Oud – Perzische
rijk en de oude 'satrapen’ (provincies) weer onder perzisch gezag te brengen.
Het Nieuw-Perzisch rijk van de Sassaniden was veel beter georganiseerd dan zijn
Parthische voorganger. Het voerde ook een veel agressievere politiek tegen het
Romeinse ( later Byzantijnse) rijk en heeft bijgedragen aan het onvermogen van
de Romeinse keizers om tegen de Germaanse invasies stand te houden. De Romeinen
waren door de agressieve houding van de Sassaniden gedwongen om steeds een
grote troepenmacht in het oosten paraat te houden. Dit ging ten koste van de
Europese grenstroepen, die hierdoor verzwakten. Na de komst van het Christendom
kreeg deze confrontatie ook een religieuze kant, omdat Perzië vasthield aan het
Zoroastrisme en christenen er regelmatig vervolgd werden.
In het begin van de 7e eeuw, slaagden de
Sassaniden erin een groot deel van de Byzantijnse provincies in het
Midden-Oosten en Asta Minor ( onder meer Egypte, Palestina, Syrië, en Anatolië
) te veroveren. De nieuwe Byzantijnse keizer Heraclitus wist met grote moeite
de heiligdommen van Jeruzalem, Anttiochië, en Alexandrië weer terug te
veroveren, en bracht de Sassanidische Perzen een grote slag toe. Het gevolg was
dat beide rijken elkaar aan de rand van de uitputting brachten. Het is op dat
moment dat van volkomen ionverwachte kant een nieuwe veroveraar zich aanmelde:
de Islam. In 651 stierf de laatste erkende Sjahansjah ( koning der koningen),
genaamd Yazdagrid III, van het Nieuw-Perzisch rijk. Tijdens de regering van de
Parthen was Perzië slechts één provincie in een groot slecht gecontroleerd
imperium. De lokale koning van Perzië op dit moment, Ardashir I, leidde een
opstand tegen het keizerlijk gezag in Parthië. Na twee jaar werd hij Sjah van
een nieuw Perzisch rijk.
De Sassanidische dynastie was de eerste inheemse Perzische
dynastie sinds de Achaemeniden, zij zagen zich als opvolgers van Darius en
Cyrus. Zij streefden een agressief expansiebeleid na. Zij kregen veel van het
oostelijk land terug dat Kushan tijdens de periode van de Parthen hadden
ingenomen. Sassaniden bleef oorlog tegen Rome voeren, en werden zelfs enkele
belangrijke overwinningen geboekt. Het Sassanidische Perzië was in
tegenstelling tot Parthië een hoog gecentraliseerde staat. De mensen werd een
strikt georganiseerd in een kaste systeem: priesters, militairen, schrijvers,
en burgers. Zoroastrisme werd definitief tot de officiële staatsgodsdienst
verheven en werd uitgebreid buiten het eigenlijke Perzië. Er vond sporadisch
vervolging van andere godsdiensten plaats. De katholieke (orthodox)
christelijke kerk werd in het bijzonder vervolgd, maar dit was voor een deel
toe te schrijven aan zijn banden met het Romeinse Rijk. De nestorische
christelijke kerk werd getolereerd en werd zelfs soms goedgekeurd door de
Sassaniden.
Echter oorlogen en de godsdienstige striktheid droegen tot
het verval van Sassanidische Perzië bij. De oostelijke gebieden werden
veroverd door de Witte Hunnen in de late jaren 400 na Chr. Mazdakiten werden
opstandig rond dezelfde tijd. Een latere leider, Koshrow, won zijn imperium
gedeeltelijk terug en kon het zelfs in de christelijke gebieden van Antiochië
en Jemen uitbreiden. Nochtans vernietigde een definitieve oorlog met Rome het
imperium volkomen. Tussen 605 en 629 voegden de Sassaniden met succes de Levant
en Egypte aan het rijk toe en voerden strijd met Anatolië. Hun legers bereikte
Constantinopel, maar konden niet de Byzantijnen daar verslaan. De keizer
Heraclius overvleugelde met succes legers in Klein-Azië, maar bezorgde hen een
nederlaag in noordelijk Mesopotamië. De Sassaniden moesten al hun veroverd land
opgeven en zich terug trekken. Hoge belastingen en een zeer lange oorlog
veroorzaakten opatanden in het imperium. Koshrow I I werd vermoord in 629 en
het imperium werd omvergeworpen. Er volgde een periode van anarchie na de dood
van zijn opvolger, Kavadh I I. Na een nederlaag in Nineve in 642 brak de
burgeroorlog uit en de koning werd vermoord. Sassanidische sjahs hadden geen
controle meer over het land. Maar voordat de Byzantijnen daarvan gebruik konden
maken om definitief het Perzische rijk te onderwerpen rukten de legers van de
nieuwe godsdienst de Islam het land binnen.
Binnen een eeuw was de dominante rol van Perzië en Byzantium
in het Midden-Oosten uitgespeeld en vervangen door het eerste Arabische
Kalifaat.
Ghaznaviden od Ghaznavids 977 - 1186
II-Kans of Il-Kanaat 1256 - 1338
Timoeriden
(Herat) 1356
- 1405
Safawiden of
Savafiden 1507
- 1736
Afshariden1736 - 1749
Zand 1750
- 1794
Kadjaren1779 - 1925
Pahlavi1925
- 1979
Het Perzische Rijk, is de naam die wordt gebruikt om een
aantal historische dynastieen aan te duiden, die over het huidige Iran
regeerden. Het vroegst bekende koninkrijk van Iran was het proto-Elamitische
Rijk, dat door het Meden rijk werd gevolgd. Maar het rijk van de Achaemeniden,
onder Cyrus II de Grote, wordt gewoonlijk als het eerste rijk genoemd dat als
“Perzisch” kan worden bestempeld. Het nieuw-Perzische rijk van de Sassaniden
was het tweede en laatste Perzische rijk. Hierna veroverden de Arabieren Iran.
De naam Perzie, werd tot 1935 gebruikt door het Westen, om
de natie Iran, zijn bevolking, of zijn oude imperium te beschrijven. Het stamt
af van de oude Griekse naam voor Iran, Persis. Dit komt beurtelings van de naam
van een provincie in het zuiden van Iran, genaamd Fars, in de moderne Perische
taal Pari, in Midden Perzisch.. Persis is de Hellenistische vorm van Pari. Deze
provincie was de kern van het orginele Perzische rijk. De westerlingen verwezen
naar de staat als Perzie tot 21 maart 1935, toen Reza Pahlavi, Shah van Perzie,
formeel de internationale gemeenschap vroeg om het land bij zijn inheemse na,
te noemen Iran, wat “land van Ariers betekent”.
Dynasties Sjahansjahs van Perzië:
Aechaemiden Macedoniërs Seleuciden Parthen Sassaniden
Arabische verovering
Samaniden De Buwayhiden De Seltsjoeken Khwarezemiden Safawiden Zand dynastie
Kadjaren De Pahlavie dynastie Ghahaviden Khanaat of Chagatai Timoeriden ( Herat
) Asafshariden
www.universelevrede.nl
Auteur: Antoinette Meesters
Haoma
Dit werkstuk draait in het geheel om het Haoma, het is mijn
zoektocht naar de bron van waarheid, die door de eeuwen heen door de opvolgers
van Zarathoestra Spitama na hun eigen waarheid is ingevuld, maar niet
overeenkomen met de Mazdayasnian oer-leer, zoals deze van oorsprong was. De
onderstaande verhandeling laat zien hoe een van oorsprong bedoeld symboliek dat
zijn oorsprong had in een visioen tot een uiterlijk ritueel werd, terwijl het
een innerlijk proces is van de wedergeboorte.
Het "tweede leven", wordt uit water en geest geboren, door de
levenswateren van de kiemklieren, in samenwerking met de adem-geest. Een hogere
bewustzijnstoestand is niet bereikbaar door uiterlijkheden, maar een
weergeboren mens kan de aangeboren zelfzucht overwinnen en alleen hij bereikt
de ware toestand van religie. Een verbondenheid met God.
Een verbondenheid met God. De
adem (vayoe) en de levenswateren (haoma) werden en worden in
bezielende liederen steeds opnieuw geprezen. Voor de wedergeborene is het
eeuwig leven geen zaak van toekomst meer, want in het heden is hij zich van het
eeuwige leven bewust. Het aardse leven is daar alleen maar een fase van.
De hoge bewustzijnstoestand te bereiken is het doel, dat de Mazdayasians, aan
de mensen voorhoudt, terwijl alle andere dingen, eten, en drinken, rijkdom en
macht eer en aards geluk alleen middelen zijn op de weg naar het eeuwig geluk,
dat ons deel wordt, zodra wij hebben begrepen wat het eeuwige leven in ons
werkelijk is.
Het kruid Haoma, werd als kruid
toegepast, maar het was niet de bedoeling dat het een rituele vorm kreeg.
Zarathoestra was hier zwaar tegen gekant, gezien zijn verbondenheid met de
eenvoud van Ainyahita kon niet voorkomen dat zijn opvolgers deze vorm van
aanbidding zouden gaan toepassen.
De eeuwen na Aryana en
Zarathoestra Spitama zijn aan ons voorbij gegaan maar heden te dagen worden we
nog steeds geconfronteerd met de vele opvolgers van Zarathoestra die aan een
innerlijk en heilig proces een uiterlijke vorm wensen te geven. Het ritueel is
een uiterlijke show en het drinken van de heilige Haoma brengt hier geen
verandering. Hier is men afhankelijk, men reciteert om dichter bij de bron te
komen maar men vergeet vaak dat het ook een innerlijk ervaren dient te zijn.
De wereld staat bol van de rituelen, zo ook zien we deze voortgang in onze
kerken. Kerken en tempels zijn niet nodig om ons dichter bij God te brengen. De
natuur omringt ons in al zijn goddelijkheid. Zelfs in ons is een Goddelijke
vonk aanwezig, afwachtend en op onze eerste schreden tegemoet komend.
Uiterlijke rituelen zijn er om
de mens onwetend te laten, onwetend voor de innerlijke krachten die zich openen
ten tijde dat de mens zich zelf toestaat, deze innerlijke verborgen krachten na
te vorsen. Misschien was deze intentie bij onze voorouders aanwezig, maar de
voortgang richting onze moderne tijd, heeft ons mijlen ver van de bron van
waarheid verwijderd. Zo ook is afgoderij een vorm van afhankelijkheid.
Deze afhankelijkheid komt ten goede aan de machtige instellingen op deze aarde,
die de onwetendheid van haar burgers misbruikt om zelf daar haar winstbejag uit
te putten. Daarbij kan geen enkel beeld geen enkel hallucinerende middel u hulp
zijn in de ontwikkeling naar een hoger bewustzijn. Dit moeten wij zelf ervaren,
door ons zelf in de maatschappij te plaatsen en de spiegels waarin wij ons
koesteren te door schouwen.
Moeilijk is het wel met alles wat
onze maatschappij zo eenvoudig voorschotelt. De macht is nu nog in handen van
Angro Mainyoes, die ons in onwetendheid dompelt. Maar de macht is aan ieder van
ons, wanneer we ontwaken voor de enige juiste waarheid en die vinden we diep in
ons hart. En zijn deze rituelen er om ons ter wille te zijn om uiteindelijk ook
in alle vrijheid een keuze te maken, het zij zo. Het is goed zoals het is, het
is Gods plan en ook ik maak er deel van uit. Het is aan u wat u innerlijk als
waarheid ervaart, dit is mijn interpretatie, ik bied u de vrijheid uw eigen
interpretatie te maken.
Het Sacred Haoma
Het heilige Sacred Haoma, heeft zijn oorsprong in de Indo-Iraanse
religie en is verwant met het Vedische Soma.. Beide Avestaans haoma en
Sanskriet Soma zijn afgeleid van het proto-Indo_iraanse Sauma.
De fysieke kenmerken worden
beschreven in de Avesta tekst:
De plant heeft stengels,
wortels en takken (Yasna 10,5) Het heeft meegaande ASU (Yasna 9,16) De term ASU
wordt alleen gebruikt in combinatie met Haoma, Zij verwijst naar ‘takjes’
‘vezels’ of ‘kiemen’. Het is hoog (Yasna 10.21, Vendidad 19,19) Het is geurig
(Yasna 10,4) Het is goud-groen (Yasna 9,16 geheel) Het kan worden ingedrukt
(Yasna 9.1, 9.2) Hij groeit op de bergen, verspreid zich snel, behalve op de
vele paden Yasna 9,26, 10.3-4 geheel) Om de kloven en ravijnen (Yasna 10-11) en
op de richels (Yasna 10,12)
Het bevordert de genezing (
Yasna 9.16-17, 9.19, 10.18, 10.9)
Het bevordert de seksuele
opwinding (Yasna 9.13-15, 9,22)
Het is fysieke versterking
(Yasna 9,17,9,22,9,27)
Het stimuleert de alertheid en
bewustzijn (Yasna 9,17,9,22, 10,13)
Het licht bedwelmende extract
kan worden geconsumeerd zonder negatieve bijwerkingen (Yasna 10,8)
Het is voedzaam (Yasna 9.4,
10.20) en meest voedzaam voor de ziel (Yasna 9,16).
In het huidige Zoroastrianisme
kan niet worden uitgesloten dat het fabrikaat zoals dat vandaag wordt gebruikt
een surrogaat is van middel dat de oude Zoroastrians gebruikten voor hun
rituelen.
In de oude praktijk was Ab-Zohr
het rituele hoogtepunt van de Yasna dienst.
Ab-zohr is de Perzische term
voor het aanbidden, het offeren aan het water. De procedure staat bekend als de
aap in de zaothra Avestaansetaal (Yasna 61,1) ab-zohr, in het moderne Perzisch.
De yazatha Haoma,(1) ook bekend
in het midden Perzisch als Hom yazad, is de belichaming van de kwintessens van
de Haoma plant, vereerd in de hymnen Yasna 9 – 11. In deze hymnen verschijnt
Haoma voor Zarathoestra als een "mooie man". Die Zarathoestra vraagt
het haoma te verzamelen voor het zuiveren van het water .In het Avestaans is (
enkelvoud Apo) grammaticaal vrouwelijk. Het midden Perzisch equivalent is
Zetten (2)
(1)Yazatha is het Avestaanse
woord voor ‘volgeling’ van Zarathoestra. Het woord heeft een brede betekenis,
maar is in het algemeen bekend als goddelijkheid, een wezen van aanbidding
waardig of een heilig wezen.
De yazata’s vertegenwoordigen
gezamenlijk de goede bevoegdheden in het kader van Ahoera Mazda, waarbij deze
laatste "de hoogste/grootste" is van de yazata’s.
De term yazatha wordt gebruikt
in de oudste teksten van het Mazdaisme en zijn door Zarathustra zelf
gecomponeerd. In deze wordt yazata neergezet als generiek, gelijk aan God,
alsook aan de "goddelijke vonken" die we in de latere traditie terug
vinden als de Amesha Spentas. In de Gatha’s, zijn de yazata’s om te worden
aanbeden, terwijl de daeva’s er zijn om te worden afgewezen.
Vandaag de dag worden de
yazata’s vergeleken met de engelen van het christendom. In deze worden de
Amesha Spenta’s van het Mazdaisme voorgesteld als aartsengelen van God, met de
hamkars als de ondersteuning van tal van mindere engelen.. ‘Yazata’s als
engelen wordt algemeen geaccepteerd, zowel onder de gewone mens als in
academische literatuur.
Onder de moslims van het
Islamitische Iran, Sraosha kwam als "misschien als de populairste van alle
ondergeschikte Yazatas" voor als de Engel Surush.
Yazata’s van de Gathas zijn: Sraosha,
Ashi, Geush Tashan, Geush Urvan, Tushnamaiti en IZA.
(2) Zetten; Eerbied voor het
water zit diep gegriefd in de leer van de Mazdayanians en Zoroatrians. Het
aanbidden van de wateren: De aap zaothra-de ceremonie is letterlijk een
aanbidding voor de "versterking van de wateren" .
Het Avestaansenaamwoord APAS
komt precies overeen met het Vedische Sanskriet APAS. In beide Avestaanse en
Vedische Sanskriet teksten is ap- "water", het water- of golven of
druppels, of collectieve stromen, plassen, rivieren etc. worden
vertegenwoordigd door de APAS, de groep goden van de wateren. Deze
identificatie van het goddelijk element is gelijk in beide culturen.
Het water wordt beschouwd als
en primordiaal element. In de kosmologie zijn de wateren na de hemelen geschapen.
Niet minder dan zeven
zarathoestra goden worden geïdentificeerd met de wateren. Alle drie Ahoeras
(Mazda, Mithra, Apam Napat), twee Amesha Spentas (Haurvatat, Armaiti) en twee
mindere Yazata’s (Aredvi, Sura Anahita en Ahurani).
Abans, een krater op Ariel, een
van de manen van Uranus, is vernoemd naar te Zetten.
In het zevende hoofdstuk Yasna Hptanghaiti, dat taalkundig net zo oud is als de
Gatha’s zelf, worden de wateren vereerd als de Ahuranis, echtgenotes van de
Ahura (Yasna 38,3) In Yasna 38, dat gewijd is aan " de aarde en de heilige
wateren" APAS. Wordt beschouwd al de bron van leven. "Moeders van ons
leven". In Yasna 2.5 en 6.11, APAS is "Mazda-vrouw en heilig. Ahurani
draagt de kwaliteiten in zich van gezondheid, welvaart, het bekend zijn met de
welzijn van de ziel: Yasna 68,11 vraagt de toegewijde Ahurani om een lange
levensduur en en welkom in het pardijs "Ashavan". In Yasna 68,6,
vdertegenwoordigt zij de wateren, in vele variaties: rivieren, bronnen, meren,
zeeen, sneeuw, en regen, en is het synoniem met de APA'S, de groep Indo-Iraanse
Godheden van het water. In andere verzen word Ahurani vereerd als
verlichtenddenken, spreken en handelen(Yasna 68,4). In de lijn met de
Indo-Iraanse traditie wordt zij geindentificeerd met het water en wijsheid.
Ahurani staat beschreven als brenger van vruchtvbaarheid en vrede. In Yasna
68,1-2 (Ab-Zohr) als aanbieder van het water.
In het Zetten Yasht (Yasht 5)
is de verering van het water specifiek gericht op Arevedi Sura Anahita, een
godheid die geïdentificeerd wordt met het water, oorspronkelijk als de
"wereld rivier" die de aarde omringt. Twee rivieren, een naar het
oosten en een naar het westen stroomde eruit en omringde de aarde. Waar ze
vervolgens werden gereinigd door Puitika of Putik, het getijdengebied van de
zee, voordat de stroom terugkeert naar Vourukasha.(Budahesh 11.100.2, 28,8)
Elke tiende dag van de maand is
gewijd aan de goddelijkheid van de wateren onder wiens bescherming de dag
daarna ligt. Ook de achtste maand van het jaar staat op de kalender, dat wil
zeggen de 10e dag van de achtste maand, wordt gevierd met het
aanbieden van snoep en bloemen aan een rivier of zee.
Ab-Zohr
Ab-Zohr is het hoogtepunt van de grotere Yasna dienst, de
belangrijkste volgeling van Zarathoestra doet de daad van aanbidding, een
recitatie van de Yasna liturgie. Letterlijk betekent Ab-Zor, offeren aan het
water (Ab, water, Zohr, offering) De procedure is ook bekend als de aap in de
Zaothra Avestaanse taal. (Yasna 61,1) De Parsi Zorastrians naam voor de
procedure, Dzor-melavi (dzor, sterkte, kracht, Melavi, in te voeren)
weerspiegeld het symbolische doel, die bedoeld is om het water door zuivering
de kracht middels de procedure toe te voegen. Het zogenaamde levende water, of
heilig water.
De haoma plant is de bron voor
de essentiële ingrediënten voor de parahaoma, het gewijde vloeistof zaothra
vormt de aanbidding. Deze twee van elkander onafhankelijk bereidingen vormt de
parahaoma.
Beide preparaten worden tussen
zonsopgang en middags, in de Hawan gah (Avestisch: Havani Ratu), het
"moment van de persing"
De eerste parahaoma wordt
ijdens de inleidende riten bereid (voorafgaand aan de Yasna) De tweede
parahaoma bereiding gebeurd tijdens het middelste het 3e deel van de Yasna
dienst.
De recepten voor de twee
parahoma preparaten zijn niet identiek, maar komen grotendeels met elkaar
overeen. In beide gevallen zijn de ingrediënten 3 kleine haoma twijgen; gewijd
water, twijgen en bladeren van een granaatappel boom. De tweede Parahoma melk
(in Iran van een koe, in India een geit) De wijding van het water en haoma,
gebeurd ook voor de aanvang van de ceremonie.
In de bereiding van de eerste
parahaoma, worden de bladeren of kleine takjes van de granaatappel boom in
stukken gesneden, en samen met gewijde haoma takjes en een beetje gewijd water
samen geperst. De vloeistof wordt bewaard in een kom, terwijl de twijgjes en
het blad bij het vuur te drogen wordt gelegd.
De tweede Parahaoma bereiding
vindt plaats tijdens het middelste 3e deel van de Yasna seremonie. Gaat als het
vorige maar nu met melk. De takje sen bladeren worden nu meer belast, en begint
met het reciteren van de Yasna 22, en men blijft de takjes, de bladeren en de
melk door bewerken tot aan het begin van Yasna 28 (Ahunavaiti Gatha) Tijdens
het reciteren van Yasna 25 biedt de priester het mengsel op aan de
"wateren".
De stamper (vijzel) blijft
onaangeroerd tijdens het reciteren van Yasna 28. Uiteindelijk, zal tijdens het
reciteren van de Yasna 31-34, de priester het mengsel in de vijsel samen
stampen en vervolgens het vloeistof in de pot dat ook het eersteparahaoma bevat
toevoegen. De twijgjes en het blad van het 2e parahaoma wordt ook te drogen
gelegd bij het vuur.
Yasna 62 markeert het begin van
de laatste fase van de Yasna dienst. Aan het begin van het reciteren van dit
hoofdstuk zal de priester die de eerste parahaoma bereidde, verplaatst nu de
droge takjes en bladeren naar het vuur zelf. Dit gebeurd op een bepaald punt
tijdens de voordracht van de liturgie, de verbranding van het residu is geen
offer aan het vuur, maar het rituele aspect van het ontdoen van materie.
Yasna 62,11 markeert tevens het
begin van de werkelijke ab-zohr. Tijdens de volgende recital Yasna 62, 65, en
68 zal de priester herhaaldelijk de samengevoegde parahaoma’s herhaaldelijk
tussen twee schalen en een vijzel verenigen, zodat aan het eind van Yasna 68,
er drie schalen met de zelfde vloeistof inhoud zijn.
Vervolgens wordt de dienst
beëindigd met Yasna 72 meteen daarna draagt de priester de schaal parahaoma
naar een put of beek of stroom. Daar wordt in drie scheuten een plengoffer
gebracht aan het water, begeleid door aanroepingen aan Aredvi Sura Anahita. De
overgebleven parahaoma in de twee schalen wordt gegeven aan de personen die de
ceremonie bijwonen. Vanaf dat moment kunnen de deelnemers er voor kiezen om een
klein beetje te drinken of aan een zuigeling of stervende schenken. De rest
wordt weggegoten over de wortels van een vrucht dragende bomen.
Het aangeboden parahaoma
mengsel vertegenwoordigd de fauna (de melk) en plantaardig leven (het sap van
de granaatappel bladeren en takjes) in combinatie wordt aan het mengsel
versterkende genezende eigenschappen toegeschreven.
De voorbereiding van het gewijd
water (parahaoma) symboliseert het leven gevende water. Het voornaamste doel
van de ab-zohr is het zuiveren van de wateren, zoals blijkt in de yasna 68,1
waar het zaothra (aanbidding) zorg goed voor de wateren. Ahoera Mazda vreesde
voor de vervuiling door de mens van de wateren; Bundahesh 91,1. De symboliek
weerspiegelt de oer-wateren, de onderste helft van de hemel, waarop het
universum ligt, en waar twee rivieren de aarde omcirkelen. Door het Haoma
zuivert het water.
Het
Haoma vraagstuk
Sinds Anquetil Duperron de Avesta beschikbaar maakte voor de
Westerse wereld, hebben een aantal geleerden getracht representatieve
botanische equivalent van de Haoma te bedenken.
Het betreft een van de oudste
vraagstukken in de geschiedenis van de religie, de mythologie, de linguïstiek
en de botanie. Uit de van het kruid wordt door de priesters tijdens een
langdurig ritueel een vloeistof geperst (parahaoma) Het drinken ervan wordt
beschouwd als een spirituele ervaring. Haoma zo wordt verteld is de levensboom,
is schenker van onsterfelijkheid en stimulans voor het doen van het goede. Het
haoma ritueel, dat wordt uitgevoerd in een heilige ruimte waar een eeuwige vlam
brandt, wordt beschouwd als een symbolisch offer dat door de priesters wordt
gebracht onder het zingen.
Sinds de 18e eeuw heeft het
Zoroastrianisme en het haoma ritueel de aandacht getrokken. Westerse geleerden,
filosofen, en kunstenaars hebben haoma en het
gedachtegoed van het
Zoroatrianisme zij het niet altijd goed geïnterpreteerd in hun werk opgenomen.
De ingrediënten van het
parahaoma bestaan uit een ruw plantenextract van de Haoma plant, gemengd met
koemelk of geitenmelk. Er wordt door sommige theologen en Indologen een zekere
geestbeïnvloedende of hallucinogene eigenschap aan toegekend.
Speculaties over de botanische
identiteit van de oorspronkelijke Haoma plant bestaan al sinds de oudheid vóór
Herodotus en variëren van Cannabis, Psylocibine, de vliegezwam (Amanita
muscari), rabarber tot het kruid Ephedra.
Van oorsprong werden de twijgen
van een plant met de naam "Baresman" gebruikt het zou gaan om de
takken van de granaatappel. Een bundel takken symboliseert in het
Zoroastrianisme nog altijd kracht en zuiverheid. Zarathoestra verwierp de
priester-cultus. Het ritueel dat tegenwoordig nog door de Zoroastrians wordt
beoefend, waarbij de plant Ephedra (Ephedra gerardiana of Ephedra
vulgaris) wordt gebruikt is vermoedelijk de oudst bekende medicinale plant. Het
wordt als medicijn al sinds duizenden jaren gebruikt door de Chinezen (als Ma
Huang) en door de Indianen in California (als Mormon tea).
Archeologische vondsten uit de
tijd van de Mohenjo-Daro cultuur (3000-2500 v.Chr.) en de Harappan periode
(2500-1800v.Chr) wijzen al op een Haoma/Soma cultus. Later werd via de
zijderoute handel gedreven in het kruid door de Scythen, de indo-Iraniers en
andere etnische bevolkingsgroepen die leefden in Centraal Azie, in de omgeving
van de berg Mount-Elbrouz, het Himalaya gebergte en Turkenistan.
De werkzame chemische
verbinding van het kruid is de entheogen Ephedrine, vergelijkbaar met
amfetamine en dat in neusdruppels werd verwerkt als middel tegen verkoudheid,
bronchiale klachten en als ‘pepmiddel’ voor bodybilders.
Bij hoge doses kunnen er
aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, het hart en de lever ontstaan.
Vergelijkbaar taalkundig
onderzoek wijst echter uit dat het epitheton "intoxicant" (giftig)
voor de Haoma drank in de taal van de Avesta en de RigVeda de betekenis heeft
van "heilzaam medicijn".
Haoma wordt beschreven als
"rechtvaardig", "wijs" en "inzicht gevend".
Farmaccologische en
toxicologische kenmerken van de drank en immunologische factoren in het
menselijk lichaam doen veronderstellen dat de parahôm geen hallucinogene
eigenschappen bezit. De dagelijks ingenomen dosis Ephedrine van de drank van de
Zoroatriërs blijkt namelijk veel lager dan de NOEL om ook maar enige
hallucinerende symptomen te veroorzaken. Consumptie van de drank zou echter een
nadelig effect hebben ten gevolge van lactose-intolerantie (het onvermogen om
lactose te verteren) Deze erfelijke aandoening heeft een hoge prevalentie onder
de bevolking van Eurazië en onder de Indianen. Door het drinken van de melk
bevattende parahôm kunnen zodoende wel stofwisselingsklachten worden
veroorzaakt.
Granaatappel
: (pomegranate, Punica
granatum:"purperrode veelzadige vrucht uit Phoenicië") Deze plant
(grenadine siroop wordt eruit bereid) staat bekend om het hoge gehalte aan
Vit.B6,C en E, polyfenolen en ellagitanninen (anti-oxidanten) en ellaginezuur
(anti-carcinogene en tumor-repressieve werking). Het sap (van de vrucht en de
twijgen) bezit een parasietendodende werking en wordt tegenwoordig gebruikt bij
chemopreventie van prostaatcarcinoom. De granaatappel is endemisch in de
Hoogvlakte van Iran en in China en wordt al duizenden jaren beschouwd als en
heilzame medicinale plant. Het sap van de wortel en de bast bevat de alkalodide
pelleterine, een afdrijfmiddel voor lintwormen.
In de oudheid werd er een zekere spirituele toestand van het bewustzijn aan
toegekend. De schil van de vrucht wordt gebruikt als middel tegen dysenterie.
De granaatappel is tevens het symbool van de wederopstanding in het christendom
(zie ook Hooglied 4:16), en wordt ook geassocieerd met de appel van Eva.
Volgens overlevering gebruikten de Egyptenaren het sap van de vrucht als
anticonceptivum. Hartkloppingen zouden verminderd worden na het reelmatig
drinken van granaatappelsap.
Entheogen:
Theo=god, spirit,
gen+creatie/schepping. Een plantaardige chemische verbinding waarvan wordt
verondersteld dat deze na inname geestverruimende of hallucinogene ervaringen
opwekt. Haoma in de Avesta en Soma in het Sanskriet kunnen worden afgeleid uit
het proto_Indo_Iraanse Sauma. De taalkundige stam van woord Haoma, Hu, en van
Soma, Su-, betekent ‘persen’ of ‘drukken’.
Uit de scripten van Zarathoestra is op te maken dat er twee soorten Haoma zijn:
de witte haoma en de pijnloze boom: boom vankennis’ en’de levensboom’ zoals in
de bijbel verhalld wordt en waarschijnlijk ook al een rol heft gespeeld in het
beroemde Gilgamesh epos (het kruid van de eeuwige jeugd). In de laatste helft
van de 20e eeuw, probeerden verscheidene studies om Haoma als psychtrope substantie
te bestempelen gebaseerd op de veronderstelling dat met het proto-Indo-Iraanse
‘Sauma’ een hallucinogeen zou zijn bedoeld (entheogen). Dit wordt echter niet
gesteund door de teksten zelf of door de observaties uit de praktijk.
NOEL:
No Observable Effect Level. Hieronder
wordt in de toxicologie verstaan de dosis van een bepaalde chemische stof
warbij na inname nog geen nadelig effect kan worden waargenomen. De parahôm
drank bevat 12 – 50mg Ephedrine terwijl de legale geschat wordt op 400 mg
Ephedrine per kilogram lichaamsgewicht voor een volwassene.
www.universelevrede.nl
Auteur: Antoinette Meesters
Het begin der dingen
Het verhaal van de leer van Zarathustra,
begint bij het Iraans-Perzische verhaal over het begin der dingen. Van waar uit
de schepping zich ontwikkelt door, zich in een vorm te manifesteren, wederom
steeds weer verschijnt en zichzelf verjongt, op een hoger evolutionair niveau,
in een symbolische duur van 12.000 jaar. In het eerst kwart zijn de
oorspronkelijke scheppingen voortgekomen uit de Eeuwige werkende intelligentie,
de Godsgedachte; Ahoera Mazda, Heer van het Licht, en Ahriman de Heer van het
Duister, zuiver subjectief en op een hoog geestelijk niveau, dat ons begrip
volledig te boven gaat. In de 2e fase van 3000 jaar, geschied geheel naar de
wil van Ahoera Mazda, het laat ons de opkomst van de evolutionaire ontwikkeling
uit eigen kracht van het begin van de werelden zien. In de 3e periode, is een
gemengde toestand van strijd tussen de krachten van het Licht en van de
Duisternis. In de laatste 3000 jaar worden alle duistere geesten overwonnen en
opgenomen in het Oneindige Wezen.
De
Zarathoestrische-Iraans-Perzische literatuur
Bij de Parsen in Surat vond
Anquetil Duperron, die zich in 1755 als gewoon soldaat door de Indiase
Compagnie had laten aanwerven ten einde in India oude handschriften te kunnen
verzamelen, de Pehlevi-Zend-Avesta, die hij in 1761 naar Europa bracht, samen
met een paar latere Indiase dichtwerken van de Zend-Avesta; de Bundehesh en de
Dinkhard, die een zeker overzicht over de verloren gegane gedeelten van de
oorspronkelijke Avesta verschaffen en in zekere andere gedeelten een goede
aanvulling voor de ons tot nu toe bekende brokstukken van de Avesta vormen.
De
Zarathoestrische-Iraans-Perzische literatuur is geïnspireerd geweest door de
geestrijke leringen in de Zend-Avesta die betrekking hebben op de schepping van
hemel en aarde, de gedachte van het eeuwig leven, het herstel en de opstanding
van de mens en de vereffening of transmigratie, en die de weg wijzen naar de
enige poort waar de mens doorheen moet gaan om de majesteit en de heerlijkheid
van de Heer God Mazda deel te hebben.
Terwijl de overige wereld
destijds tevreden was met de lagere hartstochten van de menselijke
lichamelijkheid en roof en oorlog, blikte het Avestisch-Iraans-Perzische
gedachteleven in de toekomst en zocht het naar mogelijkheden van vooruitgang in
de richting van de volmaaktheid en van het eeuwig leven.
De belangrijke Zend-Avesta
geschriften bestonden uit 2 op perkament geschreven delen, die in het
Iraans-Perzisch gebied in de stevig versterkte gewelven van een Iraanse tempel
werden bewaard, en als een kostbare schat werden behoed en beveiligd voor de
afgunst van andere stammen.
Als leerling van de Griekse
filosoof Aristotoles wist Alexander de Grote af van deze schat. Hij besloot
deze schat, om deze bron van weten en wijsheid naar Griekenland te halen. Met
de verovering van Perzië zou hij in het bezit van de beide exemplaren van de
Zend-Avesta zijn gekomen.
Volgens de overleveringen,
bracht hij één exemplaar naar Athene, en om de Perzen voor altijd van de schat
te beroven, liet hij het andere exemplaar in Ekbatana verbranden. Ook is het
mogelijk dat Alexander slechts in het bezit van één exemplaar kwam, en voor het
andere de geruchten liet verspreiden als zij dit exemplaar vernietigt.
Natuurlijk hadden de behoeders van dit ene exemplaar geen behoefte om zijn
uitspraken tegen te spreken.
In Athene werd de Avesta nu de
hoofdzaak bij de studie aan de hogeschool en hij verschafte de Grieken
filosofie en cultuur nieuwe impulsen en eek een nieuwe richting die in het
Syncretisme, in de Gnosis en in het Neo-Platonisme tot uiting kwam en die zijn
hoogtepunt bereikte in de grote ommekeer op religieus gebied met het optreden
van Jezus.
Later moet dit exemplaar van de
Zend-Avesta van Athene naar de bibliotheek van Alexandrië in Egypte zijn
gebracht, alwaar hij het middelpunt van alle studies vormde, dus ook voor
Jezus, toen deze zich voor studie in Alexandrië ophield. Met de bibliotheek
brand bij de verovering van Alexandrië door de Arabieren in 640 na Chr. Ging
dit exemplaar van de Zend-Avesta verloren. Ten gevolge van de verovering van
Perzië door Alexander de Grote werd het Perzische rijk na diens vroegtijdige
dood in stukken verdeeld en de hoge Perzische cultuur geraakte in verval. Maar
een paar eeuwen later ontstond er in het rijk der Perzen onder de Sassaniden
(226-642 na Chr.) een hernieuwde opleving, waardoor het weer tot grote bloei
kwam.
De nog voorhanden zijnde
gebleven resten, brokstukken en oorkonden van de 21 Avestaboeken werden
verzameld, herschreven en vertaald in het Pehlevi, de Midden-Perzisch-Iraanse
taal en die vormden in Perzië en ook n het Westen, voor zover de Perzische
invloed daar doordrong de grondslag voor een nieuwe cultuurperiode. Bij het
herschrijven en het vertalen zijn de zuivere Zarathoestrische gedachtegangen
van de óórspronkelijke Avesta min of meer verloren gegaan en zo drong de
invloed van de gedachtegang van het Syncretisme, de Gnosis en het
Neo-Platonisme zich op de voorgrond, zodat men hier wel rekening mee moet
houden bij de beoordeling van dit nieuwe Perzische geschrift.
Ook na de Sassanidentijd moest
de opnieuw verschenen Zend-Avesta heel wat gevaren trotseren, toen de inval van
de Mohammedaanse Arabieren in 664 na Chr. De Zarathoestrisch-Iraans-Perzische
religie onderdrukte en hun tempels en andere cultuur plaatsen verwoestte. Een
deel van de Perzen emigreerde naar India, bleef het Zarathoestrisme trouw en
legde de grondslag voor de nu nog bestaande Parsen-gemeenten, hoofdzakelijk in
Bombay en Surat. Deze Perzen namen de delen van de Zend-Avesta, die hun nog
waren overgebleven, mee. Het belangrijkste deel ervan de Vendidad, dient nu nog
altijd als een leidraad, waar ze zich aan vast houden, zodat zij tegenwoordig
tot de intelligentste en de meest onderneming lustigste stammen van India
behoren, terwijl de naar de noordelijke Perzische provincie Mazanderan
geëmigreerde Avesta-Perzen geleidelijk aan het uitsterven zijn.
Bij de Parsen in Surat, vond
Anquetill Duperron de oude Pehlevi-Zend-Avesta geschriften. Die hij in 1761
naar Europa bracht met een paar Indiase dichtwerken van de Zend-Avesta, de
Bundehesh en de Dinkhard, die een zeker overzicht over de verloren gegane
gedeelte van de oorspronkelijke Avesta verschaffen en in zekere mate een goede
aanvulling zijn voor de ons tot nu toe bekende brokstukken van de Avesta.
De Bundahesh
Bij de Parsen in Surat, vond
Anquetill Duperron de oude Pehlevi-Zend-Avesta geschriften. Die hij in 1761
naar Europa bracht met een paar Indiase dichtwerken
van de Zend-Avesta, de
Bundehesh en de Dinkhard, die een zeker overzicht over de verloren gegane
gedeelte van de oorspronkelijke Avesta verschaffen en in zekere mate een goede
aanvulling zijn voor de ons tot nu toe bekende brokstukken van de Avesta.
De Bundehesh, Bundahi’s, ofwel
bundahishn ("creatie") ook wel Zand-Agahih (kennis van het Zand),
heeft 3 hoofdthema’s: 1e de oprichting, 2e de aard van het aardse wezen, 3e en
de Kayanians.
Even een zij sprong makend naar
de Kayanians, dan zien we dat zij een semi-mythologische dynastie waren, maar
ook waren de Kayanians de helden van de Avesta !
Een eerste omschrijving van de
Kayanian Koningen is te vinden in de Yashts van de Avesta. Waar de dynast
offers aanbied aan de Goden om hun steun te verdienen in de eeuwige strijd
tegen hun vijanden, de Anaryan’s, soms aangeduidt als Turanians. Yasht
5,9,25,17,45-46, Haossav een Kayanian koning later bekend als Kay Koshrow,
staat beschreven als de koning die de verschillende Arische stammen verenigde
als een natie. Yasht: 5,49,9,21,15,32,17,41. Samen met Zarathustra en Jamasp
bidden zij tot de beschermheilige Vishtaspa. Tegen het einde van de
Sassanidische periode ( er waren vier dynastieën te weten: de Pishdadians – de
Kayanians – de Ashkanians – en de Sasanians) , Khosrow II (590-628 ), ontstond
het boek van de koningen, een lange geschiedschrijving die teruggrijpt vanaf
Gayomart (de reine en volmaakte mens).
Gerangschikt zijn de
beleveningen van de 50 koningen en koninginnen) De ingeving tot het schrijven
van het boek van de koningen, was de verslechterde geest en de desastreuze
wereldwijde klimaatveranderingen (535-536) De Iraniërs vonden troost in het
verzamelen van legendes uit hun verleden. Na het ineenstorten van het
Sassanidisch rijk en de latere opkomst van de Islam, vielen de legendes uiteen.
De Bundehesh, een pavlaviwerk,
lijkt in haar huidige staat op een verzameling van fragmenten met betrekking op
de kosmogonie mythologie, en de legendarische geschiedenis onderwezen door de
Mazdayasian traditie. Het verhaalt de schepping in het kader van de goede en
kwade invloeden.
Dit werk maakt deel uit van en
verzameling Pahlavi teksten, het hele manuscript wordt aangeduid als de Grote
Bundahi’s of Bundahi’s van honderd hoofdstukken, een relatief moderne
complicatie met details van de religieuze wetten van de Parsis.
De persoonlijkheden die in de
geschriften optreden, zijn noch Goden, noch Halfgoden, maar verpersoonlijkte
attributen, eigenschappen, bekwaamheden, toestanden en dergelijke, die de
schrijver of dichter ons voor ogen wenst te stellen. Wanneer we deze Goden in
de mythologieën van de westerse wereld met elkaar vergelijken, vinden we heel
gemakkelijk de bevestiging dat het altijd gaat om de verpersoonlijkte
eigenschappen, deugden, ondeugden etc.
Deze oude geschriften zijn niet
op de ons bekende wijze te bestuderen, wanneer wij ze ons eigen willen maken
dan moet men als het ware de achter de woorden staande betekenis en bedoeling
zoeken. De schrijver zal bijvoorbeeld de goede eigenschappen van het vuur
begrijpelijk willen maken en zegt dan dat de gelovige aan de God van het vuur
een offer moet brengen, om van hem hulp te kunnen ontvangen.
" Maar als dat offer dan
bestaat uit een gebedsoefening met langdurige uitademingen en korte
inademingen, dan spreekt het vanzelf dat het electrisme, de kracht die
verwarmend werkt in het lichaam, wordt versterkt, dat bepaalde processen van
omzetting en uitscheiding op gang worden gebracht en dat de gezond wording
hierbij baat vindt, zodat de "God van het vuur" het gebed scheen te
hebben verhoord".
(Overigens: de Zoroastriens
aanbidden het vuur als synoniem voor de heilige kracht die de bron is van alle
energieën en vanwege zijn zuiverende functie dat symbool staat voor ‘waarheid’,
en ‘rechtschapenheid’)
Zo zien we in al de oude offer-
en gebedsceremonies goeddoordachte en inderdaad goedhelpende genezende
oefeningen. Omdat door die oefeningen de tot dan nog sluimerende en daarom nog
niet werkzame krachten of goddelijke machten in werking treden: "de Goden
schieten te hulp". Alleen zo ontdekken we de ware betekenis en alleen zo
trekken we nut voor onszelf uit de oude geschriften. De Zend-religie berust op
de alomvattende enige Godheid die de geestelijke, abstracte oergrond van alle
verschijningvormen is; deze laatste berusten op hun beurt op de wet van de
dualiteit, de twee-eenheid.
In het 1e hoofdstuk van de
BUNDEHESI leest men het volgende:
De Eeuwigwerkende
intelligentie, de Godsgedachte wilde zich in de wereld der verschijnselen
gestalte geven, Hij wilde zijn gedachten belichamen en Hij vroeg zich af ‘of ‘
het hem wel zou lukken een zoon te baren die de wereld zou kunnen scheppen.
Deze twijfel leidde echter tot een onvolmaakte belichaming, tot de geboorte van
het duistere, de schepping tegenwerkende zoon, Ahriman. Bij het eerste ontwaken
van een eindige tijd, kwam uit de leegte, waar duisternis zich mengde met het
eeuwigdurende Licht, de zoon van het licht, de zoon van de positieve
bevestiging, van het ‘ja’ geboren, namelijk Ahoera Mazda, het eeuwige licht,
waaruit alles wat zich openbaart ontspringt. De zoon van de duisternis
daarentegen leeft in onkunde, in domheid en hij leert alleen door de gevolgen
van zijn daden te moeten ondervinden, in plaats van door intelligente
waarneming
Tussen licht en duisternis,
ligt de sfeer waarin de vereffening tussen deze, als tussen twee polen, plaats
vindt. In oorsprong zijn ze beide oneindig en eeuwig, maar bij de uitwerking in
elke verschijningsvorm worden ze eindig en daardoor onderworpen aan de wetten
van tijd en ruimte. (Zervan Akarana) Daarmee is dus alles wat gemanifesteerd
zou worden, alles wat wij om ons heen zien de gehele natuur met al het levende,
is in oorsprong in een Goddelijke omarming aanwezig. In een oneindige cirkel
van een onkenbare Tijd en Ruimte.
Ahoera Mazda de lichtgedachte
die de duisternis doordringt, is alwetend en Hij is zich daarom van de alom
tegenwoordigheid van Ahrima bewust. Daarom kent Hij ook de middelen die aan de
duisternis een einde kunnen maken. Allereerst schiep Ahoera Mazda zich daarom
in zijn gedachte de Lichtgestalten, aan wie Hij de oplossing van die middelen
kon toevertrouwen. Ahriman die alles wist na te doen had geen begrip van de
onaantastbare Lichtgedachte van Ahoera Mazda en viel hij die aan met
bedrieglijke ideeën uit de wereld van de schaduw en van de nacht.
Ahoera Mazda voorzag zijn
overwinning en poogde de strijd beperkt te houden, en wist Ahriman te overreden
dat de strijd tot op 9000 jaar zou worden beperkt. Ahoera Mazda overzag dat de
dingen de eerste 3000 jaar naar zijn wil. Zelf zonder begin noch einde, vormde
Ahoera door zijn denken de eerste onzichtbare, nog ontastbare oorspronkelijke
materie de ideële vorm van de werelden die geboren zouden worden en deze vorm
van Hemzelf en Zijn schepselen bleven in deze eerste fase van 3000 jaar in een
geestelijke toestand, zonder te denken, zonder te bewegen en ontastbaar.
Deze materie leefde, het kon
denken en voelen, dus de oorspronkelijke ontwikkeling toestanden van de wereld
en de mens berusten op het feit dat er iets geestelijks in de stof aanwezig
was.
Ahoera Mazda voorzag door zijn
alwetendheid dat de dingen in de eerste 3000 jaar naar zijn wil, In de tweede
3000 jaar naar een menging van beider bedoelingen zou verlopen en dat in de
derde 3000 jaar de Lichtgestalten het scheppen van nachtgestalten zouden
verhinderen.
Nadat deze overeenkomst was
gesloten sprak Ahoera Mazda het gebed "Ahoena Vairya" ( het
"onze Vader van Zarathustrische leer) dat uit 21 woorden bestaat, 3x7; met
dit gebed bracht hij Ahriman voor de eerste 3000 jaar in verwarring.
De
tekst van dit gebed luidt:
Yatha Ahoe Vairya atha ratoesh ashatshit hatsha
Vanheush dasda mananho shiaotananam anheush Mazda i
Kshatremtsha
Ahoerai a vim dregoebio dadat vastarem.
Orde
Gods is ‘t allerbeste, daar ontspringt de heelheid uit, Hij is ‘t loon voor ‘t goede
denken, voor de arbeid hier op aarde, Voor God’s leiding in ons hart en voor
hulp aan onze naaste.
Voor
het tweede deel van zijn afweer schiep Ahoera Mazda de 7 goede attributen, de
Fravashi’s, de Engelen, de Godsdeugden. De Amesha Spiënta’s, die de lichtgestalten,
de scheppend denkende mens veilige leiding geven in zijn strijd tegen onkunde
en bijgelovigheid van de gedachteloos levende mens. Het zijn dezelfde zeven
deugden, die de heilige Zarathoestra al te hulp waren gesneld.
ASHA
Asha;
waarheid. Gerechtigheid, kosmische orde.
Het Avestan woord Asha is gerelateerd aan de Sanskrietwortel
RTA wat betekent "eeuwige wet en orde." De Indo-Europese woord- wortel werd, in de moderne
talen, woorden als "rechts", "gerechtigheid",
"ritueel" en "rite."
Asha betekent: rechtvaardigheid, wet, kosmische orde, waarheid,
rechtvaardigheid. Het is één van de zeven Amesha Spentas, de zeven oer
personificaties ofwel uitingsvormen van God, waardoor Gods wil wordt gedaan en
waardoor we God kunnen bereiken.
Wat
is echt Asha, zoals de profeet Zarathushtra opgevat
in zijn poëtische Gathas? Asha is in de eerste plaats de Waarheid, het
tegenovergestelde van de Leugen, en omvat alle duidelijke en objectieve visie’s, van goede gedachte, woord en daad. Dan is het de"gerechtigheid", en
die een verbintenis vormt die de samenleving op bouwt en leidt in de richting
van de gezondheid, vrede en goede wil. Deze acties
worden niet voorgeschreven, of opgelegd maar ze zullen variëren als de
voorwaarden. Echter, de onderliggende oproep tot juiste actie
blijft. Asha is ook WET - niet een voorgeschreven set van geboden, maar een
beschrijving van de universele wetten die ons leven en alles om ons heen
regeren.
Asha is onpersoonlijk. In het zoroastrisme,
is Ahura Mazda
niet het type van God die de wetten van de werkelijkheid zal schoferen om een punt te maken of om iemand te helpen. Zarathoestra's, zijn er geen, wonderbaarlijke genezingen,
wonderbaarlijke plagen of bevrijdingen, geen opstanding uit de dood. In alle Gathas zijn
geen wonderen of bovennatuurlijke gebeurtenissen;
Dit is verbazingwekkend om iets bestaat 3500 jaar geleden. De weg van Asha, zijn de wetten van Godde
natuurlijke kosmische ordening, de werkelijkheid, zowel in de natuurlijke
wereld en de sociale wereld.
De
wet van Asha beschrijft wat er werkelijk gebeurt, niet wat er moet gebeuren. door zowel de wetenschap als de
wetten van de gevolgen met betrekking tot ons eigen gedrag, die herkenbaar door
(soms pijnlijke) ervaring zijn. Gooi een rots in de lucht, en, indien ongehinderd in zijn
afdaling, zal het naar beneden komen - dat is Asha. Toegeeflijk in
drank op een avond, en word wakker met een pijnlijke kater - dat is ook Asha,
de wet van de gevolgen. Als je verkeerd doet, vaak
de wereld zelf zal je straffen, hetzij door zijn eigen wetten, of door iemand
die het recht in eigen hande neemt. Maar wat te denken voor degenen
die kwaad doen, zullen zij gelukkig na een leven van het kwaad sterven? Kijk dan naar de wereld van Asha waar, zoals
Zarathustra vermeld, de "Best Bestaan" (hemel) wacht voor degenen die
het goede in deze wereld kiezen, en waar de "het Slechtste Bestaan
"(de hel) is gereserveerd voor degenen die kwaad doen. Deze 'hel' is niet eeuwig, omdat alle dingen zullen worden
gezuiverd in het einde der tijden, maar het is lang genoeg om boosdoeners te
zuiveren.
Asha is om jezelf in harmonie met de
kosmische orde, en om jezelf te committeren aan de zoektocht naar de waarheid
in je spirituele, morele en werk/leven. Gathas zelf tonen aan hoe belangrijk Asha is voor Zoroastrische denken en handelen. Almost every single verse of these poetic hymns contains the
word ASHA somewhere. Bijna elk vers van deze poëtische liederen bevat
het woord ASHA ergens. Deze constante herhaling is meer dan alleen een opbouw van
informatie of retorische apparaat van een profeet.
Het is een heilige litanie, het weven van het woord in de geest van de
luisteraar tot het een permanent onderdeel van spiritueel bewustzijn.
Is
Asha gewoon een veredelde versie van de Tien Geboden - een set van religieuze
regels? deze wereld verlaat,
zul je er aan worden herinnerd dat je gestolen hebt. "Asha is geen"
regels ", maar" de wet ", niet in de zin van" gij zult niet
", maar in de gevoel van geometrische axioma's, of de wetten van de
fysica.
Ik
denk graag in de trant van Asha als "de software van het universum"
of misschien de "besturingssysteem"
het beveelt de werking van alle dingen, of we willen of niet.
En in tegenstelling tot software, kan Asha als de universele wet van de natuur
niet worden veranderd. Noch kan de snelheid
van het licht worden gewijzigd, of de wetten van de wiskunde of natuurkunde?
De wetenschappelijke methode geldt voor Asha.
Er is geen onveranderlijke Schrift die ons te vertelt wat Asha is; we leren door ervaring, hypothese,
experiment, het bewijs en demonstratie.
Als u
denkt dat Asha geen zin heeft, dan is het ook niet zo dat Asha verkeerd is,
maar het is onze onwetendheid van Asha. Asha is werkelijk en noodzakelijk voor
ons om deze werkelijkheid te onderzoeken.
De latere tradities van het zoroastrisme, namen hun inspiratie en ideeën uit Zarathoestra's Gathas en andere
vroege Zoroastrische leer stellingen uit de praktijk
en hebben ASHA geassocieerd met het "element" van het Vuur. In de Gathas, is vuur niet
alleen een middel van verlichting en warmte, maar het vuur van de zuivering.
Het is ook een symbool van steeds waakzaamheid. De Goddelijke attributen worden
gepersonifieerd als de Amesha Spentas,
Asha Vahista werd de Amesha
Spenta wiens creatie en jurisdictie was die van Vuur.
Dat de betekenis in het Zoroastrian
religieuze leven onderstreept en hoe centraal Asha staat in de Zoroastrische Leer.
Asha
is om jezelf in harmonie te krijgen met de kosmische ordening, Asha is de
Kosmische wet, de hoeksteen van de Zoroastrian
gedachten.
De 7
Goddelijke wezens en hun opponenten,
In
Perzische geloof, is Ahura Mazda de oppergod, hij die
de hemelen en de aarde creeerde.
Als leider van de Hemelse gastheren
de Amesha Spentas , bevecht
hij Ahriman en zijn volgelingen om de wereld te
ontdoen van het kwaad, duisternis en bedrog. Zijn symbool is de
gevleugelde schijf.
De Amesha Spentas ("weldadig onsterfelijken"), komen
rechtstreeks na hem in de hiërarchie van goden, en kunnen worden vergeleken met
de aartsengelen. Ze zijn goden zonder
goden en wezens zonder wezens. Samen strijden ze voor waarheid en
gerechtigheid. De naam van de zeven goddelijke wezens die naar het gevolg van
de hoogste god, behoren Ahura Mazda .
Amesha Spentas
De zes aspecten
Later werden deze aspecten voorgesteld als een soort engelen hiërarchie, maar
volgens Zarathushtra is de wereld geschapen op de
volgende principes, die onderdeel uitmaken van de Schepper en van elke creatie
in de schepping.
Vohu Mano – De geest van de
goed verstand
Asha – De geest van waarheid en recht
Khshatra – De geest van heilige soevereiniteit
Spenta Armaiti – De geest
van onderdanige toewijding en liefde
Haurvatat – De geest van perfectie en bereidheid tot
het goede
Ameretat – De geest van onsterfelijkheid
Ahura creëerde eerst Vohu Mano, waardoor hij een blauwdruk maakte voor het universum.
Deel van dit plan was de software waarop de wereld zou opereren, in dit geval
Asha. De daadwerkelijke fysieke scheppingactie en manifestatie is bedacht door Khshatra en uitgevoerd door Spenta
Armaiti. Het universum is geschapen in perfectie (Haurvatat) en het universum is tijdloos (Ameretat)
Elke Amesha
Spenta (Amahraspand)
personifieert een kenmerk van Ahoera Mazda, alsmede
een menselijke deugd. In het begin van het Zaratroesisme
zijn zij geesten van het licht en kunnen worden beschouwd als goddelijke
aspecten van Ahoera Mazda. Later werden zij volledig
gepersonifieerd als onafhankelijke goden. ( de magiërs/priesters)
Amesha Spentas staan voor de mannelijke elementen; vuur, metalen
en dieren. Vrouwelijke, Amesha Spentas,
staan voor de vrouwelijke elementen; aarde, water en vegetatie. Zij zijn nooit
individueel vereerd. Elke Amesha Spenta,
had een speciaal karakter. Ahoera Mazda gaf zijn
creaties fysieke, morele, en spirituele waarden mee, tot steun voor de
overwinning van het licht over de duisternis. De Amesha
Spenta’s, zijn vergelijkbaar met de Aartsengelen.
Vohu Manah, is de personificatie van wijsheid. Hij
is de beschermer van de dierenwereld en is op aarde vertegenwoordigd door
gunstige dieren, met name van de koe. Aldus is hij verbonden met vee. Bovendien
neemt hij zielen van de rechtvaardigen naar het paradijs.
De elfde maand is aan hem gewijd. Zijn eeuwige tegenstander is de archdemon
Aka Manah .
Asha Vahishta ("excellent orde") is de
verpersoonlijking van de ' waarheid', Asha Vahista
beschermt de fysieke en morele orde op aarde. Asha
Vahista is de meest prominente van de (mannelijke) Amesha Spentas en de belangrijkste
tegenstander in de wereld van de demonen. De tweede maand is aan hem
gewijd Zijn eeuwige tegenstanders zijn de archdemon
van leugen, Drug en de archdemon van afvalligheid,
Indra. “Drug”(een oude Iraanse vrouwelijke
demon, de vertegenwoordiging van de leugen.
Khshathra Vairya , is de
personificatie van wenselijke heerschappij en wordt geassocieerd met metaal. archdemon Saurva .
Armaiti , Armaiti ("weldadig devotie") Zij is
de personificatie van de heilige toewijding, de dochter van de creator en vertegenwoordigt rechtvaardige gehoorzaamheid. Ze wordt geassocieerd met de aarde en in die hoedanigheid is zij
de godin van de vruchtbaarheid en de doden, die zijn begraven in de aarde. De vijfde dag van elke maand en de twaalfde
maand zijn gewijd aan haar. Haar eeuwige tegenstander is de archdemon
van ontevredenheid, Nanghaithya.
Haurvatat ,
("heelheid")
Zij is de personificatie van perfectie en wordt geassocieerd met het leven na
de dood. Ze brengt welvaart en gezondheid. De derde maand is
gewijd aan haar. Haar eeuwige tegenstander is de archdemon
van de honger, Tawrich . Later uitgesproken Hordad.
Ameretat , Een van de Amesha Spentas , Ameretat is de personificatie van onsterfelijkheid en
de beschermer van de planten. De vijfde maand is gewijd aan haar. Haar eeuwige tegenstander is de archdemon
van veroudering, ZARICH
Sraosa ( Hij is de personificatie van gehoorzaamheid en de
boodschapper van de grote god Ahura Mazda . Hij leidt ook de zielen van de overledenen om hun weg
na dit leven te vinden. Zijn symbolische dier is de haan, wiens kraaien de vrome zal
wekken om aan hun religieuze plichten te voldoen. De
zeventiende dag van de maand is gewijd aan hem. Zijn eeuwige tegenstander is de archdemon
Aesma Daeva .
In
traditie Zoroastrian, Sraosha
is één van de drie bewakers van de Chinvat brug , de
"brug van oordeel" die alle zielen van de doden moet oversteken. Hoewel Sraosha is slechts
één van de drie godheden (de andere twee zijn voorbij Rashnu
en Mithra ), Sraosha alleen
begeleidt de ziel op hun reis over de brug. Een belangrijke Spenta
samen met Rashnu en Mithra,.
In
het oude Perzische mythologie ze zijn demonen die plagen en ziekten en die elke
vorm van religie te bestrijden veroorzaken. Angra Mainyu
, ook wel bekend als Ahriman. The female servants are called the Drugs. De Amesha Spentas hebben allemaal
een vijand de “Daevas” , als hun eeuwige tegenstander
en vijand. Ze streden tegen Ahuru Mazda (Ormazd) en zijn Amesha Spentas .
Oorspronkelijk waren de Daevas, samen met de Ahuras , als goden en en geesten.
In de latere Perzische
religie werden ze gedegradeerd tot een mindere soort wezens, demonen.
Het woord 'duivel' is afgeleid van hun naam.
De zeven archdemons
van de Daevas zijn:
Aka Manah , Hij is de personificatie
van sensuele wens die werd gestuurd door Ahriman om
de profeet Zarathustra te verleiden (lust) . Zijn eeuwige tegenstander is Vohu Manah .
Indra , is een van de zeven Daevas
en de personificatie van afvalligheid ( leugen). Niet te verwarren met de Indiase god Indra . His eternal opponent is Asha
vahishta . Zijn eeuwige tegenstander is Asha Vahishta.
Saurva , is een van
de zeven belangrijkste Daevas (honger) . Zijn eeuwige tegenstander is Khshathra
Vairya .
Tawrich, is de
personificatie van de honger. Ze behoort tot de Haar eeuwige tegenstander is Haurvatat.
Nanghaithya, is de archdemon van ontevredenheid, eeuwige tegenstander van Armaiti.
Zarich, is een van de vrouwelijke Daevas
de personificatie van veroudering. Haar eeuwige tegenstander is Ameretat .
Aesma Daeva , is de demon van lust en woede, toorn en wraak( fury). Zijn toorn is voornamelijk gericht op
de koe. Hij is de personificatie van
geweld, een liefhebber van conflict en oorlog.
Samen met de demon van de dood, Asto Vidatu , jaagt hij de zielen van de overledenen als ze
stijgen naar de hemel. De Joodse boze geest Asmodeus
is afgeleid van zijn beeld. Zijn eeuwige tegenstander is Sraosa .
Bron:encyclopedia
mythica
Hannah
MGShapero
Mazdaznan
internationaal
Spenta
Mainyoes
Spenta Mainyoes: De zegenende geest, "De Heilige Geest
Creatieve", Hij is de geest van Ahoera Mazda, ‘De lichtende de ademende’,
die actief is in de wereld. Hij heeft heerschappij over de mens. Hij is de God van
het leven en de gepersonifieerde licht en goedheid in de wereld en de mensen.
Later werd hij geïdentificeerd met Ormazd, terwijl Ahoera Mazda (naam synoniem
is met Ormazd) werd bekend als Zurvan.
Vohu Manoh
Vohoe Manó, Vohu Mano, Vohuman,
goede gedachten; dieren.
Vohu Manoh: ‘goede gezindheid’, betekent: de goede gedachte, het
staat voor de wijsheid en grondige kritische denken dat nodig is voor het
leiden van een zinvol leven. Het is de generator van de goede gedachten, goede
woorden en goede daden. Hij krijgt de vrijheid om te kiezen tussen goed en
kwaad, en de verantwoordelijkheid om te profiteren van de gevolgen. Hij is het
intellectuele principe, de eerste Amesha Spenta gecreëerd door Ahoera
Mazda, aan wiens rechterhand hij zit.
Asha
Vahista
Asha Vaheshti, Asha Vahista, Ardwahisht, perfecte
heiligheid, Goddelijke wet; vuur.
Asha Vahista: ‘Rechtvaardige
Ordening’, betekent: waarheid en justitie, het is de Goddelijke Wet. Hij
belichaamt Gerechtigdheid en vooruitgang. Het is de Universele wet van goede
precisie. Elke Zoroastrian streeft ernaar om de weg van Asha in haar grootste
en diepste spirituele zin te volgen. Asha is de personificatie van de ‘meest
rechtvaardige waarheid’. Hij is de 2e Amesha Spenta, de meest prominente van de
mannelijke Spenta’s, als de belangrijkste tegenstander van de wereld tegen
Daevas.
Kschastra
Vairya
Ksétra Vairya , Kschastra Vairya, Shahrewar, (Goddelijke Koninkrijk, goed bestuur); metalen.
Kschastra Vairya:
‘Heerschappij’, betekent: De kracht van vrede. Waar zich de mens met de vrije
wil als ideaal, zich in de materie vestigt. Het is de democratie in geest en
lichaam, in gedachten, woorden en daden, in elke sociale activiteit. Hij staat
symbool voor zelfbeheersing en de eigen verantwoordelijkheid. Het is het
Koninkrijk Gods, in geest en materie.
Spenta
Armaiti
Spenta Armaiti, Spandarmed, Heilige
Geest, vroomheid); aarde.
Armaiti: ‘ Matigheid’ betekent:
Heilige serene, devotie’, overgave, rust, stilte, vrede en welvaart. Zij is de
godin van de vruchtbare aarde, de dochter van Ahoera Mazda. Zij is de 4e Spenta
en personifieert de heilige toewijding en gehoorzaamheid, der rechtvaardigen
perfect van geest, verkregen door nederigheid, toewijding, vertrouwen, geloof
en overgave.
Haurvatat
Ha-Urvatat, Haurvata,, Hordad) (gezondheid,
heelheid); water.
Haurvatat: ‘ Gezondheid’,
betekent: Heelheid, integriteit, gezondheid en voltooiing. Het is de
perfectionering van het proces tot de volledige voltooiing van onze materiële,
spirituele evolutie. Zij personifieert zich met het perfecte levenswater. Zij
beschermd de geestelijke en fysieke wateren en brengt voorspoed en gezondheid.
Ameretat
A-Meretat, (Amurdad) planten (onsterfelijkheid); planten
Ameretat: ‘Onsterfelijkheid),
betekent: samen met Hauvatat is zij het uiteindelijke doel van onze evolutionaire
ontwikkeling en de uiteindelijke verwezenlijking van ons leven op aarde. Zij
personifieert zich met onsterfelijkheid en de regels van de lichamelijke en
geestelijke aspecten van het eeuwige leven zoals deze door de planten worden
gesymboliseerd.
Sra-Oscha
Sra-Oscha, Sraosa )Hij is de personificatie van gehoorzaamheid en de boodschapper van de
grote god Ahura Mazda . Hij leidt ook de
zielen van de overledenen om hun weg na dit leven te vinden. Zijn symbolische
dier is de haan, wiens kraaien de vrome zal wekken om aan hun religieuze
plichten te voldoen. De zeventiende dag van de maand is
gewijd aan hem. Zijn eeuwige tegenstander is de archdemon
Aesma Daeva .
In
traditie Zoroastrian, Sraosha
is één van de drie bewakers van de Chinvat brug , de
"brug van oordeel" die alle zielen van de doden moet oversteken. Hoewel Sraosha is slechts
één van de drie godheden (de andere twee zijn voorbij Rashnu
en Mithra ), Sraosha alleen
begeleidt de ziel op hun reis over de brug. Een belangrijke Spenta
samen met Rashnu en Mithra.
Volgens de traditie, aan het einde van iemands aardse leven Mithra, Sraosha en Rashnu, zal oordelen alles goed (of slecht!) Gedachten,
woorden en daden. Sroasha neemt haar aandeel door het
beoordelen van onze woorden en gevoelens.
Fravashis
Fravashis
Ook bekend als Arda Fravash, (
de Heilige Aartsengelen) Ieder mens wordt begeleid door een beschermengel, deze
fungeert als een gids voor de gehele levensduur. Oorspronkelijk bewaakten zij
de grenzen van de wallen van de hemel, maar zijn vrijwillig naar de aarde
gedaald om de mens op hun pad tot het eind der dagen te begeleiden. Ahoera
Mazda, adviseert Zarathoestra de Fravashis aan te roepen wanneer er onder zijn
leiding en zorg voor mens en dier deze in gevaar verkeerde, omdat de boze Druj
ze allemaal zou willen vernietigd. De Fravashis dienen ook als ideaal die de
ziel heeft om te streven naar eenheid. Ze staat voor de energie van God, en het
behoud van orde in de schepping.
Angro
mainyoes
Ook Ahriman schiep intussen
zijn nachtgestalten uit de duisternis voor de strijd in de tweede 3000 jaar.
Dit waren de ondeugden: de twijfel, de haat, de heerszucht, de ontevredenheid,
de oppervlakkigheid, en vatbaarheid voor beïnvloeding, het vernietigende denken
en tenslotte de ongehoorzaamheid en de ontrouw.
Angro Mainyoes;
De nadeel brengende geest,
duisternis en onwetendheid
Akomano;
( Akoman) de twijfel
Andra;
( Andar) de haat
Saoerna;
( Sovar) de heerszucht
Raikays;
( Nakahed) de ontevredenheid
Pairika;
( Taireo) de oppervlakkigheid
en vatbaarheid voor beïnvloeding
Zairika;
( Zairik) het vernietigende
denken
En tenslotte de
ongehoorzaamheid en de ontrouw.
Het was in de eerste fase van
3000 jaar dat de geest van Ahriman in beweging kwam en ontwaakte, en toen hij
het Licht zag, werd hij zo van verwondering vervuld dat hij uit het duisternis
van de afgrond oprees om het te bereiken. Maar omdat het hem aan wijsheid
ontbrak faalde hij en vluchtte terug in het Duister, verward en maar
vastbesloten om als hij het niet kon krijgen, demonen te verwekken om alle
voortbrengselen van de schepper aan te vallen, te schaden en te vernietigen.
Daarop verzocht de alwetende Ahoera Mazda Lichtgedachte hem dringend ervan af
te zien, en met het oog op de onvermijdelijke overwinning van de positieve
krachten van de geest, zichzelf en zijn aanstaande schepselen groot leed te
besparen door zich vanaf het begin bij de krachten van het goede aan te
sluiten. Maar Ahriman, verblindt door zijn eigen beperkte denken, weigerde
absoluut zich bij de rechtvaardigen aan te sluiten of ze ooit bij te staan.
Deze weigering betekende het begin van eeuwen van strijd, die niet alleen de
stabiliteit van de zichtbare en de onzichtbare werelden ondermijnden, maar ook
indirect de scheppingen van Ahoera Mazda zo in kracht deed toenemen, dat ze in
de laatste fase van de werelden in staat zouden zijn de demonische krachten te
bedwingen.
Deze "tweeling" zijn
de twee grote oorzaken in het heelal, ze zijn overal vertegenwoordig. Zowel in
Ahura Mazda als in de mens. Ze worden als de twee polen van Ahura Mazda, Spenta
Mainyu " de zegenende geest", en Angra-Mainyu "de
nadeelbrengende geest", genoemd. Deze twee geesten zijn volgens de Yasna
inherent aan Ahura Mazda’s natuur. Deze twee zijn even onafscheidelijk als dag
en nacht, en onmisbaar voor de in standhouding van de schepping. De zegenende
geest openbaart zich in het brandende vuur, de nadeelbrengende geest in
houtskool. De eerst schiep het licht van de dag, de ander de duisternis van de
nacht; de eerste herinnert de mens aan zijn plicht, de tweede wiegt hem in
slaap.
De strijd tussen Spenta-Mainyu en Angra Mainyu, goed en kwaad, tot aan de laatste worsteling,
waarin het goede de volledige overwinning zal behalen over het kwade, waarin de
twee een worden. Eens zal de strijd een einde nemen, en het slechte zal vergaan
omdat het te lang het goede in de ogen heeft geblikt. Laten we de leugen
overleveren aan de waarheid.
Angra-Mainyu zal in de wereld
Spenta-Mainyu blijven bestrijden tot aan het tijdstip dat de wereld grondig
veranderd wordt, het ogenblik waarop de mensheid voldoende is ontwaakt om in te
zien, dat eigen verkeerde keuze haar ondergang is. Dan zullen leugen, geweld,
honger, dorst volkomen vernietigd worden. Niets zal aan de dood en vernietiging
onderworpen blijven en de wereld zal worden opgeheven tot een hoger plan,
waarin goed noch kwaad meer zal worden gekend, waarin Ahura Mazda alles zal
zijn in allen.
In het 2e hoofdstuk van de
Bundehesh, wordt de ordening van de gesternte en van de tijden behandeld;
de helpers bevinden zich in het Rijk van het Licht en volgen de wet van de vrije
wil van de individuele mens. De individualiteit heeft als voorbeeld het ‘evenbeeld
van God’ , ofwel het "ontwerp" van de in jeugdige schoonheid
stralende gestalte, waar mee de Godheid zich wil belichamen. Maar het blijft
aan de vrije wil van de individualiteit overgelaten of hij bij de opbouw van
zijn cellenstaat de duistere geesten van de materie of de lichtende geesten van
het intelligentiewezen te hulp zal roepen. In het eerste geval schept Ahriman,
met zijn daeva’s gedachteloos zieke, lelijke stinkende schepselen, die ver van
de ideale goddelijke gestalte af staan. In het andere geval schept Ahoera Mazda
met zijn Spenta’s de volmaakte lichtgestalten, die met Gods evenbeeld in het
hart overeen komen, die daarom vrij zijn van elke beïnvloeding van de kant van
de daeva’s van Ahriman, en die het eeuwige leven bereiken en in het heelal een
zodanige positie innemen, dat zij een lichtpunt vormen bij het verder
verbeteren van de schepping, overeenkomstig het plan en de orde van de
Almachtige.
Op de volmaakte en reine mens
heeft het duister in de eerste 3000 jaar geen macht. De lagere eigenschappen
van de materie, de onderste treden van de ontwikkeling in de stof blijven de
eerste 3000 jaar machteloos. Pas als de periode van de spirituele ontwikkeling
ingaat, tonen zich de lagere opwellingen. De mens ontwikkelt zich een
bewustzijn! Een eigen wil!
Het 3e hoofdstuk van de
Bundehesh, behandelt de val van de reine mens en de gevolgen daarvan
voor de aarde. Over de reine Gayomard, ofwel de volmaakte mens.
De val van de reine mens, de
reine Gayomard vergiftigd zich in de onreine wateren van de hartstocht, de boze
Yahi krijgt de overhand. Toen Gayomard niet meer creatief kon zijn, niets meer
schiep en "de aarde niet meer bebouwde" kreeg Angro mainyoes, de
lagere ontwikkelingstoestand, macht; die verontreinigde de atmosfeer, het
regenwater, de wateren op aarde, de planten, de dieren, en de mensen, zodat
schadelijke schepselen, parasieten en bacteriën, overal te vinden waren.
Hiermee was de strijd tussen het Licht en de duisternis ten volle ontbrandt.
In het 4e hoofdstuk van de
Budehesh, wordt de mogelijkheid van de opstanding na de val behandeld.
Het ingeboren rund, met andere woorden de natuurlijke krachten van edele
organen in de bekkenholte zijn verlamd, zodat de rechterhand van het handelen
niet kan worden gebruikt. De intelligenties van het lichaam verliezen de
verbinding met de linkerzijde, de kant van het hart, zodat de subjectieve kant
van de mens, speciaal de zielstoestand in het gevallen lichaam zijn macht niet
meer kan tonen. De ziel komt daarom haar leed klagen bij Ahoera Mazda en deze
verwijst haar naar Zarathoestra, die op aarde zal verschijnen en de mensen zal
leren, hoe zij uit hun gevallen toestand kunnen opstaan en weer in de toestand
van ‘wedergeboorte’ kunnen terugkeren.
Het 18e hoofdstuk van de
Bundahesh, is speciaal aan de werdergeboorte gewijd. De levensboom, Gaokerena,
die de levenssappen, het Haoma, voortbrengt, rijst op uit de zee, uit de
klieren van de wedergeboorte, dsoor de romp van het lichaam omhoog en schept
het zaad, de geneeskrachten, die de gebreken welke zich over het lichaam hadden
verspreid, weer kunnen herstellen. Onder de levensboom bevindt zich de berg,
die de zeven streken van de aarde, de zeven orgaangebieden, van water voorzien,
zodat deze hun eigenlijke functie kunnen gaan uitoefenen.
Volgens het 31e hoofdstuk van
de Bundehesh, zal de op aarde optredende Verlosser, de mensen leren zich door
zelfbedwang in de voeding en door vasten te reinigen en hun duidelijk maken,
dat met de hulp van Heer God Mazda, die de mens en alle andere wezens heeft
geschapen, iedereen zich ook weer zelf kan redden en verlossen, en wel met
behulp van de levenssappen, de ‘wateren des levens, het ‘Haoma’, en de adem.
Zoals in de mens de reiniging van dat ene wedergeboorte-orgaan uitgaat,
daarna op de overige organen overslaat en tenslotte elke aparte cel bereikt, zo
zal ook bij de wedergeboorte van een heel mensenras eerst een Reine, een
Saoshyant, een Messias, een Heiland, een Chrystos optreden; daarna volgen de getrouwen
en ten slotte worden alle mensen bereikt om in die toestand van wedergeboorte
binnen te treden.
Na deze opstanding van de
mensheid breekt de tijd van het grote vredesrijk aan. De hartstocht
wordt geblust en iedereen gebruikt zijn levenssappen voor de opbouw van zijn
lichaam, de tempel Gods. Ieder ziet dan in het andere geslacht alleen de vader
of de moeder, de broeder of de zuster, de zoon of de dochter. Alle onderscheid
tussen partijen en klassen heeft dan opgehouden te bestaan.
De laatste beslissende strijd,
moet dan door degenen die het helderste denkvermogen hebben, door de scheppend
denkenden, de uitvindersgeesten worden uitgevochten tegen de lagere
naturen van het kwaad, die alleen maar vernietiging van de vooruitgang en van
de volmaaktheid najagen, totdat Ahoera Mazda, de Godsgedachte en de Saoshyant,
de Heiland, de vernietigingsidee van
Angro mainyoes en zijn helpers,
de draak, de slang, volkomen bedwingen en aan het louteringsvuur overgeven,
zodat ook zij worden verlost en in het licht opgaan.
Ahoera Mazda was weliswaar de
Enige die de schepping heeft opgebouwd, maar Hij heeft de uitbouw en de
ontwikkeling aan de mensen overgedragen; de mens die temidden van alle
schepselen het laatst verscheen in zijn aardse vorm en verkregen bewustzijn. Daarom
is het de hoogste plicht van de mens aan zijn eigen ontwikkeling te werken en
zijn medeschepselen en de aarde bij hun ontwikkeling behulpzaam te zijn. Wie
zijn plicht verzuimt, zelfs als hij niet direct tegen het licht, tegen de
godsgedachte strijd voert, hoort thuis in het lage, duistere, onnadenkende,
bewustzijnsloze rijk van Angro Mainyoes, en dan moet hij steeds weer
onuitsprekelijk leed ondervinden, net zolang totdat hij is gelouterd.
Koning Yima verzamelde in zijn
sneeuwburcht (Vara = ruimte in de tijd van de Zondvloed. Vara is de ruimte voor
het opslaan van de ingrediënten van alle religies. In de nieuwe Darego Khadat,
worden ze gebruikt voor het maken van nieuwe klassen van de mensheid) In zijn
naaste zuivere omgeving de edelste, beste en schoonste mannen en vrouwen, en
onderwees hen in de leringen, die Zarathoestra later ook zou verbreiden en zo
effende hij voor hen de weg naar een hogere ontwikkeling.
Terwijl Ahriman in verwarring
achterbleef, bracht de verheven meester Ahura, uit zichzelf de zes
onsterfelijke ‘Amesha Spenta’s’ voort, als aspecten van zijn stralende pracht.
Die samen met Hem de geestelijke, de stellaire en aardse werelden ordenden,
steunden, zegenden en beschermden, met al hun ontelbare bewoners, die elk een
Goddelijke intelligentie bezaten, een intelligente geest-ziel en een lichaam,
en die elk werden gesterkt door een vlam van het Vuur van Ahura Mazda. De
Godsvonk in ons allen aanwezig.
In zeven scheppingen brachten de
Amesha Spenta’s, samen met de nodige geestelijke ‘Fravashi’s (alle geestelijke
zielen die daarbij betrokken waren) het volgende tot stand. 1e de grote
kristallijnen hemel, waarvan de geest een intelligentie is die denkt en
spreekt, handelt en zonen voortbrengt en menigte. De zon, maan sterren en de
twaalf tekens van de dierenriem die, onder toezicht van hun leiders in het
noorden, oosten, zuiden en westen en van de verhevene in het centrum van de
hemel, een groot en verenigd leger vormen, dat de Vernietiger overwint en hun
gebieden tegen het kwaad beschermt. (Met deze ‘leiders’ wordt bedoeld: Ursa
Major, Sirius, Fomalhaut en Antares, met Regulus in het midden) De gezegende
Amesha Spenta’s stelden ook de banen vast van deze sterren, van de
eeuwigdurende lichten en van de wind en wolken, die vroeger allen onbeweeglijk
op dezelfde plaats stonden.
Vervolgens 2e vormden zij de
heldere wateren, waarvan alle wezens voor hun leven en welzijn afhankelijk zijn
en die er voordien hoewel ze waren geschapen, zich niet bewogen, maar nu vrij
voort stroomden. Uit het midden van deze wateren 3e vormden ze de aarde met
haar rivieren en oceanen, haar continenten en overvloed aan mineralen en 4e
geurige vegetatie die 5e de goedaardige dieren voedt. Het volgende rijk dat
werd geschapen en dat vele soorten bevatten dat, er één soort mocht verdwijnen,
andere zouden overblijven. Toen vormden ze 6e de mensheid, de lagere wereld die
de Hogere weerspiegelt
En tenslotte brachten ze 7e het
vuur voort, een straal van het eeuwigdurende Licht van Ahura.
De lagere wereld die de hogere
wereld weerspiegeld
Hoe kunnen wij ons dit
voorstellen? De lager wereld die de Hogere weerspiegeld ? Eigenlijk zou je
kunnen zeggen zo boven zo ook beneden. De macro kosmos zo ook de microkosmos.
Of zoals Jezus Christus uitdrukte: de Vader en ik zijn één. Alles wat wij als
Hoger inschatten is ook in ons aanwezig. Ja het Goddelijke is ook in ons
aanwezig, zo ook de lagere toestand in ons, die wij naar verluit trachten
moeten te overwinnen. De mogelijkheden daartoe zitten in ons besloten de
sleutels hiervoor zijn voorhanden, men moet er enkel voor openstaan om de
oplossingen aangereikt te krijgen. Want alles is aanwezig om ons heen zichtbaar
als onzichtbaar. Het pad er naar toe, daar worden wij geleid, enkel alleen
wanneer wij de Goddelijke leiding in ons toestaan, dan zal deze zich in ons
openbaren. Het blijft een wonderlijk gegeven, maar eigenlijk ook niet want
leven is altijd om ons aanwezig van al wat leeft en ooit geleefd heeft. Het is
magisch de natuur is magisch er moet wel een grote magie uitgaan van de creator
God, en wij zijn er evenzo toe in staat. Alleen zijn er sleutels en is niet
iedereen zo maar in staat er van gebruik te maken.
De Mazdeisme leringen vertellen
ons dat de aarde oorspronkelijk een platte schijf was waaruit bergen groeiden.
De Iraanse berg Alburz, ‘Hara’ of Harburz was de eerste berg ter wereld. Deze
deed er 800 jaar over om met zijn wortels diep in de bodem te geraken en om met
zijn top in de hemel te komen. De aarde zo verteld men ons, is samengesteld uit
zeven op zichzelf staande karshvars (gebieden, aarden of werelden), elk van de
ander gescheiden door oceanen, zodat het niet mogelijk is van het ene gebied
naar het andere te gaan, zonder de leiding en het licht van de Yazats (hemel
geesten) (Zand-akasih, blz 91)
Verder plaatsen ze de karshvar
Arezahi in het westen, Sahavi in het oosten, Fradadhafshu in het zuidwesten,
Vidadhafshu in het Zuidoosten, Vourubaresti in het noordwesten, Vourugaresti in
het noordoosten en Hvaniratha, de enige karshvar die (op het ogenblik) door
mensen bewoond wordt, in het centrum.
H.P.Blavatsky zegt van deze
laatste karshvar dat ze zich niet in het midden bevindt alsof ze is omringd
door concentrische cirkels of door een keten bollen, maar dat ze de onderste is
in een keten met zes andere aardbollen, die rondom, boven, onze bol zijn
gegroepeerd. Zij staaft deze mening met een citaat uit de Vendidad, die onze
aarde beschrijft als imat ‘dit’ en de zes andere karshvars als avat ‘dat ’.
Deze zes hogere aardbollen
behoren naar mijn mening tot de verschillende bewustzijnstoestanden van de mens
en zijn niet waarneembaar voor onze fysieke zintuigen. Het zijn volgens de
Mazdeïsten continenten, zeeën, bergen en rassen met evoluerende wezens. Alleen
uit de mensdragende aarde stijgt de Berg Hara ten hemel, met zijn wortels diep
in de grond geboord om zo ongezien alles wat tot zij keten behoort, te
verbinden en te voeden. Aan de top van de berg is de Chinvat Brug des Oordeels
vastgehecht, waar de zielen overheen gaan, wanneer zij van hun aardse lichaam
bevrijd zijn. En hun eindeloze reis voortzetten door gebieden van
gelukzaligheid, loutering overeenkomstig hun goede werken in gedachte woord en
daad. Of naar de hel Overeenkomstig hun slechte doelen.
De sterren, de maan en de zon
cirkelen rond de top van de Hara, vanwaar zowel licht als het leven brengende
water op de aarde neerstromen. De zon verschijnt om eerst de drie werelden en
de helft van de vierde in het westen te verwarmen, te verlichten en daglicht te
brengen, om ze daarna in duister achter te laten en de drie en een halve aan de
oostkant van de top te verlichten. Al die tijd stromen de ‘wateren’ voortdurend
in een wonderlijke spiraalvormen beweging door en om de zeven karshvars. De
Vendidad beschrijft hoe deze kosmische wateren en lichten periodiek opnieuw
verschijnen vanuit de top van de Berg Hara, zich in de zee Vourukasha storten
en vandaar als twee machtige rivieren verder stromen, één naar het oosten en
één naar het westen. Deze cirkelen om de aarde en worden gezuiverd, om daarna
eerst terug te keren naar de Vourukasha-zee en dan naar de top van de berg, om
opnieuw af te dalen en weer op te stijgen in een eeuwige beweging. …opstijgend
en neerdalend, langs de luchtwegen omhoog en neer naar de aarde en langs de
luchtwegen omhoog: Stijg dan op en wentel voort! U in wiens opgang en groei
Ahura Mazda alles maakt wat groeit.
Op! Stijg op jullie machtige
sterren, die het zaad van de wateren in je dragen:
Rijs op boven Hara Berezaiti,
en breng licht voort voor de wereld en moge u
(O mens!) daar oprijzen, langs
het pad door Mazda gemaakt, langs de weg door de goden gemaakt, de waterweg die
zij openden.
Vendidad, Farg.XXI, iiic
www.universelevrede.nl
Auteur: Antoinette Meesters
De zeven ontwikkelingsfasen van
mens en aarde
Rudolf steiner
Deze eerste fase, van een
levend wereldwezen wordt bij naam door Rudolf de Saturnus-toestand genoemd. Dit
nevelachtige wereldlichaam bestond uit warmte, een levens warmte lichaam.
Dit warme wereld-wezen begon af
te koelen en er ontstond lucht: Wanneer we een vaste stof steeds verder
verhitten, ontstaat gas. Maar wanneer iets wat nog geen stof is afkoelt, dan wordt
er eerst lucht gevormd. Dus wat zich als het tweede wereld-lichaam heeft
gevormd daarin bestaat alles als luchtvormig. wordt aangemerkt als de
Zonne-toestand. Onze huidige zon ziet er niet zo uit, maar is de toestand van
het wereldlichaam in deze 2e fase. De 3e fase van de ontwikkeling van het
wereldwezen wordt de maan-toestand genoemd. In deze fase wordt water
toegevoegd, zodat mens dier en plantenwereld zich kunnen ontwikkelen. Tijdens
de 4e fase van het wereldlichaam is deze zozeer afgekoeld dat er een
mineraalwereld ontstaat. Mens, dier, planten en mineraal zijn nu aanwezig. De
Oude aarde-fase.
Wanneer we de hele
ontwikkelingsweg van de aarde en mensheid beschouwen, dan zien we dat tijdens
de Saturnus-toestand de kiem gelegd word voor het fysieke lichaam, dat er
natuurlijk heel anders uitzag dan ons huidige lichaam. Dit lichaam kon alleen
leven wanneer het doordrongen werd van het etherlichaam, dat zich tijdens de 2e
fase de Zonne-toestand ontwikkelt. Tijdens deze fase is er een eigen
etherlichaam in de Oude Aarde-toestand kan het IK, het eigen bewustzijn van de
mens zich ontwikkelen, zodat het hogere geestelijk wezen zich kon vermengen met
het lagere menselijk etherlichaam.
Zo komen we dus tot het diepere
begrip van de hedendaagse mens en kunnen we beter begrijpen wat er in de
Christelijke esoterie van aanvang af onderwezen is. En wel dat er een
goddelijke natuur in ieder van ons aanwezig is.
We zien dat de mens bestaat uit
vier wezens delen uit: een fysieklichaam, een etherlichaam, een astraallichaam
en een IK. Deze hebben zich kunnen ontwikkelen tijdens de 4 fases; de
Saturnusfase, de Zonnefase, de Oude Maanfase en de Oude Aardefase, voordat deze
Aarde zoals wij die kennen Aarde werd. Wanneer we het fysieklichaam voor ons
zien en het met onze handen kunnen aanraken, is het goed te weten dat dit
lichaam een lange ontwikkelingsgang achter zich heeft liggen, gedurende de
gehele aarde-mensontwikkeling.
Want ook onze aarde heeft
voorgaande bestaansvormen gekend, en is evenals ons mensen van incarnatie tot
incarnatie voortgeschreden, en heeft vele aardlevens doorgemaakt. Alles in ons
universum wat leeft en heeft geleefd is onderworpen aan de wet van
herbelichaming.
Tijdens de saturnusfase was het
fysieklichaam nog wat automatisch, op het moment dat het fysieklichaam
doordrongen werd door het etherlichaam tijdens de Zonn-fase werd het
fysieklichaam levendiger en gaf het etherlichaam aan het fysiek lichaam een
andere vorm. Op de oude maan kwam in deze samenhang nog het astraallichaam
erbij, zodat het fysieklichaam wederom omgevormd werd. Zo kreeg het
fysieklichaam voor de 3e maal, een andere vorm. Tenslotte kwam daar op de aarde
het IK bij, en dit vormde het fysieke lichaam ten 4e male om. Op deze wijze is
onze tegenwoordige mens ontstaan.
Voor de duidelijkheid nog eens:
wanneer we de hele ontwikkelingsweg van de mensheid beschouwen dan zien we dat:
Op saturnus alleen het fysieke lichaam van de mens bestond; er bestond nog geen
etherlichaam en geen astraallichaam en geen ik, in dit fysieke lichaam. Maar
dit fysieke lichaam kon niet uit zichzelf bestaan, dit lichaam kon alleen leven
doordat het doordrongen werd van het etherlichaam. Het astraallichaam werd
gevormd tijdens de Oude Maanfase en het IK ontwikkelde zich in de Aarde-fase
Deze ontwikkeling van de vier wezensdelen van de mens werd geleid door hogere
geestelijke wezens zij woonden als eersten in dit fysieke lichaam. Tijdens de
zonnefase is er een eigen etherlichaam in elk stoffelijk lichaam
binnengedrongen zodat het hogere geestelijke wezen zich vermengde met het
lagere menselijke etherlichaam. Zo komen we dus tot het diepere begrip van de
hedendaagse mens en kunnen we beter begrijpen wat er in de Christelijke
esoterie van aanvang af onderwezen is. En wel dat er een goddelijke natuur in
ieder van ons aanwezig is
Deze Christelijke esoterie werd
altijd al geleerd en beschermd naast de uiterlijke exoterische Christelijke
leer. De apostel Paulus gebruikte deze leer echter ook om aan de volkeren het
Christendom te verkondigen, terwijl hij te zelve tijd ook een esoterische
school stichtte, waaraan Dionysos Areopagita leiding gaf. ( In de bijbel wordt
deze genoemd, Apostelen 17:34 ) In deze Christelijke esoterische school in
Athene, werd de zuiverste geesteswetenschap onderricht. Wat daar werd
onderwezen kunnen we nu beter begrijpen, omdat we door voorgaande beschouwingen
enige inzichten hebben verkregen.
In de Christelijke esoterische
scholen werd gesteld dat wanneer je de mens in waak toestand beziet, dan
bestaat deze uit een fysieklichaam, etherlichaam, astraallichaam en IK. Nu
kunnen er ook andere woorden gebruikt worden, dan wat hier nu staat, dat maakt
verders niets uit.
We
komen het heilige getal 7 tegen in het volgende:
Hierboven herkennen we een
samenhang met wat Rudolf Steiner vermeldt in zijn 4 stadia van ontwikkeling
fases van de aarde en de mens. De Saturnus fase, was het fysieke lichaam nog
wat automatisch een geestelijke toestand. Tijdens de Zonne fase (vuur) werd het
lichaam beweeglijker en gaf het ether lichaam aan het fysieke lichaam een
andere vorm. Tijdens de Oude Maan fase, wordt water toegevoegd, zodat mens dier
en plant zich kunnen ontwikkelen. En krijgt de mens zijn astraallichaam. De
Oude Aarde fase de minerale, waar de mens in staat is zijn IK het hoger Zelf te
ontwikkelen. Dit vormt het fysieke lichaam ten 4e male om. Op deze wijze is de
tegenwoordige mens ontstaan.
Dit zijn vier aarde fases van
ontwikkeling daarbij toegevoegd en eigenlijk als eerste evolutionaire toestand
benoemd zou moeten zijn omdat deze ontwikkeling vooraf gaat aan alle ontwikkelingen
is de Ene toestand. Het Goddelijke dat afdaalt in de materie, het Oneindige Het
Goddelijke de Vader, de uitvoerende kracht de voortbrenger, de Moeder, en de
verbinder, de Zoon, die het Goddelijke met de Aardse krachten verbind. Hier
zien we de drie-eenheid verbonden met de vier aarde ontwikkelingen. Samen 7
fasen.
In het symbool van het huis van
de Mazdaznan familie, zie je een vierkant met daarboven een driehoek.
Het vierkant stelt het
materiële voor, de ruimte waarbinnen wij op deze aarde onze gaven en talenten,
inzichten kunnen ontwikkelen om zodoende het driehoek te betreden van verlicht
zijn, om eenheid te ervaren en uiteindelijk de versmelting met het Goddelijke.
Je zou het ook zo kunnen
voorstellen:
Aarde en mens dalen vanuit de
geestelijke werelden af in de materie.
Waarbij je jezelf ook zou
kunnen voorstellen dat wij ook weer opstijgen uit de materie, maar deze laatste
houden we even opzij. Wat steeds weer naar voren treedt is dat wij allen wezens
zijn verbonden aan de aarde maar ook verbonden zijn met het Goddelijk
Koninkrijk. In ons zijn Goddelijke krachten steeds weer in beweging om ons te
doen ontwaken voor deze realiteit.
De zevenarmige kandelaar
Ook in de mazdeïsche leringen
neemt de Avesta dienst een belangrijke plaats in. Waar wederom het getal 7 een
bijzondere plaats inneemt en aansluit op het voorafgaande. Tijdens de dienst
worden 7 kaarsen ontstoken. De 7 armige kandelaar staat tijdens de dienst op
het altaar iedere kaars wordt wordt als volgt ontstoken. Iedere kaars staat
voor een Amesha Spenta, ze zij te vergelijken met de aartsengelen en zijn de
boden van God. De Spenta’s zijn aspecten van God’s optreden in de schepping,
die zich als zelfstandige machten manifesteren. Tegelijkertijd zijn het
elementen van de menselijke psyche en tevens geboden met betrekking tot onze
wijze van leven en mogelijkheden om volgens die geboden te leven. de sleutels
zijn een afspiegeling hiervan. De volgende Spenta’s staan voor:
De 1e kaars: Vohoe Manó; Bode
van de eeuwige intelligentie. / De
geest van de goed verstand.
De 2e kaars: Asha Vaheshti;
Drager van evenwicht en orde in de kosmos. / De geest van waarheid en recht.
De 3e kaars: Ksétra Vairya;
Heerser in het Rijk Gods, verborgen in de gehele schepping. / De geest van heilige soevereiniteit.
De 4e kaars: Ha-Urvatat; Drager
van kosmische energie, dat zich in al het levende manifesteerd.
/ De geest van perfectie en
bereidheid tot het goede.
De 5e kaars: Spenta Armaiti;
Gods manifestatie in de kosmische materie. / De geest van onderdanige toewijding en liefde.
De 6e kaars: A-Meretat; Gods manifestatie van onsterfelijkheid, in als
zijn aspect als grenzeloosheid, oneindigheid en eeuwigheid, van planten en een
lange levensduur. / De geest van onsterfelijkheid.
De 7e kaars: Sra-Oscha. Beschermer van de aarde tijdens de uren van de duisternis. Ahura Mazda, gehoorzaamheid
1
2
3
4
5
6
7
Chakra’s
In deze ontwikking herkennen
wij ook in de 7 chakra’s van het menselijk lichaam de elementaire energiecentra
die zich in het subtiele lichaam van de mens bevinden. Elke chakra
representeert een eigen dimensie en het totaal van de chakra’s wordt gevormd
door een verticale kolom in onze lichamen. Energiecentra die in verbinding
staan met het Goddelijke.
Je zou kunnen zeggen dat deze
centra ervoor zorgen dat psychische energie van de maker ervan het zuivere
bewustzijn (God), godheid, de oerkracht, de goddelijke geest enz. naar de
gebruiker, het mentale en fysieke lichaam hier op aarde wordt getransporteerd.
Je zou de chakra’s als belangrijke plaatsen op onze reis kunnen voorstellen,
elk verantwoordelijk voor de gedachten woorden en daden die wij produceren.
Voordat we verder kunnen reizen.
Chakra’s worden ook wel
lotusbloemen genoemd. Uit de modder omhoog komend symboliseert hij de
ontwikkeling van het primitieve bewustzijn het aardse bewustzijn tot de
volledig ontwaakte geest.
De aard gebonden chakra’s zijn;
Chakra 7, kruin/gedachte geest
chakra. Hoogste volmaaktheid en in eenheid met de hogere goddelijke wereld.
Wanneer niet ontwikkeld; Geen enkel begrip voor al het buiten hem liggende
geestelijk-spirituele.
Chakra 6, voorhoofd/licht
chakra. Geestelijk inzicht, intuïtie, concentratie, geestelijke uitstraling,
fijnzinnigheid. Wanneer niet ontwikkeld; Laatdunkendheid, topzwaarte,
aanmatiging, intellectualisme.
Chakra 5, keel/ether chakra.
Opening voor de individuele verwezenlijking van de volmaaktheid, scheppende
taal, ruimte. Wanneer niet ontwikkeld; Geestelijk-spirituele beperktheid,
vasthouden aan het aardse, starheid, engte.
Chakra 4, hart/lucht chakra.
Onzelfzuchtige liefde, leven vanuit het hart. Wanneer niet ontwikkeld;
harteloos, onverschillig.
Chakra 3 , Solar plexus/vuur
chakra. Innerlijke harmonie, vrede. Wanneer niet ontwikkeld; Disharmonie,
onrust, stoornissen in lichaam en ziel.
Chakra 2, onderbuik/water
chakra.Zuivere levenskracht, activiteiten. Wanneer niet ontwikkeld; Animale begeerte,
doordrijven van de eigen wil.
Chakra 1, de wortel/aarde
chakra.innerlijke kracht met zich zelf in het reine zijn. Wanneer niet
ontwikkeld; machtshonger.
Op het fysieke vlak
corresponderen de chakra’s met zenuwknopen, waar de activiteit van de zenuwen
sterk geconcentreerd is, en met de endocriene klieren. Hoewel de chakra’s in
wisselwerking staan met het zenuwstelsel en de endocriene klieren, mag je ze
niet opvatten als onderdelen van het fysieke lichaam. Desondanks is hun
inwerking op het fysieke lichaam bijzonder krachtig.
Invloeden van de chakra’s op
het organische klierstelsel:
7) kruin-centrum;
Pijnappelklier (epifyse)
6) voorhoofd-centrum;
Hersenaanhangselklier(hypofyse)
5) keel-centrum; Schildklier en
bijschildklier.
4) Hart-centrum; Thymus (zwezerik)
3) Navel-centrum; Zonnevlecht,
buik speekselklier (maag)
2) Sacraal-centrum; Bijnieren
1) Wortel-centrum;
geslachtsklieren van man (teelballen) en vrouw (eierstokken: follikelhormoon)
De drie funkties van de
chakra’s zijn:
1 Organen voor het opnemen of
ontvangen van de kosmische of goddelijke energie, dat het stoffelijke lichaam
binnenstroomt in de vorm van de individuele levensenergie of levenskracht.
2 Organen voor het afgeven en
verdelen van de energie; ze sturen en harmoniseren de energiestroom in de
verschillende lichaamsdelen en organen.
3 Organen die bij de
hoogontwikkelde mens zorgen voor het uitzenden van de spirituele trillingen
naar andere wezens en de wereld in. Deze energie kan als het ware opgenomen
worden om ze als het ware als een kanaal verder te leiden, of ze kunnen door
persoonlijke ontwikkeling verkregen zijn.
Daar ziel-geest en niet zijn
lichaam het wezen van de mens is, vormen de chakra’s de hen toegevoegde
lichamelijke stuurorganen: de endocriene klieren. Dat zijn niet de uiteindelijke
stuurmechanismen,deze worden aangestuurd door geesthouding en denkwijze. Kan de
energie op dat punt niet vrij en ongehinderd stromen, dan is de werking van de
klieren gestoord en lichamelijk of geestelijke ziekte is het gevolg.
Hier citeer ik Mr. Cornelis
Sypkens en Stephanie Sypkens – van Andel:
In de eerste jaren van onze
eeuw, toen dr.O.Z.A.Ha’nish zijn woonplaats van El-Kharman in het Midden-Oosten
naar Chicago verlegde, leerde hij zijn leerlingen onder meer de oefeningen voor
de endocriene klieren te doen. In 1924, toen ondergetekenden met hem kennis
maakten, leerden ook zij iets van allerlei oefeningen, waarmee zij hun
gezondheid, hun inzicht en hun begrip konden verbeteren. Van de liefde en de
wijsheid, waar mee de lessen werden gegeven en van de offers die Dr.Ha’nish
zich op lichamelijk gebied moest getroostten, had in die tijd vrijwel niemand
enig begrip. Dat kwam pas later 10, 20, 30 jaar na zijn overlijden op hoge
leeftijd in 1936. Het duurde jaren voor de oefeningen begonnen door te werken.
Dr.Ha’nish had van de staat
California, toen hij zich in Los Angeles had gevestigd, het recht gekregen een
school te stichten en Doctortitels te verlenen. Op 23 mei 1926, gaf hij aan
ondergetekende de titel van Doctor in de Mazdaznan Wetenschap en Doctor in de
Panopraktiek, toen hij had voldaan aan de eisen van het Medisch Departement van
de Mazdaznan school, het geen hem het recht gaf aan zijn naam de titels M.D.,
Sc. D. toe te voegen. In Canada werden jaren geleden al oefeningen voor de
endocriene klieren in ziekenhuizen gedaan; Mazdaznan artsen passen ze in hun
sanatoria toe, leerkrachten onderwijzen ze in hun scholen. Mazdaznan leraren
verzamelen hun leerlingen in cursussen en zo geven ondergetekenden met vreugde
een tak van de Mazdaznan boodschap verder in dit boek, dat zijn tijd nu nog ver
vooruit is. Amsterdam, 1 januari 1975. Mr.C.Sypkens en Mevr. S.Sypkens van
Andel.
Boek: Mazdaznan Klierkunde
Mazdaznan bevordert de
onafgebroken uitbreiding van de denkmogelijkheid, de verhoging van de
levendigheid en de vibratie van de hersencellen door handelingen die men zelf
in de hand heeft, namelijk de functies van de endocriene klieren te
verlevendigen en in hoger trilling te brengen, ten gevolge waarvan de
denkmogelijkheid in de hersencellen op natuurlijke manier wordt uitgebreid,
eerst in de reeds levendige hersencellen en vervolgens in de nog ‘slapende’
hersencellen.
De verlevendiging en de hogere
trillingen worden in de endocriene klieren door de samenwerking van de adem, de
stem, de lichaamshouding, de bewegingen en de gerichte gedachte te voorschijn
geroepen, aangewakkerd en voortdurend uitgebreid en tot harmonische
samenwerking aangemoedigd, met het doel de hormonen en de etherische stoffen,
nodig voor de verlevendiging van bloed, zenuw en hersenen, in voldoende mate en
evenwicht te kunnen produceren.
Niet buiten, maar binnen in het
lichaam van de mens met zijn hormonen ligt de macht tot ontplooiing van de
denker, die de mens in wezen is. Alles wat hij nodig heeft, is al in hem aanwezig,
het moet alleen nog in werking worden gebracht. Dat is mogelijk door middel van
gerichte gedachten, zuivere leefwijze en geregelde oefeningen. Hiermee kan de
mens niet alleen zijn denkwerk, maar zelfs zijn karaktereigenschappen
verbeteren, bij voorbeeld agressie, die voornamelijk ontstaat door gebrek aan
werking en samenwerking van de verschillende in het lichaam gereed liggende
kliersystemen. Door aan de verbetering van de klierfuncties te werken ontstaat
pas de harmonisch denkende mens, die de mensheid een stap verder op de weg naar
de vervolmaking kan brengen.
"Ons lichaam moet een
tempel van God worden.
Het moet zo worden gestemd dat
harmonieën eruit opklinken"
Dr. Ha’nish
Harmonieleer in de zin van de Meestergedachte
heeft betrekking op het gebruiken van klanken en tonen voor onze ontwikkeling.
Het zingen van klinkers brengt
heilzame trillingen teweeg in bepaalde zenuwvlechten, alsmede langs de
ruggengraat, in het ruggenmerg en in het hoofd. In het hoofd gaat het zowel om
het gezicht als om de hersenen. Volgens Dr.Ha’nish kunnen de hersenen alleen
met geluid worden "getraind"
Ons doel is training,
ontwikkeling en verfijning van het zenuwgestel, waarbij de hersenen de eerste
plaats innemen. Wij trachten de klinkers door ons gehele lichaam te laten
trillen, van de kruin tot en met de voetzolen en tenen, handen en vingers.
Iedere vocaal werkt in op een bepaald orgaan en een bepaald zenuwvlechtwerk.
Verder werkt ieder vocaal in op een bepaald deel van de hersenen.
Ik zelf zie hier een
verwantschap met de Mazdaznan Klierkunde, klankoefeningen van de harmonieleer,
die op een zelfde wijze de endocriene klierstelsel bepaalde zenuwvlechten,
langs ruggengraat en ruggenmerg en in het hoofd stimuleren. De klanken verhogen
de werking.
Beoefening vande chakra leer en
de leer van Mazdaznan kan men individueel toepassen beide zijn gericht op het
vergroten van de lichamelijk en geestelijke harmonische en gezondheid
bevorderende ontwikkeling. We zien hier een duidelijke verwantschap, die ieder
op een eigen manier vanuit de oudheid zich heft ontwikkelt in het midden Oosten
en in het Westen van de wereld. Beide zijn gericht op het ontwikkelen van een
universeel besef.
De 7 bollen behoren niet alleen
tot de hogere bewustzijnstoestanden maar er is nog een voorbeeld dat aandacht
verdient. Dat is het volgende: Syncretisme is een woord dat uit het Grieks
stamt; over de oorsprong ervan is echter niets precies te bewijzen. In de
praktijk betekent het zoveel als "religie-eenheid"; men vatte met dit
woord het streven samen van de verschillende religieuze belijdenissen tot hun
gemeenschappelijke oergrond te herleiden, met handhaving en inachtneming van
alle plaatselijke eigen aard, om zodoende voor het universele vredesrijk op
aarde de weg te effenen. Dit streven is oeroud en bestaat al sedert de deling
van het blanke ras, toen het westwaarts trekkende Avesta-mensen en de
zuidwaarts trekkende Veda-groepen, uit elkander gingen, hoewel het woord
syncretisme zelf pas later is ontstaan. Alle grote wegbereiders hebben gepoogd
deze kloof tussen groepen van dezelfde oorsprong te overbruggen.
Een ander voorbeeld is het
volgende: "De openbaring van Johannes van Patmos" de weg naar
vervolmaking, de wet van ontwikkeling, de 7 treden naar het hoogste
menselijkheid, de boodschap aan de 7 gemeenten en het openen van de zeven
zegels. In Azië ligt de oorsprong van de mensheid. Door de zarathustrische
leringen ontstonden de mysterie- en inwijdingsscholen of tempels met hun
geenzings-centra. De belangrijkste van deze kultuur-centra zijn de zeven
gemeenten, waar Johannes zijn boodschappen aan zendt.
Dit zijn: Ephesos, Smyrna,
Pergamus, Thyateira, Sardeis, Philadelpheia, en Laodikeia. Johannes vond alleen
deze zeven steden belangrijk voor de geestelijke ontwikkeling van Klein Azië en
de gehele wereld. Hij vergelijkt deze streden met de werktuigen van de 7
zenuwvlechten die langs de ruggengraat liggen. De lichamelijk/geestelijke
werking van deze zenuwvlechtknopen of chakra’s zijn onontbeerlijk voor de zich
ontplooiende mens. De organen van het lichaam hebben een geestelijke opdracht
om mee te werken aan het bewustzijnsproces en de vervolmaking. De menselijke
ontwikkeling hangt af van de toestand van zijn hersenen en de zenuwsystemen.
Wat in de mens geschiedt, straalt vanzelf uit in de gemeenschap.
In dit grote universele beeld
staat in de Zarathustrische leer de mens centraal. De mens gebonden aan hun
plaats in de wereldorde, maar met hun hogere aspecten, goddelijke wezens die
zich vanaf het begin zich bewegen en mengen en deel hebben aan de werkingen van
het macrokosmische leven. Ahura Mazda is voor hen géén buitenstaander of op
zich zelf staande schepper, maar één wiens voortbrengselen tot stand komen en
vervolmaakt worden door de geestelijke kracht van mensen, die volgens de
rechtvaardige Wet leven, hebben geleefd en zullen leven. Zo luidt een bekende
hymne:
Het is door de zielen van deze
mannen en vrouwen, dat de hemelen en aarden zich uitspreiden en in stand worden
gehouden, door hen dat ‘de wateren stromen, de planten groeien, de winden
waaien’ dat zon, maan en sterren hun schitterende wegen volgen, en door hen
wordt het evenwicht bewaard tussen de aantrekkende krachten van de
schepper-instandhouder en de afstotende krachten van de ontbinder-vernietiger.
En in deze wereld zal tenslotte door het menselijke gedrag de harmonie tot
stand worden gebracht en het kwaad worden omgezet in het goede, want hier op
deze karshvar Hvaniratha wordt de grootste strijd gevoerd en ook het grootste
goed volbracht.
Sleutels
van ontwikkeling: ‘De ambrosia gedachte’
Wij bewegen ons onder
Goddelijke leiding in een opwaartse richting. Naar het hoger geestelijke de
Gods gedachte. Onderstaand beschrijf ik de eerste sleutel die een mens krijgt
op zijn reis, naar een hogere ontwikkeling een geestesrijker en gezondleven.
Deze eerste sleutel staat voor:
De Godsgedachte die zich in ons kenbaar maakt. Al ons handelen is in volkomen
overeenstemming met Gods wil.
De tweede sleutel: Ons spreken
bevat niets dan de waarheid; de mens manifesteert zich in het zuiver denken,
systematisch, ordenend, en analyserend. Van waaruit gerechtigdheid,
rechtvaardigheid en evenwicht in handelen voort komt.
De derde sleutel: deze derde
sleutel ligt in onze intuïtie, in het eenheidsdenken, waarin schijnbare
tegenstellingen worden overbrugd en verassende oplossingen zichtbaar worden.
Deze sleutel ligt in het gehele universum verboden en is toegankelijk wanneer
wij ons ervoor openstellen. Gods Rijk licht hierin verborgen, de openbaring
ervan komt wanneer wij ons doel stellen.
De vierde sleutel: Hier nemen
wij de verantwoordelijkheid voor onze gedachte woorden en daden. Hier nemen we
de verantwoordelijkheid om onze talenten te ontplooien en te gebruiken.
De vijfde sleutel: In ons
manifesteert zich overgave en toewijding aan de scheppende gedachte die zich
voor ons wenst te openbaren.
De zesde sleutel: Dit is onze
innerlijke stem, die ons maant tot gehoorzaamheid aan Gods wetten.
Zelfdiscipline en concentratie, samentrekking van onze gaven en krachten in het
hier en nu, telkens op één punt, tot datgene waar wij mee bezig zijn. Dit is de
realisatie van de ware ‘Koninklijke kunst’
De zevende sleutel: In ons is
dit de belofte van het eeuwige leven en het verlangen daarnaar. Het streven van
volmaaktheid, naar nimmer aflatende groei en drang naar ruimte innerlijk en
buiten ons.
www.universelevrede.nl
Auteur: Antoinette Meesters
De leer van Zarathustra:
Onderzoekers uit deze religie
in India. claimen dat de leer veel ouder is dan de Westerse onderzoekers
aannemen (500v.Chr) De antieke geschiedschrijver Herodot, heeft gelijk. In
latere tijde was "Zarathustra" en Zarathustrotemo tot titel geworden,
vandaar de verwisseling tussen de oorspronkelijke Zarathustra en de latere
drager van deze naam.
In het centrum van Zarathusra’s
leer staat, Ahura Mazda ook wel omschreven als de Hoge zonnegeest. De betekenis
van de naam, geeft een klaar begrip van Zarathustra’s diepe gedachten, over het
Ene Wezen (God) Mazda is gevormd uit twee woorden maz-groot en da-weten, dus
alwetend. Ook Ahura bestaat uit twee woorden: Ahu-zijn en ra-leven. Ahu met
achtervoegsel ra betekend "wat is" of "wat leeft".
Ahura Mazda betekend dus
"Alwetend zijn" of "Alwetend leven". Hoewel de Gatha’s de
indruk wekken dat wij bij de woorden Ahura Mazda, Mazda, Ahura te maken hebben
met een persoon, is er sprake van een Onpersoonlijk
Beginsel (zo als het dit ook was voor Zarathustra) dat zich in vele en velerlei
vormen openbaart, maar zeker geen persoon met bovenmenselijke eigenschappen,
die naar willekeur de dingen "schept" en "regelt".
De schepper is ook volgens
Zarathustra het Zijn, de schepping de vorm waarin het Zijn zich openbaart, het
scheppen het proces volgens hetwelk het Zijn (het vormloze) vorm aanneemt.
In de Gatha’s is Ahura Mazda de
ene grote oorzaak, de bron van al wat is, het begin en het einde, de
"schepper" van alle zienlijke en onzienlijke dingen, de eeuwige, de
allesomvattende, de alomvertegenwoordige en onveranderlijke, volstrekte liefde
en rechtvaardigheid. Ahura is de eeuwige wet, die de mens geopenbaard word door
de mathra-spenta, het heilige woord. Volgens deze wet wordt het heelal
geschapen, en vanaf het beginvan de schepping van de mens openbaart het zich.
Deze wet, de daena (een overeenkomstig met het dharma der hindoes is
onmiskenbaar) omvat enerzijds alle natuurwetten, anderzijds alle gedragsregels.
Met daena wordt echter niet
alleen de goddelijke wet bedoeld, maar ook die welke de geest van de mens
beheerst naar de mate van de kennis waarmee hij zijn vrije daden wikt en
regelt. Daena is het geweten, het begrip van plicht dat iedere mens eigen is,
warme hij het verkeerde veroordeeld, en het goede toejuicht, dat hem afhoudt
van het kwade en dat hem het goede doet verrichte. Zarathustra erkent naast
Ahura Mazda geen andere macht. Het begrip van een kwade macht als eeuwige
tegenstander van Ahura Mazda is hem volkomen vreemd.
Eerst latere geslachten hebben
dit in zijn leringen ingevlochten. Daar vinden wij de idee van twee volkomen
onafhankelijke geesten, de ene goed en de andere slecht, die eeuwig met elkaar
in strijd zijn. Ook zelf spreekt hij daarvan, maar eerst wanneer hij en
antwoord poogt te vinden op de vraag, hoe de onvolkomenheden van deze wereld te
verzoenen zijn met de goedheid, de heiligheid en de gerechtigheid van God. Dan
komt hij tot de oplossing dat er twee oerbeginselen bestaan, die hoewel
onderscheiden, onverbrekelijk met elkaar zijn verbonden (heel tekenend noemt
hij ze de "tweeling".
Zarathoestra
Zarathustra vereerde
Ahoera-Mazda, (later samengetrokken tot Ormoezd), de Grote Zonnegeest. Achter
het fysieke gelaat van de zon nam hij het bovenzinnelijke gelaat van het
hoogste Goddelijke wezen waar. Zoals de uiterlijke zon haar levenwekkende
stralen naar de aarde zendt, straalde dit wezen zijn eeuwige scheppende kracht
naar de aarde uit, waarbij het een werkzame mensheid als werktuig voor zijn
scheppingsdrang nodig had. De leer van Zarathustra moet door een grenzeloze
verering en liefde voor de hoge zonnegeest bezield geweest zijn.
Toen de leer van Zarathustra,
ongeveer in de zesde eeuw voor Christus, de oude zonneleer door de latere
Zarathustra, vernieuwd werd neergeschreven in de gatha’s van de Zend Avesta,
kreeg het dramatische beeld van Angramainjoesj ofwel Angra-Mainyu – later
samengetrokken tot Ahriman- de tegenspeler van Ahura-Mazda, zijn vorm. De mens
die op aarde haar levenstaak te volbrengen heeft, maakt zich steeds meer los
van de zegendende krachten van de grote zonne-aura en raakt daardoor in nood.
Totdat Ahura Mazda,( de Hogere zonnegeest, God), zelf, naar de aarde afdaald en
een menselijke gestalte aanneemt om het geestelijke zaad van God de kiem van de
verlossing in de aarde te planten (Jezus van Nazareth)
Zo gaat de leer van Zarathustra
over in een groot Messiaans toekomstbeeld, dat in de tekst van de Avesta (19e
Jasit) in de profeterende woorden tot uitdrukking komt. (vertaling Hermann
Beckh in zijn Zarathustra, Stuttgart 1927, blz 110; Nederlands van J.C.Ebbinge
Wubben.
Avesta (19e Jasit)
De machtige, de koninklijke,
belofte behelzende Zonne-ether-aura,
de door God geschapene, vereren
wij in het gebed, die over zal gaan op de triomferendste der Heilanden en op de
anderen, zijn apostelen, die de wereld vooruitbrengt, Die haar laat overwinnen
ouderdom en dood, ontbinding en bederf, die haar verschaft het eeuwige leven,
het eeuwige gedijen, de vrije wil, wanneer de doden weer opstaan, wanneer de levende
overwinnaar van de dood komt en door de wil de wereld vooruit wordt gebracht.
Zarathustra was zich tot zijn
dertigste levensjaar niet bewust van zijn grote gave. Het was tijdens de
lentennachtevening dat hij, om water te halen voor de Haoma-ceremonie de
‘Rivier van de Vier Stromen’ inliep en plotseling een figuur van licht voor
zich zag staan op de oever van de rivier. De figuur riep hem tot zich en bracht
hem in tegenwoordigheid van de gezegende onsterfelijken, en toen ook in de
tegenwoordigheid van Ahura Mazda. Met het Licht van de Heer omgeven, werden hem
de geheimen van het Zijn aan Zarathustra onthuld; van de schepping, de hemelse
sferen, van het verleden, het heden en toekomst. Hij begreep zijn opdracht:
Deze heilbrengende wijsheid aan alle wezens op aarde te brengen.
Na deze wonderbaarlijke
ervaring reisde Zarathustra tien jaar lang door een groot gebied, maar bekeerde
slechts enkelen. Op een dag kwam hij aan het hof van Koning Vishtaspa van Bactrië,
bij het naderen van de monarch, plaatste Zarathustra in zijn handen een
stralende vlam, die hem geen letsel toebracht. Vishtaspa was onder de indruk,
maar meer door de woorden van de profeet. De hofpriesters, astrologen,
geleerden en barden waren argwanend en vijandig. Ze grepen alle mogelijkheden
aan om Zarathustra te verwarren, zijn uitspraken te weerleggen en hem te
kleineren, en zorgden ervoor dat hij in de gevangenis belande. Maar Zarathustra
onwankelbaar geloven in zijn innerlijke verbondenheid met Ahura Mazda. Op
zekere dag werd hij bevrijd, nadat hij het zieke paard van de koninklijke
familie, op wonderlijke wijze had genezen. Hij won de oprechte steun van de
koninklijke familie, maar ook van de wijzen. Zijn leringen zouden zich in Iraan
en ver daar buiten verspreiden.
Deze en vele andere symbolische
verhalen over het leven van Zarathustra, vertellen over de verzoekingen en
louteringen van wereldverlossers. Zarathustra was een ingewijde van hoge graad.
Volgens de oosterse mysterietraditie combineerde hij bij zijn geboorte de drie
elementen van een avatarische neerdaling: de khwarr, zijn hemelse glorie die,
zoals men betuigd voor deze incarnatie neerdaalde vanuit de wereld van Licht
naar de zon, naar de maan, de sterren, het haardvuur en in zijn toekomstige
moeder. De fravashi, zijn beschermende en inspirerende ziel, die naar de aarde
werd geleid, nadat deze als gelijke onder de Amesha Spenta’s had verkeerd. De
tangohr, zijn zuivere fysieke substantie die tevoren was toevertrouwd aan de
zorg van de heren van het water en van de planten. Deze drie kwamen tezamen, en
hij werd uit menselijke ouders geboren.
De zelfbewuste mens, de Licht
mens, wekt zich zelf op tot de strijd tegen de moeilijkheden ( de vernietigings
gezinde geesten) en zij herinneren hem aan zijn geestelijk overwicht en richt
zich zelf op door de vrijkomende positieve krachten van het hoger geestelijke.
De onbewuste mens valt ten prooi aan de verleidingen en hij blijft op dezelfde
trede van ontwikkeling staan als de zwarte machten van de duisternis en
vermoeid zich steeds verder in de strijd ermee. Zodat zijn leven geen
nutbrengende ontwikkeling oplevert, noch voor hemzelf, noch voor de
gemeenschap. Maar deze mens kan op ieder moment tot inkeer komen en te allen
tijde naar het licht opstijgen, waarmee hij de tijd waarin het boze werkzaam is
kan bekorten, zodat ieder mens uiteindelijk kan zegevieren. In dit
scheppingsproces wordt ook het ontwikkelingsproces van de individuele mens
uitgebeeld. De creatief denkende mens moet alle twijfel opzij zetten en de
positieve kant van de gedachten naar voren brengen. Daarna moet hij eventuele
opkomende hindernissen overdenken, afwegen en wegruimen, zodat hij ten slotte
zijn positieve gedachte met volledig succes kan verwezenlijken.
Wie in de tweede fase zich zelf
heeft overwonnen, en zich ontwikkeld heeft tot een individueel denkend mens met
een vrije wil, behoeft geen aansporing meer en bevindt zich nu helemaal in het
Verbond met Ahoera Mazda, met de goede opbouwende schepping. Een middel vanwaar
een grote kracht uitgaat in de strijd tegen het duister zijn de
gebedsoefeningen, die het lichaam van alle belemmerende elementen bevrijden.
Het Zoroastranisme is een oude
religie die gesticht door Zarathoestra in het oude Aryan. Het Zoroastrianisme
is de oudste beoefende monotheïstische godsdienst (geloven in God) De
Zoroastrian geschriften zijn de Avesta.
De Zoroastrian
geloofsbelijdenis zij aan het leven gebaseerde uitdragingen van: goede
gedachte, goede woorden en goede daden.
De Zoroastrian opvattingen en
wijsbegeerten zien de schepping als een gelijktijdig naast elkaar bestaande
dualiteit.
Mainyu
het spirituele bestaan en Gaeta
( Gaethya ) het materiële of het fysieke bestaan.
Het spirituele is de basis voor
het materiële bestaan
De Iraanse dichter Ferdausi’s
(935 – 1020) schrijft zijn boek "Sjahannama ", boek der koningen,
Zarathustra vertelt koning Vishtasp " Kijk op de hemelen en de aarde God,
Ahoera Mazda creëerde ze niet met stof en water. Kijk naar het vuur en zie
daarin hoe zij tot stand is gebracht". Vuur is een overgang tussen het
spirituele en materiele bestaan.
De universele wetten Asha beheersen/regelen
de orde in het spirituele en materiële bestaan.
De mens is samengesteld uit een
zowel de geestelijke en materiele bestaan.
Asha
is beschikbaar, middels onze
individuele keuze om orde op zaken te stellen middels onze gedachten, woorden
en daden.
In de mens zijn morele en ethische
tegenstellingen aanwezig van goed en slecht. De goede vormt dichotomie – elkaar
uitsluitende tegenpolen die een keuze tussen het ene en de andere veroorzaken.
Deze ethische en morele
tegenpolen zijn Asha ( principieel zijn, eerlijkheid, weldadig, in een
natuurlijke volgorde, een geoorloofde levenshouding ) en Druj (
schadelijke, chaotische, onrechtmatig, leugenachtig, bedrieglijk )
De mens heeft het vermogen om
te kiezen tussen deze twee polen, wanneer men een keuze maakt, kiest men voor
een bepaalde weg in het leven, deze is de weergave van de geest.
Degene die door Ascha worden
geroepen, zijn de Ashavan en degene die zich geroepen voelen door Druj
zijn de Dregvant.
Het begrijpen van het verschil tussen
dualiteit en het beslissen tussen de antwoorden in het dagelijks bestaan
vereist een open geest. Door het opzoek gaan naar kennis, door te luisteren en
het verkrijgen van wijshei, khrateush of khratu.
De juiste keuzes en
beslissingen zijn met redenen omkleed, ratavo, zijn een keuzemerk voor
producten van wijsheid.
Goede gedachten, woorden en
daden voeren tot een natuurlijke, intuïtief resultaat. Goedheid is niet
gestoeld op dogma’s, maar goedheid is een product gebaseerd op wijsheid.
Binnen de grenzen van
omstandigheden, is het menselijk wezen begiftigd met de vrijheid om keuzes te
maken. Het stelt ons in staat keuzes te maken in gedachten woorden en daden.
Ouders en verzorgers spelen een
belangrijke rol bij het begeleiden van jongeren bij het maken van de
fundamentele keuzes die zij maken, vooral voordat zij de leeftijd van de reden
bereiken (15 jaar )
De spirituele componenten in de
natuur en de mens
De mens is samengesteld uit
zowel de materiële als ook de spirituele componenten.
Onze geest vormt en bepaalt de
aard van onze houding, onze mentaliteit, en gedachten, woorden en daden.
Mainyu is het dubbele
tegenovergestelde van het fysieke gaetha, het niet-fysieke of niet-materiële
bestaan.
Mainyi is buiten onze
zintuigen, zij het misschien niet buiten ons gevoel en intuïtie.
Spenta & Ahriman
Een heldere, positieve,
weldadige geest, dat tot doel heeft de wijsheid te ontvangen is genaamd
Spenta Mainy. Een donkere, negatieve, destructieve geest de nog onbewuste
geest wordt genaamd Ahriman. Het Archtetype en belichaming van Ahriman
heet Ahriman de vlees geworden duivel.
De fundamentele keuzes die wij
maken is de aard van de geest en houding.
Omdat onze keuzes kunnen
veranderen en omdat Spenta Manyu bijzonder is, moeten wij op gezette tijden en
voortdurend een herbeoordeling en bevestiging van de geest nodig. Orthodoxe
Zoroastrians gebruiken hiervoor het dagelijks gebed.
Onze fundamentele keuze bepaald
de aard van ons karakter, dat het karakter is van onze ziel.
Afhankelijk van onze geest
kiezen we ervoor om vrolijk of boos, opbouwend, of destructief, nuttig, of
schadelijk, eerlijk of oneerlijk, trouw of ontrouw, gezond of ongezond, rustig
of opgewonden, vreedzaam, of strijdlustig, holistisch of onevenwichtig.
Alle levende wezens hebben een
ziel, urvan.
Een persoon wiens karakter en
dat van de ziel is opgebouwd op de geest naar keuze, doormiddel van een vrije
wil. Met de vrije wil en keuze komt verantwoordelijkheid en verantwoording. De
mensen zijn verantwoordelijk voor hun keuze en dus verantwoording in en in het
leven na de dood.
Het lot van de menselijke ziel,
hangt van de richting der gedachten, woorden en daden.
De menselijke ziel ontvangt
datgene in het hiernamaals wat zij heeft gegeven in dit leven.
De ziel maakt haar eigen hemel of
hel, zijn beide een geestelijk bestaan en geen plaatsen.
Alle zielen komen van God Aan
het einde van de tijd zullen alle zielen terug keren naar God.
Fravasi
Een ander spiritueel component
die zich in de schepping manifesteert in al het levende en in niet levende is
de Fravasi of farvaerd.
Een aspect van de fravasi wordt
de ook wel de Godsvonk genoemd, geeft al het levende van de schepping van Asha,
de wetten die gelden voor de geestelijke en materiële universum.
Dit aspect van de fravashi
onderhoudt en helpt, begeleid het evolueren naar frasho-kereti, een
ultieme en ideale toekomst. Het kan gezien worden als de hand van God in de
schepping. Omdat Gods wet overal aanwezig is, in alles in alle delen en
deeltjes van de schepping, woont het plan van God’s schepping, vanaf het
allereerste begin.
In de mens, terwijl de ziel
persoonlijk is, is de Fravasi universeel. De ziel blijft zolang de tijd
bestaat, de fravashi is eeuwig.
De fravashi geeft de mens
intuïtieve toegang tot de morele en ethische wetten van Asha, en biedt de
mogelijkheid om als persoon inzichten in de aard van de evolutie te verkrijgen,
doormiddel van introspectie.
Ook bekend als Arda Fravash, (
de Heilige Aartsengelen) Ieder mens wordt begeleid door een beschermengel, deze
fungeert als een gids voor de gehele levensduur. Oorspronkelijk bewaakten zij
de grenzen van de wallen van de hemel, maar zijn vrijwillig naar de aarde
gedaald om de mens op hun pad tot het eind der dagen te begeleiden. Ahoera
Mazda, adviseert Zarathoestra de Fravashis aan te roepen wanneer er onder zijn
leiding en zorg voor mens en dier deze in gevaar verkeerde, omdat de boze Druj
ze allemaal zou willen vernietigd. De Fravashis dienen ook als ideaal die de
ziel heeft om te streven naar eenheid. Ze staat voor de energie van God, en het
behoud van orde in de schepping.
Khvarenah/ khvarana/khwarnag
in Pahlavi: Khwarr of Khwarrah,
in het oud Perzisch: Farnah.
De Khwarr is het archetype die
de mens laat groeien tot de limiet van zijn of haar capaciteiten in genade, dit
wil zeggen, in overeenstemming met de Fravashi. Een ander mogelijkheid is
wanneer de mens er naar vraagt of wenst te groeien.
De Khwarr maakt dat de persoon
uniek is en is verschillend voor elke persoon.
Als de mens zich van alle
potentieel in genade bewust zou zijn, zal de wereld frasho-kereti bereiken,
de ultieme en ideale toekomst van bestaan een universele vrede.
Doordat de mens zich beperkt,
geldt dat men zijn/haar volledige potentieel of capaciteiten niet zal of kan
bereiken.
Tot op zekere hoogte wordt de
mens bepaald door geboorte en omstandigheden, maar kan ondank zware
obstakels,en tegenspoed door de innerlijke wens en zich op het pad te begeven
Khwarr bereiken. Dit zijn ware helden daden een held waardig.
Je zelf verliezen is het
verliezen van Khwarr.
In de mythologie, is de Khwarr
de vogel, zwevende boven een persoon, wanneer fatsoen vervangen wordt door een
verachtelijk mens, groeien uit de schouders van de persoon slangen.( zie
Sjanama – King Jamshid en Zahak )
De persoon die zij Khwarr
realiseert heeft een halo, een helder licht rond zijn/haar hoofd. (zie het
portret van Zarathustra) een fysieke representatie geestelijke ogen en
zintuigen. Het tegenovergestelde van het licht is duisternis – als een donkere
wolk boven iemand.
Khwarr en het daaruit
voortvloeiende charisma maakt leiderschap die niet afhankelijk is van
autoriteit.
Verenigd Fravashi
Een persoon waarin de
spirituele componenten, de urvan (ziel), mainyu (geest), fravashi, en Khwarr
samen komen is een verenigd fravashi.
Als de geest, ziel en khwarr in
harmonie zijn met Asha, dan is er een verenigs fravashi. Als zij zich niet in
harmonie bevinden met Asha, dan is er een scheiding van de fravashi in dit
leven, en bij uitbreiding na dit leven.
De verenigde fravashi van
rechtvaardigen zijn in staat Aartsengelen te worden.
Fravahar of Farohar
De in steen gegraveerde
afbeelding van de Fravahar aan de rechterkant is een op steen gehouwen en met
houtsnijwerk in opdracht van de Achaemenian koningen. Het beeld wordt meestal
afgebeeld boven de afbeelding van een koning. De afbeelding van de koning, in
de fravahar is identiek aan de koning. In 1925, JM Unvala, een Parsische
geleerde ziet het beeld als een vertegenwoordiging van de fravashi (de fravahar
van de koning of voorouder) en in 1928, Dr. Irach Taraporewala ziet het beeld
als de vertegenwoordiging van de konings ravahar.
Spirituele Quest
Op basis van de hoofdstukken 30
en 48 in de hymnen van Zarathoestra – de Gatha’s ):
Een persoon die een zoektocht
ondergaat naar spiritueel bewustzijn, of de realisatie is van een individuele
zoektocht.
De weg naar spirituele
realisatie, realiseert men doormiddel van een open geest, goede gedachten,
woorden,daden, wijsheid, goedheid, sereniteit, zuiverheid.
Inzicht ontstaat vanuit een
open geest, luisteren, introspectie, en vervolgens baant iedere persoon voor
zich zelf zijn individuele pad naar spirituele realisatie.
Houd een open geest, luisteren
betekent niet naar anderen. Blind vertrouwen leid tot bedrog. (Gatha 48,10)
Ushta & Armaiti
Het doel in het leven is te
komen tot een Ushta, vrede en geluk. Een uiting van gezagsgetrouwe vrede
en sereniteit of Armaiti. Uit het boek van Yasna, hoofdstukken 27, 28,
en 29. Yasna is een van de Avesta boeken, de Zoroastian geschriften.
Ahoera Mazda
Op basis van Sad-o-Yak
Nam-e-Khoda, de Honderd en Een Namen van God.
De Zoroastrian term voor God is
Ahoera Mazda.
Er zijn geen Zoroastrian
afbeeldingen of voorstellingen van God.
Het Zoroastrian concept van God
is:
God in de taal van de oudere
Zoroastrian geschriften is Ahoura Mazda.
Er zijn geen Zoroastrian
afbeeldingen of voorstellingen van God
Het Zoroastrian consept van God
is dat:
- Inzicht in de ware aard van
God is het menselijk begrip (een-aiyafah)
- God is
niet-antropomorfisch/mensachtig, God is vormloos, heeft geen menselijke
zwakheden of emoties, God is geen voorstander voor boosheid, God kent geen
boosheid.
- God is zonder dualiteit.
- God is zonder oorzaak ( een
biochemie), God is de grote oorzaak van alle oorzaken en de kern van de gehele
schepping.
God is zo goed als mogelijk
begrepen, door middel van God’s transcendentale schepping gerelateerde
attributen genaamd.
Amesha Spentas
Vohu Mano, de Goddelijke
gedachte
Asha, kosmische orde en de
universele wetten
Khshathra,
Dominion/heerschappij
Armaiti, gelijkmoedigheid,
sereniteit
Haurvatat, ultieme heelheid
Amertat, onsterfelijkheid
Deze Goddelijke attributen
hebben een menselijk equivalent, het zijn idealen waarnaar mensen zich richten,
het is een manier van leven.
Vohu Mano, is de goede geest
van de mens
Asha is principieel zijn,
eerlijkheid, weldadig zijn, gerechtigheid
Khshathra is het leven onder de
heerschappij van soevereiniteit
Armaiti is sereniteit
zuiverheid
Hauvatat het streven naar een
holistische gezondheid
Amertat, transcenderen uit de
stofflijke beperking door middel van het opbouwen van een in harmonie zijnde
lichamelijke en geestelijke gezondheid. Hand in hand
gaand met de spirituele vlam Mainyu
Athra, het opbouwen van een duurzame geest, ‘het verenigd Fravashi’.
( Een persoon waarin de
spirituele componenten, de urvan (ziel), mainyu (geest), fravashi, en Khwarr
samen komen is een verenigd fravashi)
Mainyu Athra, is de spirituele
vlam in ons hart, Mainyu Athra en de ethische waarden van Asha: eerlijkheid,
orde, liefdadigheid, rechtvaardigheid. De Symbolieke van de eeuwige vlam in het
Zoroastrianisme kan worden vergeleken met de symboliek van de olympische vlam.
Het symboliseert de fundamentele ethische waarden en principes.
In een verdere poging om God’s
werk te begrijpen, zijn de zes kwaliteiten en kenmerken de Amesha Spentas
gezien als Aartsengelen een abstracte uitbreiding van God elk gekoppeld aan een
aspect van de schepping.
De Perzen bekeken uit het
perspectief van de Grieken, aanbidden zij antropomorfisch De Grieken daarentegen
aanbidden meerdere goden, tijdens Herodotus ca. 430 voor Christus. De Perzen
hebben geen beelden van de goden, geen tempels of altaren, en het gebruik van
ervan merkt men aan als een taken van dwaasheid. Men stelt dat het Griekse
geloven dat goden dezelfde aard hebben als de mannen.
Het
Christendom beïnvloed door het Zoroastranisme
Millennia lang stelt de mens
zich de vraag: "waarom op aarde te zijn?". Het antwoord hierop vinden
we in de vele verschijningsvormen van de religie.Momenteel zijn er ongeveer
750.000 Zoroastrians in het Westen te vinden, in India rond het Indiase Mubai
(het vroegere Bombay) America, Canada, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland,
Zwitserland, Oostenrijk, Hongarije, Groot-Brittannië, etc.
De naam Zoroaster, is maar bij
weinig mensen bekend, waarbij ik mag concluderen dat dit belangrijke cultuur
element dat eens de bakermat van onze beschaving was niet meer die invloed
heeft, die in de tijd van de Assasians periode had. Deze Sumero-Akkadische
beschaving was de laatste ooggetuige voordat de Arabieren een eind maakten met
een van de peilers van de Perzische cultuur: het Zoroastrianisme.
In het Westen kreeg het
Zoroastrianisme geen kans zich te ontplooien. Desondanks mag de verbreiding van
in het Romeinse Rijk populaira Mithras- cultus, een groot succes worden
genoemd. Een intolerante houding van het Christendom, heeft uiteindelijk deze
cultus weg gevaagd.
Ook door de kruistochten
getekende middeleeuwen, boden geen plaats voor het Perzische cultuurgoed.
Sommige filosofern in de Renaissance vonden Zoroaster belangrijk genoeg om voor
een breed publiek aandacht te vragen. Maar buiten Plato en Arestoteles bvleef
Zoroaster een onbekend terein. Pas in de 18e eeuw heeft de Franse geleerde
Anquetil Duperron, op basis van het oud- en middel-Perzisch, de teksten
vertaald die gebundeld waren in het heilige boek van de Zoroastrians de
"Avesta" waarna vele geleerden uit deze bron putte vaak zondder de
bron te vermelden. Er ontstonden hevige discussies onder de Europese filosofen en
schrijvers waaronder: Voltaire, Nietze, Grimme, Goethe, Kleist, Byron, Shelly,
en Didderot. Mussici als: Mozart, met de opera Die Zauberflöte, Rameneau met
zijn opera Zoroaster, Richard Straus met zijn symfonie Also sprach
Zarathoestra, putte hier inspiratie uit.
Deze bekende wereldse mensen,
gebruikte gretig het onderwerp Zarathoestra aan, om een stelling in te nemen
tegen het Christendom, die niet langer aanspraak kon maken op de waarheid, de
leer van Zoroaster was zoveel eeuwen ouder. Deze bevindingen werden ondersteund
door de filoloog Martin Haug die in 1861 zeventien hymnen wist te isoleren van
de rest van de Avesta (essays on the sacred language London 1878) Deze met de
Vedische taal overeenkomende geschreven hymnen, worden aan Zarathoestra zelf
toegeschreven. Het doel van de opleving was om de Perzische cultuur een grotere
rol in de westerse geschiedenis te laten spelen.
Een van deze rollen zijn de
overeenkomsten met het Christendom. En wel door het Bijbelboek de
"Openbaringen van Johannes". Er zijn parallellen met het
Zoroastrianisme aantoonbaar.
Het Zoroastrianisme is de
oudste overgeleverde wereldreligie. Die we terug vinden in de hoogvlakten van
Tibet, waar ze waarschijnlijk door klimaatveranderingen op de vlucht zijn
geraakt. De religie van de nomaden mag dan op dat moment geen Zoroastrianisme
genoemd worden omdat deze pasorale samenleving een natuur religie is, in
ontwikkeling.
Deze Mazda cultuur "de
Mazdayasians" kenden aan de elementen vuur en water grote belang toe. Niet
alleen ten aanzien van levensbehoeften als het bereiden van voeding, maar ook
ter bescherming tegen wilde dieren, en koude. Het water zorgde ervoor dat mens
en dier niet van dorst omkwamen. Maar zij herkenden er ook hun goden in als
Apas (water) en Atar (vuur) Zij herkenden ook hun goden in de zon, maan,
sterren, de lucht en luchten,en de aarde.
De nomadische natuur religie
waar het Zoroastrianisme zijn wortels heeft was verre van primitief. De
Indo_Europese nomaden kenden als eerste het concept van een hiernamaals. Dit
vroege hiernamaals was in de pre-zoroastriasche periode voorbehouden aan de
priesters, koningen, en helden, zij waren de mensen van betekenis, die het
hiernamaals konden bereiken via een brug gelegen op de top van de berg Hara.
Voor de gewone mens was dit onmogelijk.
Hun plaats was in de onderwereld, geregeerd door de mythische koning Yima, de
eerste koning die de aarde had gekend Na het overlijden bracht de ziel van de
overleden drie dagen op aarde door voordat deze de onderwereld kon betreden.
Zodat de ziel kon aansterken en zich voorbereiden op haar reis naar de
onderwereld. Later in de pre-Zoroastrische periode werd deze ziel voorheen
Urvasn genoemd steeds bvaker als een gevleugelde vrouw de Faravahars
voorgesteld. Deze apart van elkaar bestaande ideeën groeide langzaam naar
elkaar toe.
Met het toenemende geloof in
het hiernamaals, als bijvoorbeeld gradaties als: onderwereld en paradijs,
ontstond ook het geloof in de wederopstanding van het lichaam. Nadat het
lichaam zich ontdaan te hebben van het sterfelijke lichaam, bij de geest in het
hiernamaals voegen. Om dit proces te versnellen werd het dode lichaam verbrand.
Maar door de steeds grotere rol die het vuur in de religie ging spelen verdween
deze manier zich te ontdoen van het dode lichaam.
Een andere manier werd gevonden
door in het aan zonlicht en roofvogels blootstellen van de dode lichamen in
hoge torens, de zogeheten "stiltetorens". De resterende botten werden
begraven om zich spoedig bij de geest te voegen.
Het idee van reinheid , het niet
willen bevuilen ligt waarschijnlijk hier ten grondslag.
Zo had de pre-zoroastrische religie een eigen kosmologie met slechte en goede
goden bij wie de verantwoordelijkheid voor de schepping werd gelegd.Zo vormden
volgelingen een gemeenschap met eigen tradities en gebruiken op het gebied van
gebeden en reinheid. Deze elementen zouden de basis gaan vormen en zijn nog
steeds te herkennen in het geloof dat de oer-profeet Zarathoestra in zijn leer
verkondigt.
Er zijn vele overeenkomsten te
herkennen tussen her Zoroastrianisme en andere heilige geschriften. Daarbij
beperk ik mij tot de Openbaringen van Johannes, waarin het thema de eindstrijd
een wezenlijke rol in de theologie van het Zoroastrianisme speelt. In ieder
geval heeft in de mondelinge traditie dit verhaal altijd een belangrijke rol
gespeeld.
Het opdelen van tijd vindt men
in de bijbelboeken Daniel, Ezra, Enoch en Openbaring, en is hier een
beïnvloeding van het Zoroastrianisme te herkennen. De drie delen van drie- of
vierduizend jaar zou8den allen aan het eind, een Sösyant, een heiland zien. De
laatste van deze heilanden zou de belangrijkste en machtigste zijn en het is
deze heiland die zich het beste met Jezus van Nazareth doet vergelijken bij het
christendom. Deze laatste heiland staat vooraan in de laatste dag –Frashegrid-
in de strijd tegen goed en kwaad.
De Söysyant en Jezus op elkaar
omdat beide voorop gaan in de strijd tegen het kwaad, maar ook zijn beide uit
een maagd geboren. Jezus wordt uit de maagd Maria geboren en de Söysyant wordt
geboren uit een maagd die baadt in het meer fan Hamun in Iran. Dit meer
herbergt al duizenden jaren het zaad van de profeet Zoroaster tot de tijd daar
is.
De strijd wordtr gekenmerkt
door de wederopstanding. De meest rechtschapene mensen worden het eerst uit de
dood opgewekt. Zij zijn het elite korps van de heiland in de strijd tegen het
kwaad.
De personificaties van het
kwaad Ahriman en de duivel, bedienen zich van de zelfde instrumenten om de
strijd naar hun hand te zetten: Drauga, leugen.. In Openbaring van Johannes
wordt het woord leugen zelfs opvallend vaak gebruikt. (Openbaring 14,5; 20,8;
21,8.27; 22,15)
Natuurluk zullen Ahoera Mazda
en God, Ahriman uiteindelijk overwinnen, waarna de mensen op hun daden worden
beoordeeld en er voor sommige een tweede dood volgt. In het Zoroastrianisme
zullen de goden Airyaman en Atar alle metalen in de bergen op aarde doen
smelten. Het gesmolten metaal zal de hel in stromen en de wereld verlossen
van al het kwaad. Deze voorstelling vertoont overeenkomsten met de poel van
vuur en zwfek uit Openbaring alleen is deze eeuwig.
Het kwaad wist de wereld te
beinvloeden, maar na afloop van de strijd zal het kwaad zijn verslagen en zal
een nieuwe aarde het paradijs zijn. In de bijbel is dit een nieuwe aarde in het
universum, terwijl in het zoroastrianisme deze arde na het wegstromen van de
rivier van metaal een nieuwe aarde wordt. In beide religies vestigt God zich
eeuwig onder de mensen.
De beinvloeding van het
Zoroastrianisme op het christendom vinden we vooral in de Openbaring van
Jophannes, de auteur zelf heeft het over het eiland Patmos in het westen van
Klein-Azie. Daarnaast hebben de Grieken een belangrijke bijdrage geleverd aan
de verspreiding van het christendom. Een derde belangrijk gegeven is dat
westelijk Klein-Azie vanaf de eerste Ionische opstand een bron van strijd is
geweest tussen Perzen en Grieken. Door het Perzische rijk in de greep te
krijgen. Ook Alexander heeft lange tijd het gebied en enkele aangrenzende
gebieden geregeerd.
De steden aan de kust waren
smeltkroezen van verschillende culturen. De auteur van het bijbelboek
Openbaringen, moet genoeg mogelijkheden hebben gehad om kennis te nemen van de
Zoroastrische religieuze traditie. Aangezien hij tot dezelfde sociale en
intellectuele elite behoorde als veel door Diodenes genoemde filosofen. Hij
gebruikte zijn kennis van het zoroastrisme bewust of onbewust als model in zijn
werk.
www.universelevrede.nl
Auteur: Antoinette Meesters
Conclussie:
Hoofdtema: De waarheid
achterhalen van het Haoma
Deze kon niet zonder de
geschiedenis van het Zoroatrisme, de legendes van de pre-zorastrische periode,
de overeenkomsten met de Rig-veda, gerealiseerd worden en de leer van
Zarathoestra. Alles is gesitueerd rond het thema dat we terug vinden in de
filosofie van het Zoroastrisme en in de vele oefeningen ten bate van
wederopstanding. Het ontwikkelen van het hogere vermogen van de mens.
Ahoena Vairya het ‘onze vader’
van het zoroastrisme.
Ahoera Mazda ‘Heer van
wijsheid’
Ahriman of
Angro Mainyoes goddelijke
personificatie van het kwaad
Airyaman godheid (yazata) van
vriendschap en genezing, die aan het einde der tijden samen met Atar alle
metalen in de bergen op aarde doet smelten.
Amesha Spienta een van de zes
belangrijkste godheden na Ahoera Mazda. De Amesha Spienta’s zijn: Khshathra
Vairya, Spenta Armaiti, Haurvatat, Amertat, Vohu Manah en Asha Vahista
Apaaosha demon in de gedaante
van een zwarte hengst. Apaosha dient verslagen te worden, zodat er nieuwe leven
over de aarde kan komen (lente)
Apas godinnen, nimfen van het
water
Asha ‘orde’ gerechtigheid’ of
‘waarheid’. Als principe strijdig met Drauga..
Atar god van het vuur. Atar
manifesteert zich in vuur.
Avesta de heilige boeken van
het Zoroastrisme
Drauga wanorde, onrecht,
leugen. Als principe strijdig met Asha.
Frashokereti of Frashegird het
einde der tijden, de laatste dag.
Faravahar mens in menog vorm.
Gatha’s hymnen gecomponeerd
door Zarathoestra.
Gayomard de eerste man of
eerste sterfelijke voorouder in de Zoroastrian mythologie. Gayomard komt van
het oud-Perzische ‘gayo’ wat leven betekent, en ‘maretan’ wat sterfelijk
betekent. Gayomard is daarmee ook de personificatie van het sterfelijk leven.
Getig vaste vorm
Hamazor ceremonie waarbij
volgelingen van het geloof van Zarathoestra de handen van elkaar vasthouden om
de cohesie in de gemeenschap te benadrukken.
Humata goede gedachten
Hukhta goede woorden
Hvarshta goede daden.
Karshvars zeven afzonderlijke
gebieden in het wereldbeeld van de nomaden uit de pre-Zoroastrische tijd.
Khavaniratha het grootste
gebied uit het wereldbeeld van de nomaden uit de pre-Zoroastrische tijd.
Kusti een koord dat door de
zoroastrian, na initiatie tot het geloof, drie keer om het middel wordt
gebonden. Het wordt gebruikt bij het bidden.
Mithra god van de afspraak en
waarheid in de pre-Zoroastrische religie. Daarna, in het zoroastrisme, vaak god
van het licht genoemd. De cultus van Mithra
werd als ‘Mithras-cultus’ erg
populair in de Late Oudheid.
Menog spirituele vorm.
Noeruz nieuwe dag, het
Nieuwjaarsvestival voor de aanhangers van de religie van Zoroaster. Vandaag de
dag een algemeen Iraanse feestdag.
Sösyant heiland die de
gelovigen aanvoert en de arde van het kwaad verlost aan het eind der tijden.
Tishtrya godheid uit de
pre-zoroastrische periode die het tot taak heeft de demon Apaosha te verslaan
en daarmee te zorgen voor nieuw leven.
Ushta Te, begroeting:
gelukzaligheid is met u
Varuna god die presideerde over
een eed.
Vaedemna degene die weet
(heeft)
Vourukasha de zee in het
pre-zoroastrische wereld beeld die de ‘boom van alle zaden’ herbergt.
Yasna een collectie van
liturgische geschriften binnen de Avesta en tevens de benaming het offeren voor
Ahoera Mazda
Yazata latere godheden die uit
de Amesha Spienta’s zijn voortgekomen
Yima de eerste koning op aarde
in de mythologie van de pre-zoroastrische nomaden
Zurvanisme sterk dualistisch
geloof.
Beckh, Hermann. In zijn
Zarathustra, Stuttgart 1927, blz 110
In het Nederlands van
J.C.Ebbinge Wubben
Boyce, N.E.M. Atas-Zohr and Ab-Zohr
Boyce, N.E.M. Zoroastrianisme, its Antiquity
Boyce, N.E.M The Haoma ritual
Clark, P. Zoroastrianisme
Hart, Eloise. Sunrice
Hulsman, Arnout. Eindstrijd en
Eindtijd, Zoroastrische beinvloeding van de Eschatologie van het christendom
Mazdaznan, Nederland
Moll, Dr.W.A.W,Auteur The Haoma
– Soma Problem
Aanbevolen literatuur:
Anquetill du perron, A.H. Zend Avesta (1771)
Darmesteter. J. Zend Avesta
1892 - 1893
Einstein & Zoroastrianisme.
Over goden en bestaan
Ferdowsi’s. Shanama
Haug, M. Essays on the saecred language of the Parsis
1878
Herodotus. The histories 1920 – 1924 over de Perzen
Plato Alcibiades
Strabo. groot historicus
Post klassieke westerse
schrijvers:
- Barnabe Brisson (1531-91)
- Pietro della Valle (1620)
- Henry Lord (1620)
- Mandelson (1658)
- Tavernier 1678)
- Jean Baptiste hardin (1721)
In 1633 is een kopie van de
Yasna een boek van de Avesta neergelegd in Canterburry.
Web-sites
Avesta – Zoroastrian Archives
2005,http://www.avesta.org/
The Zend Avesta Internet sacred text Archives, 2008,
Url:http://www.sacred-text.com
Holy Zend Avesta, 1998 Englisch translation by
C.Darmesteter
http://www.avesta.org
Haoma Ritual ( The Circle of Ancient Iranian Studies,
CAIS) Iranian Religions:
Zoroastrian, Mary Boyce. 1998–2008:
Url:
http://www.cais- soas.com
Haoma, Dieter Taillieu
encyclopedia Iranica
Url: http://www.iranica.com
Jeroen Vuurboom (1999) Zarathoestra.
Herders en nomaden.
Url:
http://www.xs4all.nl/`jeroenvu/gwv/zarathoestra.htm
Moll. W.A.W.Zoroaster de
vergeten profeet? Topic: Wat is wetenschap 28-05-2007 Marokk0.nl Virtual
Community’s.Moll.Warnar A.W.Redacteur Marokko nieuws.Url://forums.marokko.nl/
Zorostrianisme, A Universal Religion: Good Thougts,
Good Words, Good Deeds
Url:http://www.zoroastrianism.cc/universal_religion.html
Khosroh Khazai (Pardis) Europees Centrum
Url:
http://www.gatha.org
K.E.Eduljee, Heritage Institute, 2007 & 2008 Zoroastrianism
Url:
http://www.heritageinstitute.com/zoroastrianism
Zoroastrian. A universal religion. Miami USA
Url:
http//www.zoroastrianism.cc/index.html
www.universelevrede.nl
Auteur: Antoinette Meesters