Lichamelijke
en geestelijke ontspanning en herstel In
ons bewegend bestaan is de kans dat wij onze grenzen van mogelijkheden
overtreden, met alle risico's die onze gezondheid geen goed doen.
Waarom eigenlijk? waarom doen wij ons dit aan?Er is veel meer mogelijk
wanneer u zich tussentijds ontspant. Ontspanning hebben wij nodig om
lichaam en geest te laten herstellen. Wanneer wij deze kans niet benutten
stapelen zich de vermoeidheid en spanningen zich op. Wij zijn tot veel meer
in staat, wanneer wij ons tussendoor ontspannen, zodat wij ons werk en
de vele verwachtingen die op de loer liggen, beter kunnen
hanteren. Misschien
is het zo dat wij ons zelf onder druk zetten, en ontspanning een
ongrijpbaar doel is. Ontspanning toestaan kunnen we leren, daar is oefening
voor nodig. Laat het uw gezondheid niet aantasten, waardoor uw lichaam
stram en stijf gaat voelen, of dat er maag en darm en rug klachten
ontstaan, en uw al moe bent bij het wakker worden. Laat u niet in een
vicieuze spiraal trekken, waarin de spanningsklachten, de stress u teveel
gaan worden en u er geen uitzicht in vind, en uw klachten doen verergeren.
Ontspanning kunt u vinden in het wandelen, fietsen, of gewoon door de
natuur waar te nemen. Pootje baaien in de zee, of een dicht bijzijnde
rivier, of meertje. Even weer de grond onder de voeten voelen. Ook
actief bewegen in de sport er is altijd wel iets voor u te vinden.
misschien houdt u van yoga, of meditatie zodat u uw hoofd kunt leegmaken,
ruimte kunt scheppen in de alsmaar door ratelende gedachtes. Soms is het
goed om ontspanningsoefeningen te doen om de jaren lange opgestapelde
spanning los te kunnen laten. Mogelijk komen er daar moeilijke confrontaties,
en is er even chaos, maar deze chaos zal weer ruimte geven, nieuwe ruimte
voor nieuwe kansen en mogelijkheden. Heb
vertrouwen in jezelf en de mogelijkheden die je jezelf te bieden hebt.
Misschien kan ik u inspireren met mijn site, zorg dat u in beweging blijft,
en houdt uw voeding in de gaten, want bij een gestrest leven wordt de
gezonde en natuurlijke voeding niet meer belangrijk gevonden, en valt u
mogelijk al gauw ten prooi aan onregelmatige voeding tijden, kant en klaarmaaltijden, en fastfood. Zorg goed voor uzelf, u
bent het waard. Antoinette.
Ontspanning
index:
Lavendula angustifolia,dentata,
latifolia, stoechas, stoechas var. leucantha. (Lavendel): is
zenuwkalmerend, verzachtend, opbeurend, en brengt de geest in balans. Door de
ontsmettende en bacteriologische en pijnstillende eigenschappen helpt de olie
bij snijwonden, wonden, brandwonden, kneuzingen, puistjes, allergieën,
insectenbeten, en keelontstekingen. De olie werkt slijmoplossend en helpt
daardoor bij verkoudheid en griep. Lavendelolie werkt bloeddruk verlagend,
voorkomt maagkramp en misselijkheid en spijsverteringsstoornissen. Ook helpt
het reumatiek te voorkomen en werkt het versterkend. Spanning, depressie, en
stress kunnen uitstekend behandeld worden met lavendelolie.
Uitwendig:
als verzorgingsmiddel voor de hoofdhuid. het wordt gebruikt als natuurlijk
parfum. Als bad of massageolie tegen prikkelbaarheid. Inwendig: als thee om
hoofdpijn te verlichten en zenuwen te kalmeren. Verder werkt het tegen
winderigheid, bijna flauw vallen, duizeligheid en onwelriekende adem.
Lavendel
heeft een brede werking en is te gebruiken bij: abcessen, acne, allergieën,
aambeien, blauweplekken, brandwonden, dermatis, eczeem, hoofdroos,
insectensteken, luizen, oorpijn, ontstekingen, psoriasis,puistjes, ringworm,
scabiës, steenpuisten, wonden, zonnebrand, zweren, zwemmerseczeem, lumbago,
spierpijn, reuma, verstuiking, verrekking, astma, bronchitis, keelinfecties,
kinkhoest, laryngitis, slechte adem, slijmvliesontsteking, buikkramp,
braakneiging, dyspepsie, flatulentie, kolieken, misselijkheid, blaasontsteking,
dysmenorroe, witte vloed, depressiviteit, hoofdpijn, hypertensie, migraine,
nervositeit, scatica, shock, slapeloosheid, stress, vertigo, griep,
verkoudheid, winterhanden, vermoeide voeten en wintervoeten.
www.universelevrede.nl
Auteur: Antoinette Meesters
The West Highland Way
Haste ye back! Ceud mile
faite
Als
je 40 jaar bent geworden en je kinderen gaan elk zelfstandig de toekomst
tegemoet, dan ligt er een zee van vrijheid en mogelijkheden klaar om gebruikt
te worden. Een mooiere manier om mijn nieuwe vrijheid tegemoet te treden kon ik
mij niet beter voorstellen dan met een rugzak door een ongerept, ruig landschap
te lopen.
De
beste perioden zijn mei, juni, half augustus tot half september. Deze laatste
periode is het we er stabieler en zijn vooral in de Hoog- landen de paarse
tapijten van hei te zien. Mijn keuze viel op The West Highland
Way:Schotlands eerste en mooiste lange-afstand wandelpad, deze volgt veelal
oude historische routes. Bewegwijzering is herkenbaar aan de bruine, houten
paaltjes met daarin Schotlands symbool de distel, in een rechtmatige zeshoek
gegraveerd. De route begint in Milngavie, 6 km ten noordwesten van Glascow en loop
163 km dwars door het steeds woester en ruiger wordende binnenland van de
Southern en Central Highlands, richting het noorden naar Fort William. De route
beschrijving van ‘footprint’ is op schaal 1:25, en is verdeeld in 8 sections
voor een dagwandeling van plus minus 20 km. Verder geeft de map informatie over
allerlei accommodatie, transport, en provisiemogelijkheden. Evenals veel andere
waardevolle tips voor onderweg. Daarnaast zijn er nog de officiële gids van
CCS, door Robert Aitken en A guide to the West Highland Way, door Tom Hunter
die de route heeft uitgezet.
Verblijf
op de West Highland Way vereist een zorgvuldige voorbereiding, want er zijn
weinig gelegenheden om te overnachten. Mijn manier van overnachten heb ik
gevonden in mogelijkheden als bunkhuizen, jeugd-herbergen en bed en ontbijt. De
West Highland Way is een wandeltocht die zowel geestelijk als lichamelijk, hoge
eisen stelt. Er wordt geadviseerd, de rugzak niet zwaarder te laten wegen dan:
13 kg, goed schoeisel is een vereiste omdat je vaak door een landschap loopt,
dat maar weinig geplaveide paden kent en waar in geen mijlen een mens te zien
is, is je kleding maar ook de voorbereiding op eventuele blessure, een eerste
hulp tas en een alarm fluitje, een zaklantaarn en kompas, geen overbodige luxe.
Wanneer je niet meer verder kunt lopen in het geval van een ongeluk dan
koel je snel af, in dat geval zijn er nooddekens te koop, die afkoeling tegen
gaan, deze zijn erg dun, maar voor dit doel gemaakt.
In
een jeugdherberg zijn speciale kaarten te verkrijgen, waarop je, je route voor
de volgende dag opschrijft, wanneer je denkt aan te komen bij je volgende stop.
Reservering voor een volgende overnachting geeft je dan ook niet alleen het
gevoel van veiligheid maar ook de zekerheid op een warme douche en comfortabel
bed. In de jeugdherbergen kun je voldoende proviand inslaan, zorg dat je
voldoende meeneemt want je weet nooit wat er onderweg kan gebeuren. In dat
geval, slaat men alarm wanneer je niet aankomt. Een ander advies is ook dat ik
mijn correspondentie vriend in Schotland mijn route doorgaf en als ik aankwam
ook een telefoontje deed.
Waar
een voice mail zoal niet goed voor is. Nou ja ik ben dan in een tijd gegaan
waar nog geen mobiele telefoon tot de bepakking behoorde. Omdat ik alleen liep
was het toch voor mijn eigen veiligheid om alle mogelijkheden te
gebruiken. Regelmatig zag ik dat de orange resque helikopters uitvlogen om naar
mensen te zoeken. Mijn zorg voor een goede voorbereiding, was zeker niet voor
niets. Menig moment ben ik mijn stevige bergwandelschoenen dankbaar geweest,
wanneer ik op een berghelling over losse steentjes uitglee. Je loopt per slot
van rekening door een ruige natuur en dan beland je soms ook op een pad dat
dwars door en over gladde natte stenen van een waterval loopt, of door
bergbeekje mijn sokken waren daarom speciaal voor dit doel, wollen sokken deze
paste zich goed aan zodat ik geen koude voeten kreeg.
Het
alleen lopen heeft ook zo zijn voordelen, wanneer je door een berg landschap
loopt en jij loopt daar alleen, dat geeft een gevoel van nederigheid en wat is
de natuur toch mooi, spectaculair. Tijdens de tocht dat van af het begin
glooiende velden overgaand in steeds ruiger terrein bereik je op de 6e
dag en na 102km. Het “Rannoch Moor”. Dit is een 300meter hoog plateau waar van
het vergane graniet in de laatste ijstijd door gletsjers wed platgewalst. Het
resultaat is 150vierkante kilometer natuurgebied vanwege zijn uniekheid met
veenmoeras, meren, poelen en sprei-hoogveen onder natuurbescherming geplaatst.
Het wemelt er van leven: edelherten en reeën, strandlopers, groenpootruiters,
eenden, duikers en plevieren. Als eilanden liggen de omringende bergen aan de
waterige horizon. Bij Loch Ba naar het westen, kijk je uit over een van de
meest woeste gebieden van Schotland. Vanaf het Moor gezien is het de Buchaille
Etive Mor, 1022m. die het landschap in het noordwesten beheerst.
In
deze richting loop ik verder en laat Rannoch Moor achter mij en betreed
Schotlands meest indrukwekkende en spectaculaire woeste berggebied. Beneden
door de Glen loopt een weg de A82, die in de zomer een drukke toeristen stroom
moet verwerken. de “Study” vormt de ingang van de Glen. Een door ijs
uitgeschuurd dal tussen de bergkom van Anoch Eagach en de uitlopers van Bidean
Nam Blan. Steile wanden en watervallen torenen uit boven de vlakke bodem van de
Glen. Verder zijn het de Sgorr Na Ciche 742m. beter bekend als de Pap of Glen
Coe. En ook de Nach Eegach, 967m. de Bidean Nam Bian, 1148m., de Three Sisters
958m. en de Buchaille etiveBeag 942m., die het 18km. lange doorgang richting
GlenCoe bewaken. Een wildernis waar niet mee valt te spotten.
In
deze omgeving wil ik terug keren, deels om dit gebied te ontdekken en vanwege
haar geschiedenis. Na in totaal 153km. gelopen te hebben, bereik ik het eindpunt
van de West Highland Way, in Fort William. Een zeer populair toeristenoord, dat
gedomineerd wordt door een machtig berglandschap met als uitschieter Groot
Britanniës hoogste top de Ben Nevis van 1344m. Als waardig afsluiter van de
West Highland Way, besluit ik op de 9e dag van mijn verblijf in
Schotland, zijn massa te beklimmen.
Vanaf
de voetbrug tegenover de Glen Nevis Youth Hostel, begin ik de wandeling naar de
top. Voor velen is dit een soort pelgrimage. Het is een inspannende maar geen
gevaarlijke onderneming. Tenminste wanneer men goed getraind is en zich aan
alle voorgeschreven veiligheids maatregelen houdt. Het pad klimt steil omhoog
naar de top, op het plateau van de Ben Nevis wordt het hoogste punt gemarkeerd
door een simpele steen. Over deze beklimming deed ik 5 uur en voor de afdaling
had ik 3 uur nodig.
Om
mijn ervaring te beschrijven tijdens mijn dagen dat ik op de West Highland Way
en Ben Nevis mocht vertoeven, kan ik zeggen dat het voor mij zowel lichamelijk
als geestelijk een zware maar prachtige onderneming was. Ik vond mijn grenzen;
ontberingen en uitputting door de vele krachtinspanningen. Maar tegelijkertijd
de diepe devotie, het overweldigende gevoel van geluk in deze weidse omgeving.
De ontmoetingen met andere wandelaars en de aardige Schotten die dan zeggen:
Haste ye back, kom gauw terug, u bent er Ceud mile faite, honderduizendmaal
welkom.
Schotland 1993
Voor
dat ik op reis ga, zijn er nog veel voorbereidingen, welke schoenen, welke
rugzak. Wat kan ik meenemen aan kleding, hoe zwaar mag mijn rugzak zijn, Welke
route kaart neem ik, ben ik aangemeld bij de jeugdherbergcentrale in Nederland,
ben ik goed getraind, allerlei vragen. Deze vragen en de invulling ervan waren
eigenlijk ook al waren ze de voorbereiding net zo spannend als het ondernemen
zelf.
Veel
benodigheden heb ik bij een Nijmeegse sport Spac Sport gekocht, hier kreeg ik
ook veel praktische tips, de route kaart en andere informatie over
mogelijkheden van verblijf in B&B, in de Nijmeegsche reiswinkel Stap voor
Stap.
Het
British Tourist Authority, De stichting Nederlandse Jeugdherberg Centrale en
het reisbureau van het NJHC: Future Line Travel, het NJHC, kon mij ook
internationale en kortingen informatie geven.
Van
tevoren heb ik een heel draaiboek gemaakt aan de hand van de feitelijke
informatie die op dat moment voor handen was. De route, het reizen met de boot
en de busreizen in Schotland, de jeugdherbergen, B&B mogelijkheden,
proviand, en alternatieven. Ook adressen waar men mij kon bereiken, en een
adres in Schotland bij een penvriend woonachtig in Dunferrmline, niet zo ver
van Edinburgh. Hem zou ik regelmatig via zijn foice-mail doorgeven waar ik zou
zijn.
Niet
alleen voor mijn kinderen gemoedsrust maar ook voor mijn eigen veiligheid.
Ook
tijdens de tocht geven de jeugdherbergen je de mogelijkheid om een kaart in te
vullen die aangeeft waar je naar toe gaat en hoe laat je daar denkt te
arriveren.
De
inhoud van mijn rugzak was: regencape, toiletspullen, slaapzak, lakenzak,
handdoek, theedoek, sloop,veldfles, ehbo-art., lantaarn en batterijen,kompas,
alarmfluitje,info-maproute,pas,youthhostelpas,accom,verzekering,adres,fototoestel,wekker.
Kleding:
bodywarmer, jak, muts, handschoenen, sokken, ondergoed, T-shirts,
countryblouche, broek, hempje, legging, badslipers en lichtgewicht
wandelschoenen, en als laatste meest belangrijke mijn meindlbergwandelschoenen.
Het maximale gewicht dat werd aanbevolen voor deze reis was 13,5kg.
Wat
mijn conditie betreft; ik deed veel aan fitnes en aerobic en jogging, verder
vond ik dat de vierdaagse van Nijmegen die ik op dat moment 10x gelopen had,
mij de juiste basis gaf om deze tocht te maken. Tijdens deze wandeltochten
leerde ik hoe ik goed loop, want dat is ook een kunst, balans, voeding, vocht,
kleding, rust. Natuurlijk loop ik hier niet de vierdaagse maar ga ik op ruw
terrein lopen, maar toch de ervaring die ik deze jaren heb opgedaan waren zeker
van groot nut.
Tussentijds
heb ik mijn slaapzak terug gestuurd naar Nederland. Want gaandeweg kom je er
achter dat je nog teveel meeneemt. Bij elkaar had ik uitgerekend aan kosten voor
de reis in 1993 kwijt te zijn aan: Boot-bus-retourRottersdam-Hull-Glasgow of
Edingburgh, youthhostels, voeding en proviand onderweg, trein-bus onderweg,
fl.740,00 gulden, maar in de praktijk was het bij elkaar fl.500,00
13-9-1993,
Om 1700u. kan ik aan boord gaan van de North Sea Ferry NORSUN. In
Rotterdam. Wat een gigantisch schip, prachtig. Eerst door de douane, daarna
geef ik mijn rugzak af aan een beambte, deze laadt het op een wagen. Er liggen
nog meer koffers en rugzakken op. Later wordt de elektrische wagen, met twee
aanhangers afgesloten en aan boord gebracht, waar het de volgende ochtend pas
weer geopend zal worden. De passagiers worden aan boord van de Norsun verwelkomd.
Nadat ik op verkenning ben geweest, ga ik naar het blauwe dek buiten en kijk
naar het laden, onvoorstelbaar wat er al zo in gaat op zo’n schip. 1.250
personen, 850 auto’s of 180 vrachtauto’s. de North sea ferry vertrekt of
beter gezegd, vaart uit om: 19:15u. op weg naar Hull, Groot Brittanië. Om
19:30u. wordt het diner geserveerd. Ik eet vegetarische Pilaf, fruit, pudding
en drink koffie. Om 21:00u. worden de dekens en kussens uitgereikt voor de
slaapstoelen. Avonds ga ik naar de duty free shop en naar de Moonlight bar.
Nachts kan ik niet slapen de zee is ruw, maar daar is weinig van te merken,
omdat de Norsun diep geladen is, zo laat ik mij vertellen.
Midden
in de nacht sta ik op, er zijn nog meer mensen wakker. Ook slapen sommigen
passagiers op matjes in de hal van het groene dek, of op de bank in de quit-
room, een vriendelijke medewerker gebaard mij dat het prima is om daar
ook te kunnen slapen. Ik vind een plaats en kijk uit over de zee, het is er
rustig en ik ben niet alleen op de andere banken liggen ook passagiers te
slapen. Eerst even een douche om de vermoeidheid wat van mij af te wassen. Om
06:00u. in de morgen, wordt er omgeroepen dat het restaurant open is voor
ontbijt. Om 07:00u. loopt de Norsun het King George Dock binnen in Hull. 14-9-1993,
aankomst in Hull, het is nog schemerig.
Ik
voel mij opgewonden, net alsof ik een oude vriendin na jaren terug zie. Nadat
ik van mijn ontbijt heb genoten, leuke mensen ontmoet heb en mijn spullen bij
elkaar heb verpakt in mijn rugzak, neem ik om 08:00 afscheid van de kapitein en
hem bedankt voor de goede overtocht en ga van boord. De bus naar Glasgow komt
om 08:45u. en vertrekt om 09:00u. Het is een oude bus en zeker niet een
van de National Express. Bij de volgende reis zal ik dit zeker in de gaten houden.
Want hier is iets mis gelopen. Onderweg geniet ik van de eerst indrukken van
mijn vakantie. Aankomst in Glasgow om 17:00u. en niet om 15:30u. als
aangekondigd, maar rond deze tijd mochten wij onze benen strekken en naar het
toilet gaan in een groot wegrestaurant. Aankomst in Buchanan busstation om
17:00u. Even later loop ik naar de info bali, daar krijg ik een route
beschrijving naar de jeugdherberg wat later hetbackpackers Hostel Glasgow
blijkt te zijn.
Ik
tref een Rolf een uit Duitsland komende backpacker en samen gaan we te voet
naar de youth hostel.Glasgow (Stratclyde) Glas betekent in het Gailic groene
plek. Heeft 1 miljoen inwoners. Is de grootste Victoriaanse stad van Groot
Brittannie, met daarbij vele parken en nieuwbouw uit de jaren ’80. In 1990 was
Glasgow de Culturele hoofdstad van Europa. Glasgow is een museum van
Industriële geschiedenis. Economische groei was de hoofdzaak. Vroeger zei men
dat er niets in de wereld was, dat niet in Glasgow werd gemaakt. Glasgow was
lange tijd een leidende centra van de zware industrie in Europa. Zonder deze
was Schotland waarschijnlijk een achtergebleven boerenland geweest. In 1242
kreeg Glasgow haar officiële stadsrechten.
Glasgow youth
hostel
7/8 park
terrace
Glasgow
Tel.: 041-332-3004
Woensdag,
15-9-1993, Nadat ik gisteravond mijn diner op had overigens het zag er prachtig
uit in de eetzaal, alles was er keurig netjes georganiseerd en schoon zelfs het
eten was heerlijk. Ik was doodmoe van de reis en sliep dan ook weldra. morgens
om 08:30u. is er ontbijt in de Hostel en om 10:00u. moet iedereen uit de
slaapkamers zijn, deze blijven dan gesloten tot 13:30u. omdat er dan wordt
schoongemaakt. Het ontbijt is prettig, Ik ontbijt samen met Ellis, een meisje
uit Cornwall. Samen deelde wij ook een slaapkamer met nog twee andere
Australische meisjes in het nokje van de Hostel. Na het ontbijt pak ik mijn
rugzak en loop naar de balie daar krijg ik mijnYouth Hostel kaart terug, deze
moest ik een dag eerder bij het inchecken inleveren. De kaart ging in een groot
bord aan de muur waar alle kamers op aangegeven staan, zo weet de staf wie waar
in welke kamer overnacht.
Alles
wordt in de computer opgeslagen en nagekeken ook of ik een geldige jeugdherbergkaart
heb. Ik krijg mijn kaart terug en koop een ansichtkaart van de Youth Hostel en
neem afscheid van de staf en verlaat het gebouw. Deze ligt dicht bij een park
op een heuvel. Ik ga samen met Ellis die naar Edingburgh gaat, op zoek naar de bus
we lopen berg afwaarts langs de universiteit. Er komt ons een groepje meisjes
tegemoet in school uniform. Aangekomen bij de bushalte, een dubbeldekker komt
eraan. We hebben geen gepast geld. Het valt mij op, ook gisteren toen ik samen
met Rolf op zoek was naar de Hostel, dat iedereen erg behulpzaam en
vriendelijk is.
Aangekomen
in hetBuchanan Bus Station nemen we de bus en afscheid van elkaar en wensen ons
veel succes. Ik neem bus nummer 11, naar Milngavie en daar kom ik om 12:00u.
aan. De bus naar Milngavie is een Midland Bleubird, overigens had ik wat
moeilijkheden met de naam Milngavie, de uitspraak is Milgay, de buschauffeur
weet precies waar ik moet zijn een paar passagiers lachen vriendelijk en wensen
mij succes. Om 12:00u. begint mijn tocht op de WestHighland Way, een
wandelroute waarvan ik nu al weet een wandeltocht door het leven zou zijn. Ik
stap uit op een plein, waar ook het treinstation dicht bij is, er staan auto’s
geparkeerd en de zon straalt volop.
Precies
waar ik de bus uit stap, zie ik gelijktijdig het bord van de W.H.W. een
welkom’s bord. Ik haal diep adem, daar ga ik. Mijn tocht begint. Welcome to the
start of the West Highland Way. De W.H.W. paden worden aangegeven door kleine
paaltjes met daarin het Schotse Nationale symbool de “distel’. De tocht begint
door een pastoraal landschap. Een warming up, voor het komende ruige karakter
van de Schotse hooglanden. De eerste route gaat van Milngavie naar Drymen 18km.
De route loopt door een gezellig druk winkelcentrum, voordat het een draai naar
rechts maakt wordt de route aangegeven met het W.H.W. teken op een gebouw
richtingAllanderwater.
Onmiddewlijk
betreed ik hier een prachtig park en bosland de W.H.W. is begonnen.
De piek van Dumgoyne
De
piek van Dumgoyne. Op korte afstand van Dumgoyne boerderij, ligt aan de
rechterzijde de Glen goyne Distillery
Het
eerste gedeelte van de route neemt mij mee door Mug Dock Country Park een
omgeving van prachtig afwisselend landschap van bos en snelstromende beken. De
paden zijn goed herkenbaar aan het W.H.W. teken.
Kort
nadat ik een klein huisje passeer in Arlehaven, zie ik aan de rechterkant de
Dumgoyach standing stones. Waarschijnlijk uit de bronzen tijdperk.
Ik
bereik nu Glen Goyne Distillery en loop verder naar het noorden en bereik
Dungoyne. Hier zijn pub’s en in het postkantoor kan ik wat klein snoepgoed
kopen. En vervolg mijn weg naar Saw Hill ten noorden van Dumgoyne. Vanaf dit
punt bereik ik de public road de Aberfoyle-Glasgow (A81) even later bereik ik
Gartness, hier zijn geen winkels, het is nog maar 4km naar Drymen.
Bed and
breakfast, bij David and Frances Lander, in Drymen.
Daar
sta ik dan met voor mij, ja wel de hond des huizes, rechts van mij de ouders en
zoon des huises. Ik heb links boven geslapen, dit was de kamer van de
dochter.
Donderdag,
16-9-1993 Drymen – Rowardennan 21 km. Conic Hill, is in de periode van april –
mei, gesloten wegens het lammeren. Als wandelaar kun je de alternatieve route
nemen via Milton of Buchanan. Ten tijde wordt dit duidelijk aangegeven. Honden
zijn hier verboden. Deze sectie is voor delen door de goede wil van de eigenaar
bewandelbaar. Conic Hill, haar accent geeft mij een eerster proef op de
Highlands. Men heeft recent het pad vanafBurns of Mar over Conic Hill
verbeterd. Het was aangetast door de verzuring. Het pad loopt niet over het
hoogste punt, maar loopt rond de Noordzijde. Op heldere dagen is het waard de
laatste meters te klimmen. De schapen uit het dal gaan in de lente Conic Hill
op. Voor de winter zijn ze weer beneden. Bij aankomst in Balmaha op het hoogste
punt van Craigie Fort, staat een monument ter ere van de opening van de W.H.W.
in 1980. Van hier heb je een prachtig uitzicht over het meer Loch Lomond, naar
Arrochar Alps.
Conic Hill
De
afdaling van Conic Hill is steil en wanneer het nat is, is het glibberen. Voor
mij loopt een andere wandelaar. Uitzicht op Loch Lomond.
Bij
aankomst in Milarrochy, betreedt ik op korte afstand het dennenbos rond
“Strathcashell Point” en geniet van de rust. Na een kleine afstand kom ik uit
bij de (B837) totaan Sallochy.Het gedeelte Sallochy-rosswood van hetRowardenan
forest, is bebost met prachtige eiken bomen. Nu en dan kun je door de bomen de
steile rotswanden zien. Het geeft een mooi uitzicht over het meer. Dit oude
eikenbos aan de oostkant van loch Lomond is een van de overgebleven plaatsen
waar het bos in Schotland niet is aangetast. In de nabijheid van het meer staat
het bos steeds onder druk van de bezoekers, maar doormiddel van respect kan het
bos overleven. Bij aankomst inRowardenan dat een populaire stop is voor
wandelaars is er de mogelijkheid om de Ben Lomond te beklimmen.Ben Lomond is
een van de meest behouden berg wat de erosie betreft. Zij steekt steil boven
het meer en de route uit. In de zomer geeft de beklimming geen problemen maar
in de winter zo laat ik mij vertellen is zij alleen geschikt voor fitte en
ervaren klimmers.
Youth Hostel Rowardenan
16/17-9-1993,Van
Rowardenan naar Inverarnan 21km.. Vanaf de youth hostel loopt een smalle
onverharde weg naar Ptarmigan Lodge. De weg klimt omhoog naar de Lodge, er
voorbij daalt de weg steil naar de kant van LochLomond. Vanaf Ptarmigan Lodge
loopt het pad door prachtig eikenwoud. Maar het is er ruig. Na regen kan het
modderig zijn. Een alternatieve route hoger gelegen is gemakkelijker te
bewandelen. Ik neem de gewone route en beide routes ontmoeten elkaar weer
na Rowchoish. Deze omgeving wordt geassocieerd met Rob Roy Mac Gregor, de
Schotse Robin Hood. Dit gedeelte langs Loch Lomond passeer ik prachtige
eikenbossen vol met vogels en de meest bekende dieren zijn de wilde geiten. Als
je ze niet ziet dan ruik je ze wel door de sterke scherpe geur die ze
verspreiden. Voor dit bos heeft de Forest Commission een programma voor
bebossing, om het bos veilig te stellen voor de toekomst.
Ik
nader Rowchoish Bothy, een oud stenen gebouw, dat als basis onderdak dient voor
de wandelaar. Het laatste gedeelte van deze sectie loop ik over een smal pad
vanaf Cailness naar Inversnaid. Het pad kruist de Snaid Burnvia en voetbrug
over een spectaculaire waterval. de Grey Mares Tail waterval. Het water stort
neer over 1000feet. Het gedeelte vanaf Rowardennan, wordt gezien als de
zwaarste van de West Highland Way.
Op
dit stuk Rowardennan- Inverarnan, ontmoette ik verschillende leuke aardige
mensen. Zo was er een jong Engels stel: Jo and Clive. Beide ontmoette ik in de
youth hostel en zou hen vaker treffen. Op de foto ligt mijn handdoek te drogen
over de tafel en mijn rugzak staat op de bank. Ook waren er Frank en Mark uit
Duitsland, deze jongens ontmoette ik vlak naast the Rowardennan yout
hostel waar zij kampeerden. Onderweg naar Inversnaid Hotel kwam ik hen weer
tegen, gelukkig maar want ik was op een gevaarlijk stuk waar hun hulp nodig was
om over een glibberig gedeelte van een rots te komen. Je loopt op een smal pad
langs de afgrond. Gaat over door watervallen gladde stenen. Vaak was het enige
houvast boomwortels of takken. Het werd steeds later en omdat ik het
laatste gedeelte van deze secie niet in de schemer wilde nemen besloot ik om 15:15u.
de ferry in Inversnaid te nemen. Jo en Clive hadden dit ook besloten. Jo had
last gekregen van haar knieen. Mijn knieën voel ik smorgens ook, daarom start
ik morgens langzaam om energie te sparen en balans te brengen in mijn lichaam,
gaat het in de loop van de dag prima. Ik ga door met de bus over de A82
richting Bridge of Orchy en overnacht in een bunkhuis van het Bridge of Orchy
hotel.
Inversnaid
Hotel
Jo en Clive voor
Inversnaid Hotel
Grey Mares falls
Mark en Frank op de brug over de
Waterval, Grey Mares, vlak bij het hotel.
Vanuit de boot zie je
Inversnaid hotel
Op
weg naar de A82, met de ferry krijgen Jo,Clive en ik een goed uitzicht over
Conic Hill en de met eiken bossen begroeide kliffen langs Loch Lomond.
Bunkhous of
Bridge of Orchy Hotel
Ik
overnacht in het bunkhous of Bridge of Orchy Hotel.
18-9-1993,
start ik bij The Bridge of Orchy. Deze sectie van de route gaat door Rannoch
Moor naar Kings Hous Hotel. In slecht weer kan het erg moeilijk zijn, deze
sectie wordt daarom bij slecht weer afgeraden. Als ik eenmaal de Victoria
Bridge gepasseerd ben is er géén hulp of schuilplaats tot wanneer ik in Kings
House Hotel ben,13,59 km. verder. Hier wordt dringend vermeld dat je, je
goed kleed en dat je genoeg eten bij je hebt, voor deze tocht. Als je als
wandelaar de Victoria Bridge oversteekt en de oude weg passeert, kom je in
forest Lodge, gebied van de Black Mount Lodge. Eigenaar is de familie Fleming.
Ian Fleming, bekend van James Bond. Wanneer ik de heuvelrug nader van Meall a
Bhuiridh en Beim Chaorach, dan geeft een kleine cairn links van de route, het
gedenkteken van Peter Fleming aan. Deze stierf tijdens een sluipjacht in 1971.
Lopende het laatste deel van de sectie komen de prachtige heuvels van Glen Coe
en Glen Etive in zicht.
Ik
ga op stap, 18-9-1993 om 09:00uur en zie onderweg en onderweg zie ik wat
tenten. Ik herken er géén. Een jong paar gaat mij voorbij. Ik geniet van het
uitzicht van de Rannoch moor en wat een mooie kleuren. Het weer is prima. Ik
kom bij een heuvel, onderaan liggen losse stenen, ik pak er drie en neem ze mee
de heuvel op. Zo kan men een wens doen of ballast afwerpen. Dit is een traditie
op de W.H.W. onderweg, kom ik regelmatig van deze symbolische bergen
tegen.
Dan
komt er een ander jong stel aan June en John, zij doen het zelfde. John blijkt
een nakomeling te zijn van de Mac. Donald Clan. Ik krijg kippevel als hij mij
van de slachtpartij in Glen Coe verteld dat plaats vond in het jaar 1692, The
infamous massacre. Samen vervolgen wij de route. June en John gaan na deze dag
weer terug naar Glasgow. June werkt op het lab van Glasgow Universitie.
De
route door het Ranoch Moor loopt vanaf Bridge of Orchy naar Kingshouse
Hotel. Onderweg maak ik prachtige foto’s. In Kingshous Hotel neem ik de bus
naar GlenCoe. Het kan de moeite waard zijn stukken van deze route opnieuw te
lopen. Dit doe ik ook wanneer ik één jaar later terug ga naar GlenCoe om daar
de geschiedenis en de omgeving te ervaren. Maar ook nog een deel van de W.H.W.
te lopen dat ik heb laten liggen na mijn vertrek uitInversnaid. Vanuit GlenCoe
vertrek ik weer na overnacht te hebben in de jeugdherberg op weg naar de devils
staircase.
Even
van de route af:
Bij
de volgende reis één jaar later, zal mijn begin punt zijn in het: Inversnaid
hotel daar van uit loop ik van: Inversnaid naar Inverarnan, van Inverarnan naar
Crianlarich, van Crianlarich naar Bridge of Orchy, waar ik de bus neem naar
GlenCoe. In GlenCoe overnacht ik in het GlenCoe Hostel en blijf daar voor een
langere periode.
De
omgeving van GlenCoe is het meest woeste maar prachtigste plek van Schotland.
Verschillende keren beklim ik verschillende toppen in dit gebied, de meest
bekende is de Anoch Eagach Ridge 913m. Hier heb je een mooi uitzicht op de Glen
beneden waar de River Coe stroomt, deze ligt aan de A82. Er tegenover aan de
andere kant van de A82, vinden we de Three Sisters of GlenCoe: Beinn Fahada
931m. Gearr Aonach692m. en de meest westelijke zuster; Aonach Dubh 892m.
De top van de Coire nan Lochan,1115m.ligt achter The Three Sisters. The three
Sisters zijn de uitlopers van Coire nan Lochan en deze is weer de uitloper van
de Bidean nam Bian1141m.
De
top waar ik hier gezamenlijk zit,( foto’s iets naar beneden) met een groep mede
beklimmers zijn de toppen van Bidean nam Bian, We zijn gekomen vanaf de toppen
van de Buachaille Etive Beag902m, naar de Stob CoireSgreamhach1072m. naar de
Bidean Nam Bian1141m. dan naar Stob Coire nam Beith1107m. en bij de mountain
rescue post naar beneden gegaan. Deze tocht noemt men ook wel het lopen over de
munro’s. Rond deze tijd is er op de Engelse tv een sportprogramma te zien
waar deze tochten over de toppen van Schotlands trots gelopen worden.
In
de Glen langs de A82, is het Visitors centrum van GlenCoe te vinden en is er
ook een Mountain Rescue Post Achnacon, gestationeerd, met haar bekende orange
helikopters. Met de top van Meall Mór, voor de deur.
De
A82, gemaakt in 1932, loopt langs de rivier Coe. Je komt langs majestueuze
watervallen. In het voorseizoen is het gelukkig nog niet zo druk. In pass
(of Glen) van GlenCoe, heb je te voet een mooi uitzicht op de
dramatischeGlen.
Wanneer
je de W.H.W. loopt kom je niet in GlenCoe. op de A82 ga je voordat je de pass
(of Glen) van GlenCoe binnenkomt bij de Study, de Devils Staircase op, bij
Altnafeadh. Je volgt de Old Militairy Road richtingKinlochleven. GlenCoe laat
je figuurlijk links liggen. Maar het ruige terrein waar je door loopt behoort
wel tot het gebied dat beheerd wordt door de National Trust of Schotland. The
devils staircase ligt er net langs en wijkt af richting Kinlochleven. Maar de
ruige natuur ontgaat je niet, dit is het meest ruige gedeelte van de W.H.W. De
keer dat ik terug kwam, verbleef ik in het GlenCoe jeugdherberg. Bezijden de
jeugdherberg, dat midden in het bos te vinden is, ligt de berg: Pap of
GlenCoe742m. De jeugdherberg ligt aan de voet van deze berg. Een geasfalteerd
bospad brengt je vanuit de herberg naar een nabijgelegen hotel/pub, The
Clachaig Inn, waar regelmatig samen met de jeugdherberg gasten werd gefeest met
life schotse muziek en Ginger Ale. Zorg dat je lampen onderweg bij je hebt want
het pad is er niet verlicht. Dus je kunt je wel voorstellen hoe hilarisch het
soms was, om terug te komen in de herberg.
GlenCoe
history
GlenCoe
heeft een histories verleden, The GlenCoe massacre, De eerste moeilijkheden
tussen de clan’s begonnen rond het jaar 1500 toen het verschil in rijkdom
tussen de bestaande clan van de afgelegen highlands en de clan in het meer
industriële vruchtbare laagland. De families zoals de GlenCoe MacDonalds
en de in de buurt levende Macgregors, zijn bezorgd over hun magere bestaan en
kondigen aan dat zij hun vee meer naar het zuiden wensen te verplaatsen.
Tegelijkertijd willen de clans van de Campbells hun ambities uitbreiden door
het land te begrenzen. De Campbells de grootste meest vastberadende groep van
families, gaan naar het goverment in Edinburgh om land over te nemen van de
minder gefortuneerde buren.
Zij
deden dit eerder al door gedwongen huwelijken en andere trucjes. Zo konden de chiefs,
de Grafen en later de hertogen of Argyll die geassocieerd werden met een
uitputtingsoorlog tegen enkele leden van de clanMacgregor, om deze clan te
verwijderen uit GlenCoe, om in het bezit te komen van land. Na eeuwen van
onderlinge strijd biedt op 27 augustus 1691, King William 3th, in Londen een
generaal pardon aan voor highlandclans, die tegen hem hadden gevochten en hun
buren beroofden. Tenzij zij een eed van trouw beloofden voor een rechter, dit
zou gaan gebeuren op 1 januari 1692. Oude Alister had 4 maanden de tijd om zijn
moed bij elkaar te rapen en op reis te gaan naar Inveraray, om dat generale
Pardon te ondertekenen, voor hem zelf, anderen en zijn clan. Het alternatief
was de dood.
Alastair
Macdonald, nam het waarschijnlijk niet zo serieus en vertrok pas op de laatste
minuut. Hij vertrok niet eerder dan op 30 december en ging in plaats naar
Inveraray naar Fort William. Liet inveraray weten dat hij opgehouden werd door
het slechte weer, arriveerde twee dagen later en wachtte vervolgens nog drie
dagen, om tenslotte de eed vijf dagen later na de deadline af te leggen.
MacDonald, dacht dat hij veilig was. Maar King William zelf, Sir John Dalrymple
of Stair(the secretary of State) en John Campbell, graaf van breadalbane waren
er van overtuigd dat Alastair MacDonald geen genade zou krijgen. De “root out
that damnagble sept’ (sept, is
een ander woord voor clan) werd in Fort William een feit. De uitroeing was
gepland op 1 februari 1692,
2
compagnies rukten op naar GlenCoe, onder het commando van een man die een wrok
had tegen de MacDonalds, Kapitien Robert Campbell of Glenlyon, maar het is
bijna zeker dat hij geen weet had waar hij naar toe gezonden werd. Robert
Campbell was een zestigjarige aan alcohol en gok verlaafde man, die door
onverantwoord gedrag al zijn bezit dat de Macdonalds nog aan hem hadden
overgelaten, verloor.
Met
zijn manschappen aangekomen in GlenCoe, vroeg Campbell om kwartier te maken
voor zijn manschappen en vond die in de gastvrije huizen van de GlenCoe
MacDonalds. De gastvrijheid duurde 10 dagen. Op 12 februari ontving Campbell
orders van Duncanson om al de MacDonalds te doden, en wel de volgende ochtend
om 05:00uur de13e februari 1692. Campbell Of Glenlyon keerde zich
tegen zijn gastheer. Wat later een macaber bekendheid geeft aan de massacre van
GlenCoe. Een ander detail was dat Campbell met een macht van 120 man de
opdracht kreeg om te doden. In het donker en slecht weer verspreidde hij zijn
mannen over een 10 vierkante km. Hij zou versterking krijgen, maar men liet het
vuile werk over aan Captain Campbell.
De
mensen die weg konden komen, vluchten de heuvels in, de belangrijkste
vluchtroute was op meall Mór, met de twee Glens Socaich en Leac na muidhe.
Coire Gaabhail, vond men een plaats om te schuilen. Hamiltonsstrijdkrachten
arriveerden over de devils Staircase, daar vonden zij een oude man die
het dorp had verlaten, hij werd prompt gedood. Van degene die konden ontsnappen
overleden er ook aan ontberingen van honger en kou.
Twee
weken later druppelde het nieuws van de masscre in Londen door. Maar het was
het onderzoek van een Iersejournalist, Charles Leslie, die GlenCoe massacre tot
een politic schandaal maakte. Men was niet blij met William van Oranje als
Koning. Maar er waren drie jaar na dato geen officeele protesten tegen hen die
verantwoordelijk waren voor de massacre in GlenCoe
binnengekomen.
Ursula
Frömel en Tanja Krielle moeder en dochter uit Bensheim, samen op vacantie
geweest naar Sky in het noorden van Schotland Peter uit Engeland heeft beide
dames onderweg ontmoet.
De
GlenCoe Hostel is een magnifieke jeugdherberg dat in een Noorwegense
stijl is gebouwd. Het is compleet gerenoveerd tot een 1e graad accommodatie,
dat plaats biedt aan 62 gasten er zijn: 6 slaapkamers inclusief douche en
toilet, een huiskamer, eetzaal, stiltezaal, keuken, waskamer, droogkamer en
strijkkamer.
Terug
naar de W.H.W.
Het
is 18/19-9-1993, ik heb goed geslapen in GlenCoe youth hostel, om 09.30u. krijg
ik een lift naar het visitor Center van GlenCoe. Vandaar af wil ik naar
Altnafeadh lopen, maar het regent en stormt. Een jong duits echtpaar neemt mij
mee in de richting van mijn volgende start plaats: Altnafeadh. Om mijn eerste stappen
te zetten naar de top van de Devils staicaise. Dit is de 1e dag van
mijn voettocht dat het spookt. GlenCoe, is een woest spectaculair berggebied
met steile toppen in de wolken gehulde pieken en diepe kloven. Een wildernis
waarmee niet valt te spotten. Alleen een dwaas gaat hier onvoorbereid wandelen,
of klimmen. Hier sta ik dan met de rugzak onder aan de Devils Staircase, waar
een deel van de Old Military Road aangelegd is door Major Caulfield rond 1750,
op 1850 ft. boven de zeespiegel is dit het hoogste punt van de West Highland
Way.
19
september 1993, In Altnafeadh aan de voet van Beinn Beag 616m., zet ik de
eerste stappen op de devils Staire Case.(Ik herinner mij dat er een pad
opgelopen moet worden dat lijkt op een trap, maar deze is erg stijl) Deze
sectie en naar beneden richting Kinglochleven is hoog en open tevens
onplezierig bij slecht weer. Als wandelaar moet je hier goed uitgerust zijn,
omdat er geen schuil mogelijkheden zijn tudssen altnafeadh en de samenkomst met
de weg naar het Blackwater reservoir. Ik sjor mijn leger cape goed vast en ben
uiterst waakzaam. Wandelaars vanuit tegengestelde richting waarschuwen mij voor
windstoten, bovenaan de Devils staircaise bij het passeren van een rotsblok op
een smalle richel. Deze waarschuwing was niet voor dovemans oren. Voorbij deze
richel zonk ik in de beschutting van de rots even op de grond om van de schrik
bij te komen en een overblijfsel van mijn ontbijt van vanmorgen op te eten. Dat
deze sektie bij slecht weer onplezierig is, heb ik dan wel ondervonden.
Op
weg naar het dal ligt Kingslochleven. De regen is opgehouden, voor mij lag een
landschap in een mysterieuze nevel. Het water van de berg Beiin Bheag; Stob
Mhic Mhartuin; Meall Ruigh a’ Bhricleathaid, zoekt een weg naar het dal. Door
dit berglandschap loop ik over de Old Militairy Road net zoals het water
op weg naar het dal. Vogels vlogen voor mij uit. Er hing een schone frisse geur
in de lucht. Een oergevoel overspoelde mij. Het kon niet mooier en ik had al zo
veel moois gezien de laatste dagen. En dan dat gevoel één te zijn met mijn
omgeving. Omringd met het mooiste van de natuur. Het enige dat mij herinnerde
dat ik in een andere tijd leefde kreeg ik bij het naderen van de pijpleidingen
van het Blackwater reservoir. Zij brengen het water van de bergen naar het dal
voor de generators van de aluminium fabriek in Kinglochleven. In Kinglochleven
overnacht ik in een bunkhuis en ontmoet daar Claudia uit Stuttgart.
Hier loop ik Kinglochleven uit.
Op
20 september 1993 begin ik aan het laatste deel van de West Highland way,
richting Fort William. Claudia zou mij later op de dag inhalen. In
Kinglochleven verlaat de route de B863 tegenover een school en klimt dan steil
door plezierig bosland en ontmoet de Old military Road ¾ mile ten westen van
Mamore Lodge. Eenmaal op dit spoor gaat de W.H.W. erg goed. Al gauw bereik ik
de top van de bergpas op 1100ft. Bij goed weer is Lairigmor plezierig om in te
lopen. Bij slecht weer biedt het dal weinig schuil mogelijkheden. Enige
schuilmogelijkheden zijn te vinden bij de twee ruines: Tigh-na-sleubhaigh en
Lairigmore.
Het
pad over de laatste kilometers biedt een excellente finish van de West Highland
Way. Met een prachtig uitzicht op Ben Nevis, vanaf Blar a Chaorainn. Als het
pad afdaalt naar Glen Nevis is er een kort spoor van winkels naar Glen Nevis
Youth Hostel. De weg loopt door het bos naar de Bridge of Nevis, de laatste
mile van de West Higland Way.
Claudia
maakt een foto van het prachtige uitzicht. In de verte is Ben Nevis te
zien Great Brittanniës hoogste berg.
Youth hostel Glen Nevis
Samen met Claudia op de foto.
Na
een dag rust besluit ik de Ben Nevis te beklimmen. Deze door erosie aangetaste
berg krijgt hulp van vrijwilligers om dit probleem zo veel mogelijk tegen te
gaan.
Het
pad naar de top van Ben Nevis is steil. Het laatste stuk ligt vol met
afgebrokkelde stenen. Goede schoenen zijn dan belangrijk voor de goede grip.
Het is een kracht toer dat geestelijk en lichamelijk inspanning van mij vraagt.
Iedere pas moet geconcentreerd worden genomen. Niet geschikt voor ongeoefende
klimmers. En toch verwonder ik mij als ik wandelaars zie op slappe gympen of
laarzen. Die dan ook de grootst mogelijke moeite hebben bij de afdaling. Men
heeft geen houvast. Levens gevaarlijk. Er zijn op deze berg al genoeg doden
gevallen. Ondanks alle waarschuwingen om goed voorbereid op pad te gaan.
Op de top van de Ben Nevis.
Alsof
ik er nog geen genoeg van heb beslis ik ook de Glen nevis te bezoeken niet ver
van de hostel vandaan. Een prachtig gebied. Je klimt door een woud van bomen en
grove wortels. Het pad naar boven is glibberig door het gespetter van water,
dat de rechts van mij wild stromende waterval veroorzaakt. Het wilde water dat
een weg langs vele bochten en rotsdoorgangen vindt naar het dal. Een moeilijke
klim, maar het is het zeker waard. Op het eind van de wandeling kom je in een
soort kom een open vlakte, met voor je een immens hoge waterval. Al met al
genomen een fantastische tocht met mooie herinneringen aan leuke mensen en een
prachtige natuur. Mijn bergschoenen staan klaar, mocht ik de kriebels krijgen
om terug te keren naar deze mooie plek op aarde. Schotland.
Fort William
Tijdens
een van mijn Scotland reizen, op de motor samen met mijn correspondentie vriend
David Joy, onderweg en aangekomen, bij mijn lievelingspaard Mystic in
Schotland 1994
www.univerelvrede.nl
Auteur Antoinette
Meesters